Vooral het aantal studenten in de beroepsopleidende leerweg (bol) is verminderd, en wel met 26.000. Dit wordt deels gecompenseerd door een stijging met 6.000 studenten in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) oftewel werkend leren.
Het ministerie verwachtte een daling, maar niet zo’n grote als deze. OCW ging uit van 10.000 minder studenten door een flinke afname bij de bol en een lichte toename bij de bbl. De tekorten op de arbeidsmarkt en de coronaperiode hebben mogelijk een rol gespeeld, klinkt het. Ook de sterkere groei van de bbl – werkgarantie – is vanuit deze krappe arbeidsmarkt te verklaren.
Het ministerie kondigt aan de daling grondig te analyseren. Dan zal blijken in welke mate deze te wijten is aan een lagere instroom vanuit onder andere het vmbo, een hogere (ongediplomeerde) uitstroom of een lagere gediplomeerde doorstroom binnen het mbo.
Minister Robbert Dijkgraaf: ‘We hebben de studenten keihard nodig. Juist in deze tijd waarin we voor allerlei beroepen staan te springen om mbo-afgestudeerden.’