Nee, over ‘gewone’ schilders gaat dit stukje niet. Maar over alle andere schilders- en vastgoedonderhodusbedrijven, vooral degenen die met een corporatie van doen hebben of met éé’n van de grote publieke vastgoedbezitters als Rijkswaterstaat, Rijksgebouwendienst, Prorail etcetera. Maar eigenlijk ook over iedereen die voor zakelijke opdrachtgevers werk aan diens gebouw, een van diens ‘assets’ verricht.
In de afgelopen ca dertig jaar heeft de onderhoudssector een indrukwekkende beweging gemaakt, van prestatiecontracten over resultaatgericht werken tot Resultaat Gericht Samenwerken (RGS) en VGO-keuren en dergelijke. Opdrachtgevers, met name in de corporatiewereld en opdrachtnemers, de onderhoudsbedrijven zijn binnen die systematiek steeds dichter bij elkaar gekomen, er zijn certificaten gekomen, leidraden, opleidingen en trainingen.
In dezelfde periode heeft ook het assetmanangement zich ontwikkeld. Op mbo, hbo en universitair niveau. Theorieën over en uitvoering van onderhoud aan alles wat maar met gebouwen en fabrieken te maken heeft. Ja, dat gaat veel verder dan onderhoud aan gevels van corporatiewoningen. Maar daarom hoeft het nog niet iets heel anders te zijn! Uit die denkwijze en onder druk van een aantal heel grote opdrachtgever is de beroepsgroep van de onderhoudsinspecteurs en – adviseurs ontstaan: éénpitters en machtige bedrijven. Die inspecteren en adviseren over toch wel met name vastgoed, steeds duidelijke via de BOEI-systematiek. Met opleidingen, registers, erkenningen en wat dies meer zij. In SchildersVakkrant 3 beschrijf ik daar de nieuwste ontwikkeling in.
Punt is: VGO-gekeurde bedrijven adviseren hun opdrachtgevers volgens RGS-richtlijnen. Maar opdrachtgevers vragen steeds vaker, kort door de bocht, BOEI-gecertificeerde adviseurs. RGS levert integrale vastgoedonderhoudsscenario’s op. Een BOEI-advies is een verzameling integrale vastgoedonderhoudsscenario’s. Ik zou zeggen: zoek de verschillen.
Die zijn er dus niet. Of: de aanvliegroute is verschillend, maar als het goed is zijn de data én de uitkomsten gelijk. En dan vraag ik me af: waarom práten die werelden niet met elkaar? Waarom zijn er aparte systematieken, certificaten, opleidingen? Ik denk dat ik nog ga meemaken dat enige wal dat schip gaat keren.