Ga naar hoofdinhoud

Doctorandus kiest na ziekte voor de kwast


Een carrièretijger, dat was Roderik van de Kolk. Maar het kantoorleven verstikte de Nyenrode-alumnus en de diagnose kanker deed zijn leven kantelen. Nu plukt hij de dag en is hij schilder. Gelouterd, maar nog altijd ambitieus: ‘Ik kom hier niet om mijn tijd uit te zitten, wil gas geven.’

Roderik van de Kolk moet als schilder op zijn tenen lopen, ‘maar voor die uitdaging kom ik ook.’

Roderik van de Kolk zal niet snel casual gekleed op zijn werk verschijnen. Zeg maar gerust nooit. Als schilder heeft hij natuurlijk ook weinig keus; het witte pak is onvermijdelijk. De 37-jarige zij-instromer doelt dan ook vooral op de symbolische betekenis. ‘Ik vind het fijn ’s ochtends mijn pak aan te trekken en de knop om te zetten naar werk. Dat helpt mij om het vuur te laten branden.’ Was al zo in zijn vorige leven als bankier. ‘Driedelig pak, stropdasje; helemaal compleet.’

Roderik doet zijn verhaal in het keldercafé van de statige Koepelgevangenis in Haarlem, waar hij met De Boer uit Obdam aan het schilderen is. De inwoner van Heiloo – vriendelijke vent, openhartig, een eigenheimer – behoort tot de categorie gemotiveerde schilders. Logisch, want hij heeft zeer bewust voor dit vak gekozen, staat elke dag op met een doel: een steeds betere vakman worden. Dat hij überhaupt weer aan het werk kan, is al pure winst. Sterker nog: dat hij leeft, is pure winst. ‘Ik had niet verwacht het ziekenhuis ooit nog uit te lopen, dacht: dit is einde verhaal. Daarom heb ik ook geen tijd en energie meer voor zure mensen, voor onzin. Ik wil gewoon lol hebben, omdat ik letterlijk weet: morgen kan het klaar zijn.’

Hard kapitalistisch

Het begint, een jaar of vijf geleden, met pijn in zijn schouder, die doortrekt naar zijn rug. Roderik is op dat moment projectmedewerker bij een grote bank, na een even prestigieuze als peperdure opleiding aan universiteit Nyenrode. ‘Ik was altijd druk, had te maken met harde deadlines. Ik was jong en vond mezelf een hele pik. Ik kwam voor de harde knaken, was hard kapitalistisch.’

Toch slaat in die tijd, nog voor hij ziek wordt, de twijfel toe. ‘Ik wist toen al: ik wil fysiek aan het werk, niet meer achter die computer zitten, naar buiten toe. Soms had je dagen dat je ’s ochtends bij de bank aankwam, het net licht werd en, wanneer je ’s avonds naar buiten liep, het weer donker was. Dan dacht ik: verdorie, het was een mooie dag, maar ik heb er helemaal niets van gezien, ik heb alleen maar naar een scherm gestaard.’ Als frequent sportschoolbezoeker besluit hij zijn certificaten te behalen voor fitnesstrainer. Maar net wanneer hij bezig is met proefklanten, krijgt hij te maken met uitvalverschijnselen. ‘Had ik een glas vast en viel mijn arm gewoon weg.’

Roderik bij de Koepelgevangenis in Haarlem, waar hij met Schilderwerken De Boer Obdam werkt.

Boosdoener: een tumor die op zijn zenuwen drukt. ‘Het heeft maanden geduurd voor we wisten wat ik nu eigenlijk had. Doordat het zo lang duurde, wist ik wel dat het foute boel was. Ik voelde me ook echt heel slecht.’ De ziekte verspreidt zich door zijn lichaam. Toch blijft Roderik nuchter, rationeel zelfs. ‘Oké, we gaan het wel zien; dat was mijn houding. Ik ging van chemo naar chemo.’ Droogjes: ‘De ene dag ben je de rechterhand van de projectmanager, de andere dag Jan de patiënt. Je kunt helemaal niets meer.’

‘Succes met je leven’

De behandeling slaat aan. ‘Op een dag zeiden de artsen tegen me: je bent klaar, succes met je leven en veel plezier. Tot over een half jaar bij de controle. Maar ik was fysiek helemaal kapot, mijn conditie was niks, mijn geld was op en mentaal had ik natuurlijk ook wel een stootje gehad.’ Verdergaan als fitnesstrainer is te zwaar. ‘Toen ik zoveel pijn in mijn rug had, kon ik niet eens in mijn bed liggen. Dat ik op een gegeven moment weer vijf stappen kon zetten, was al fantastisch.’ Het herstel gaat langzaam. ‘Op een gegeven moment kon ik vijfhonderd meter lopen, maar wel in de meest sukkelige pas, met het zweet op mijn voorhoofd en hijgend als een paard. Voor mijn ziekte sportte ik vijf, zes keer in de week superzwaar.’

Hij maakt een lijstje met wat hij wél wil. ‘Ik wilde de bouw in, fysiek bezig zijn, iets doen waar ik voortgang en resultaat kon zien. Maar ook buiten werken en iets doen waar ik mogelijk mijn eigen business van kan maken; voor eigen rekening en risico. En misschien onbewust: een baan met minder stress en minder verantwoordelijkheden. Daarnaast ben ik ook iemand van de details.’ Haast verontschuldigend: ‘Daar heb ik me bij neergelegd, dat is nu eenmaal zo.’

Voor spek en bonen

Al die wensen bij elkaar opgeteld leiden onherroepelijk naar de kwast. ‘Ik ben begonnen met vrijwilligerswerk voor Stichting Present, waar hulpvragen terechtkomen van mensen in een hele slechte positie. Zo maakte ik mijn eerste meters als schilder. Bijvoorbeeld bij een moeder met kinderen die net een huis toegewezen had gekregen. Een fijne kans, ook om de tijd door te komen en mezelf op te bouwen. Tot ik vorig jaar zo’n beetje drie dagen per week echt wat kon doen. Via de gemeente ben ik toen bij De Boer terechtgekomen. Eerst eens meelopen, voor spek en bonen. Dat beviel goed en in januari ben ik als leerlingschilder begonnen bij Espeq, de bouwopleidingen van het Horizon College. Daar heb ik geen moment spijt van.’

‘De tijd van mezelf verbergen is voorbij.’
Foto’s: Diederik van der Laan

Huisje-boompje-beestje

En dat voor iemand met twee linkerhanden. Grijnzend: ‘Ik kon mijn band niet eens plakken. We zijn nu zes maanden verder en ik vind mezelf best een aardige schilder.’ Een lichtend voorbeeld ook wellicht voor anderen die hun kantoorbaan zat zijn. Roderik knikt, hij kent zulke mensen wel. Genoeg zelfs. Probleem: een terugval in inkomen. ‘Ik wist al heel vroeg dat ik geen huisje-boompje-beestje wilde. Toch ben ik wel op dat traject geweest: ik had een vriendin en woonde samen. Nu ben ik vrijgezel en heb ik geen koophuis, dus kon ik een terugval in inkomen lijden.

Maar stel jij hebt wel een partner en zegt tegen hem of haar: zullen we dat potje spaargeld van 20.000 euro eens gebruiken om mij om te scholen?’ Sarcastisch: ‘Dat zijn leuke gesprekken, denk ik. En als jij de hele dag op kantoor zit, je sociale contacten hebt, vrouw en kinderen, dan heb je niet eens tijd om serieus te kijken naar hoe het leven in de bouw is. Ik heb die vrijheid gelukkig wel.’

Ander mens

Bovendien heeft zijn ziekte van hem een ander mens gemaakt. ‘Er is wel een stukje van mij achtergebleven in het ziekenhuis, een stukje ego. Ik ben van een heleboel dingen bevrijd: van alle druk, voldoen aan verwachtingen van anderen, allerlei waanzinnige ambities. De tijd van mezelf verbergen is voorbij. Wat heeft dat voor zin? Je gaat bij wijze van spreken over een maand dood. Kop op en ga ervoor.’

Om vijf uur staat hij elke ochtend op. ‘Vroeger dan ooit, maar ik ben goed uitgerust. Waar ik voorheen vaak supermoe was. Elke avond lig ik om negen uur in mijn bed. Dan luister ik een podcastje of lees wat en val ik weg.’ Na het ontwaken doet hij zijn warming-up, drinkt een koffie en kan er weer tegenaan. ‘Ik moet op mijn tenen lopen, dat geef ik toe. Maar daar kom ik ook voor, voor die uitdaging. Ik wil gas geven en kom hier niet om mijn tijd uit te zitten. Ik houd van het kameraadschap in zo’n schildersploeg.’

Rond half vier taaien ze af. ‘Dan ga ik naar huis, trek ik mijn pak uit, neem een douche en dan kan het leven beginnen.’ Buiten, bij voorkeur. Roderik houdt van het bos, de duinen, het strand. ‘Dan loop ik daar rond als een halve toerist. Ik wil de wind voelen, de zee ruiken. Hele simpele dingen, maar daar kan ik enorm van genieten.’

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.


Soudal slaat vleugels uit naar Japan

Muurschildering Studio Giftig wereldwijde topper

Daling aantal zzp’ers verder ingezet

Geen versoepeling regels voor Oekraïense zzp’ers

AGC investeert in nieuwe Fineo productielijn