Eerst even over die afkorting, voor de niet-insiders onder ons: VVVF en de Vereniging van Verf- en Drukinktfabrikanten. Dat rijmt niet helemaal.
‘Ha, dat klopt. Aanvankelijk heetten wij de Vereniging van Verf- en Vernisfabrikanten, daar komt de afkorting vandaan. Die is gehandhaafd na aansluiting van de drukinktbedrijven in 1974, omdat VVVF een bekende aanduiding was in de markt.’
En jij dacht: daar moet ik bij zijn?
‘Ik heb zestien jaar een eigen adviesbureau gehad, deed marketing-, communicatie- en innovatietrajecten. Een van mijn interim-klussen was branchemanagement voor de Vereniging Lijmen en Kitten (VLK). Toen ik na een periode van studeren in 2015 weer op zoek was naar nieuwe klussen, ging ik mijn netwerk langs. Zo kwam de VVVF op mijn pad, dat in hetzelfde kantoor zit als de VLK. Beide verenigingen werken al jaren nauw samen. In 2020 hebben we, met nog drie andere zogeheten formulerende brancheverenigingen, de handen ineengeslagen in Mengend Nederland.’
Je behartigt met je organisatie de belangen van nagenoeg alle verffabrikanten en -importeurs in Nederland. Die krijgen vanuit Europa te maken met – zoals wij zelf op onze website vrij interpreteerden – nieuwe verfregels. Wat speelt er precies?
‘Eind 2019 is de Green Deal gelanceerd, bestaande uit heel veel plannen die stuk voor stuk worden uitgerold. Doel is de Europese Unie in 2050 klimaatneutraal en circulair te maken. Twee onderdelen van de deal zijn voor ons als verfsector belangrijk: de Chemicals Strategy for Sustainability en het Circular Economy Action Plan. Daartoe behoort ook Ecodesign for Sustainable Products Regulation.’
Een beste mond vol. Wat houdt dat allemaal in?
‘Wat ze met Ecodesign willen zijn regels, kaders, voor wanneer je een product duurzaam mag noemen. Maar er is nog veel onzeker. De vraag is bijvoorbeeld wat de maatstaf wordt. Welke criteria hanteer je? Daar zijn legio opties voor. Om er twee te noemen: kijk je naar de levenscyclusanalyse – LCA – of naar materialengebruik? Bij dat laatste moet je denken aan de grondstoffen waaruit verf is opgebouwd. LCA is in principe een van-wieg-tot-graf-benadering van een product. Neem biobased. Daarvan denk je al snel dat het schoner en beter is voor het milieu, maar misschien niet als je de hele LCA bekijkt. Misschien heeft die wel een zwaardere impact dan de LCA van een reguliere grondstof, omdat ook een factor meetelt als de diesel van de tractor die het land bewerkt. Waarbij aangetekend: bij biobased kies je nadrukkelijk wél voor hernieuwbare grondstoffen.’
Ondanks deze onduidelijkheden, zijn jullie als Mengend Nederland al wel in de pen geklommen. Wat zijn jullie belangrijkste overwegingen aan het adres van de Europese Commissie?
‘Dat we gesprekspartner willen zijn, dat ten eerste. Onze bedrijfstak doet al veel en werkt absoluut aan de beginselen van de Green Deal, waaraan we constructief willen bijdragen. Maar dan moeten we wel aan tafel zitten om te bepalen: waar kunnen we bewegen en waar minder? Waar is nog meer onderzoek nodig? Dat soort gesprekken voeren wij: om de Europese ambitie te realiseren, maar ook om te zorgen dat onze bedrijven een pad hebben dat voor hen realistisch is.’
Waar wringt de schoen?
‘Van de Green Deal wordt vaak gedacht dat het puur draait om duurzaamheid. Maar een andere belangrijke pijler is digitalisering, dat zie je in alle plannen terug. Data is het tegenwoordig helemaal, maar we zijn nog lang niet zo ver als de politieke verwachtingen of ambities op dat punt. Waar wij voor willen waken, is dat het mkb zóveel data moet registreren, dat ze er een complete dagtaak bij krijgen. Deze bedrijven hebben nu al te maken met een enorme verzwaring van de lastendruk.’
Aan wat voor data moet ik denken?
‘Productdata zoals LCA-informatie. Maar denk ook aan CLP – Classification, Labelling and Packaging; wat je allemaal moet vermelden op je etiket – en REACH, de Europese stoffenwetgeving. In de keten wisselen we bovendien al gegevens uit in de veiligheidsinformatiebladen via veiligmetverf.nl.’
Qua grondstoffen is het een spannende tijd: die worden almaar duurder en moeilijker leverbaar.
‘De EU streeft daarom ook naar wat ze noemen strategische autonomie. Niet dat we autarkisch moeten zijn, maar wel dat we minder afhankelijk worden van onvoorspelbare gebieden. Kijk maar hoezeer de oorlog in Oekraïne invloed heeft op de wereldeconomie of hoe afhankelijk we waren voor de levering van coronavaccins. Ook voor grondstoffen is het zinvol meer zelfvoorzienend te zijn, of in elk geval zekerheid te garanderen voor de levering ervan, met name duurzame grondstoffen. Maar ook hier geldt: het moet wel haalbaar zijn, voor het mkb én voor grotere bedrijven. Daar zullen wij op blijven toezien. Net als dat we nieuwe wet- en regelgeving, over bijvoorbeeld chemische stoffen, Ecodesign en circulariteit, nauwlettend in de gaten houden en daarin de belangen van onze achterban vertegenwoordigen. Daar zit de meerwaarde van de VVVF.’