Ga naar hoofdinhoud

Nieuwe niveau 4-opleiding voor schilders


Volgend schooljaar gaat op MBO Amersfoort een nieuwe schildersopleiding van start: decoreren en restaureren. Op niveau 4 én volgens de beroepsbegeleidende leerweg (bbl): vier dagen werken, één dag school. Een unieke combinatie binnen het scholingsaanbod in deze sector. Leerlingbegeleider/coördinator Johnny Serné en docent schilderen Johan van Nieuwenhuizen geven tekst en uitleg. ‘We brengen de oude schildersopleiding een beetje terug.’

Johan van Nieuwenhuizen en Johnny Serné voor een marmerimitatie op een schouw bij MBO Amersfoort.

Er is op MBO Amersfoort al een bbl-schildersopleiding op niveau 4, in de avonduren, goed voor de titel “meesterschilder”. Wat voegt deze dagopleiding decoratie- en restauratieschilder toe?
Johan van Nieuwenhuizen: ‘Wat we vooral willen, is vmbo’ers van de theoretische leerweg of zelfs havisten trekken. Zij hebben het recht om op niveau 4 te starten. De opleiding ’s avonds werkt volgens het stapelprincipe: om daar toegelaten te worden, moet je al gezel-schilder zijn.’

Wat is er mis met de gewone SchildersVakopleiding?
Van Nieuwenhuizen: ‘Niets natuurlijk. Maar stel jij bent zestien jaar en je staat voor een opleidingskeuze. Ben je nog niet helemaal zeker van je zaak, dan kun je ervoor kiezen schilderen op niveau 2 en 3 te leren aan de SchildersVakopleiding. Dan kun je later, in de avond, nog je niveau 4-papieren halen. Ben je wel zes jaar onder de pannen. Ben jij al iets zekerder van je zaak, dan zou je overdag binnen vier jaar een diploma op hetzelfde niveau kunnen behalen.’

Hoe onderscheidt deze opleiding zich ten opzichte van de niveau 4-opleidingen voor decoratie- en restauratieschilder op de vakscholen Cibap, Nimeto en SintLucas?
Johnny Serné: ‘Die werken volgens de bol-structuur, de beroepsopleidende leerweg: vijf dagen per week naar school en een aantal stages van meerdere maanden. De meiden die van die scholen afkomen – het zijn vaak meiden – kunnen prachtige witmarmer- of houtimitaties zetten, maar zijn vaak minder in het basisschilderwerk. Terwijl ze door bedrijven wel op niveau 4 moeten worden ingeschaald.’
Van Nieuwenhuizen: ‘Ze beheersen nog geen ambacht, omdat ze nog te weinig kilometers hebben gemaakt met de kwast. Wij willen dat ondervangen door ze van meet af aan vier dagen te laten werken. En dat vier jaar lang, om op een bepaald niveau te komen.’ Serné: ‘We brengen de oude schildersopleiding een beetje terug. Vroeger kreeg ik op school ook een stukje bladgoud en marmer- en houtimitatie. Dat is nu allemaal weg. Maar er is zoveel moois in dit vak, denk ook aan glas-in-lood. In deze verbrede opleiding laten we dat allemaal terugkomen.’

Waarom is dat niveau 4-waardig?
Van Nieuwenhuizen: ‘Dat heeft ermee te maken dat ze bij ons ook rekenen, Nederlands en Engels op een bepaald niveau krijgen: 3F en Engels op 2F. En ze leggen uiteindelijk hetzelfde praktijkexamen af als de studenten in de avondopleiding. Zo moeten ze een schouw kunnen imiteren in witmarmer en een deur in eikenhout, maar er zit ook gewoon basisschilderwerk in, maar dan hoogwaardig. Denk aan ingewikkeld behangwerk – een patroon op een wand plakken met twee soorten behang aan de hand van een tekening – en een paneeldeur schilderen in drie kleuren zonder af te plakken: dan moet je behoorlijk wat in je mars hebben.’

Op welke manier komen het decoratie- en restauratieaspect terug in de nieuwe opleiding?
Van Nieuwenhuizen: ‘Johnny plaatst de leerlingen uit bij mooie schildersbedrijven. Daar gaan ze vier dagen per week meters maken, het onderhoudsvak onder de knie krijgen. Alle bijzondere verrichtingen, zoals imitaties, verguldwerk en glas-in-lood, doen we hier op school. Dat fietsen we er meteen vanaf dag één in. Het is belangrijk dat ze daarmee veel oefenen, een eigen handschrift ontwikkelen. De een maakt bij marmeren bijvoorbeeld meer rondvormige brokken, terwijl de ander juist wat puntiger imiteert. Dat zie je ook terug bij hout. Ik doe het ze allemaal op dezelfde wijze voor, maar iedereen voert het toch weer net iets anders uit. Je moet je verdiepen in de groei van houtsoorten, vlamstructuren. Dat leer je niet van het één keer iemand laten voordoen.’

Cibap, Nimeto en SintLucas staan erom bekend dat ze vooral meiden trekken. De traditionele SchildersVakopleidingen juist veel jongens. Gaat deze studie ertussenin zitten?
Serné: ‘Dat zou wel goed zijn. Op de locatie Geldermalsen heb ik drie meiden in de groep eerstejaars. Dat geeft een heel andere sfeer. De jongens worden rustiger, kijken naar de meiden op, want die pakken het snel op, zijn netjes en zorgvuldig. Jongens worden daar ook beleefder en netter van, vertonen minder haantjesgedrag. Bovendien staan ze in de bouw te springen om meiden; degenen die ik onderbreng zijn toppertjes, bedrijven zijn allemaal heel blij met ze.’

Waarom is de meesterschilderstitel eigenlijk niet aan deze niveau 4-opleiding gekoppeld?
Serné: ‘Dat heeft ermee te maken dat je dan nog geen zeven jaar praktijkervaring hebt, een van de criteria om je meesterschilder te mogen noemen.’
Van Nieuwenhuizen: ‘Degenen die van het Cibap, Nimeto of SintLucas afkomen, mogen zich ook nog geen meesterschilder noemen. De studenten die ik in de avondopleiding heb, gaan drie jaar lang twee avonden in de week naar school, bovenop de praktijkervaring die ze al hebben. Aan die inspanning mag een stukje extra waardering vastzitten in de vorm van een meesterschilderstitel.’
Serné, semi-serieus: ‘Misschien moeten we de mensen van deze opleiding junior-meester noemen. Of vaksjaak, net als Ruben van der Kruis.’

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.


PPG verlengt Colorful Communities tot en met 2035

Baan Twente wederom beste Mercedes-Benz Van ProCenter

Oostveen overgenomen door Hoogstraten Haarzuilens

Geen versoepeling regels voor Oekraïense zzp’ers

Soudal slaat vleugels uit naar Japan