Ga naar hoofdinhoud

Historisch versus regulier onderhoudsschilderwerk


In Nederland staan bouwwerken met zeer uiteenlopende bouwjaren, variërend van moderne woningen tot unieke, monumentale gebouwen. Om al dit vastgoed in stand te houden, is periodiek onderhoud nodig. In toenemende mate wordt verschil gemaakt tussen regulier en historisch onderhoudsschilderwerk. Regelingen, welstandsbeleid en opleidingen krijgen voor beide doelgroepen meer en meer een eigen karakter. Iedereen is gebaat bij een duidelijke structuur als het gaat om een juiste aanpak bij het voorbereiden en uitvoeren van onderhoudsschilderwerk.

Uitvoering volgens de uitvoeringsrichtlijn Historisch Schilderwerk

Structuur nodig voor juiste aanpak onderhoudsschilderwerk

Auteur: Gerard Scholten

Hoeveel woningen hebben periodiek onderhoud nodig? Uit vrij recent onderzoek blijkt dat er in 2020 in Nederland 4,7 miljoen koopwoningen en 3,2 miljoen huurwoningen waren. Sinds 1971 zijn er in ons land meer dan vier miljoen woningen gebouwd. De bouwproductie is sinds het begin van de jaren ’70 echter voortdurend afgenomen. In 1973 werden er nog ruim 155.000 woningen gebouwd, in 2014 slechts 45.000, een laagterecord sinds 1950. Daarna is de woningbouw weer toegenomen tot ruim 69.000 in 2020. Het grootste probleem op de huizenmarkt is het tekort aan huizen. Volgens onderzoeksbureau ABF research is er in 2025 een tekort aan 420.000 huizen. Het is dus van belang dat de huidige woningvoorraad goed wordt onderhouden. Onderhoudsschilderwerk neemt daarbij een belangrijke plaats in. Al het onderhoud van deze woningen valt onder regulier onderhoudswerk.

De ondergrond bepaalt het verftype (foto: NCE – Arjen Veldt)

Omvang monumenten

Volgens de teldatum stonden er in 2019 in Nederland ongeveer 62.000 rijksmonumenten, 1.000 provinciale monumenten en 65.000 gemeentelijke monumenten. Waarom zo weinig provinciale monumenten? Van de twaalf Nederlandse provincies zijn er maar twee die provinciale monumenten hebben aangewezen, namelijk Noord-Holland en Drenthe. De overige tien provincies kunnen ook zo’n lijst samenstellen, maar hebben dit nog niet gedaan. Verder zijn er natuurlijk enorm veel andere monumentale panden zonder status. Dat ook al deze objecten moeten worden onderhouden, is vanzelfsprekend.

Vragen

Hoe gaat de schildersbedrijfstak nu om met het onderhoudsschilderwerk aan regulier en historische gebouwen? Zijn de voorbereiding en uitvoering hetzelfde? Kan, wil en mag een onderneming wel alles uitvoeren wat zij graag zou willen? Hoe behandel je historische ondergronden voor en mag je wel alle applicatietechnieken uitvoeren? Is het bijvoorbeeld wel gepast om op historische houten gevelelementen het schilderwerk met een roller uit te voeren in plaats van de verf te verwerken met de kwast? Allemaal vragen waarop een antwoord moet worden gegeven.

Strategie bij onderhoud

Iedere organisatie die gebouwen beheert, weet dat onderhoud een belangrijk aspect van het beheren is. Elke gebouw – recent gebouwd of monumentaal – heeft na verloop van tijd onderhoud nodig. Meestal wordt het uitgevoerd als er zichtbaar verval aan de elementen is. De kans op vervolgschade aan de overige gerelateerde bouwdelen is dan groot. Daarom is bij opdrachtgevers een goede planvorming nodig middels inspanningsgericht werken, met een bouwteam werken of door resultaatgericht samenwerken.

Een schilder bezig met schilderwerk aan een nog intact zijnde bedstede

Schilders- en onderhoudsbedrijven spelen hier op in en geven een onderhoudsadvies (al dan niet in samenwerking met de verfindustrie of een adviesbureau) om een gebouw gedurende meerdere jaren te beschermen. De meeste bedrijven hebben één strategie voor onderhoudsschilderwerk of het nu recent gebouwde panden zijn of monumentale gebouwen. Ook bij de opname, voorbereiding en uitvoering van de verschillende gedateerde panden of objecten wordt op dezelfde wijze gehandeld en het werk uitgevoerd door hetzelfde personeel. Echter, tussen de uitgangspunten van het onderhoudswerk aan bestaande verfsystemen van recent gebouwde woningen en monumentaal erfgoed zitten grote verschillen.

Begrippen in onderhoud

Er zijn nogal wat begrippen waarmee onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen worden aangeduid. Denk maar eens aan instandhouding, renovatie, restauratie, verbouwing, uitbreiding, herstel, reparatie, sanering, conservering, reconstructie of een onderhoudsbeurt. Wat ze allemaal gemeen hebben, is dat ze gaan over fysieke veranderingen die gevolgen hebben voor de betekenis en de immateriële waarde van het gebouw. Door elke aanpassing verandert niet alleen het gebouw, maar ook de historische en culturele betekenis. Wat is nu eigenlijk het verschil tussen regulier en historisch onderhoudsschilderwerk?

Indeling onderhoudsschilderwerk

Illustratie 1: Grafische weergave van de typen onderhoudsschilderwerk (bron: ERM)

In de uitvoeringsrichtlijn URL 4009 versie 2.0 van de ERM (Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg) is een piramide opgenomen (zie illustratie 1) waarin de indeling van onderhoudsschilderwerk als volgt is weergegeven:

  • 1. Restauratie en conservering van schilderingen. Uitvoering door restauratoren;
  • 2. Bijzonder historische specialistische schildertechnieken aan monumenten zoals houtimitatie, marmerimitatie, heraldisch schilderwerk etc.;
  • 3. Historisch onderhoudsschilderwerk aan monumenten en cultuurhistorische waardevolle gebouwen gericht op instandhouding van monumentale waarden;
  • 4. Regulier onderhoudsschilderwerk aan onroerend goed dat geen monumentale status heeft.Schilders- en onderhoudsbedrijven komen het meest in aanraking met het werk wat onder punt 3 en punt 4 wordt vermeld. Wat zijn nu kenmerkende verschillen?
Illustratie 2: Historisch onderhoudsschilderwerk moet worden uitgevoerd volgens de restauratieladder

Kenmerken historisch

Historisch schilderwerk wordt aangebracht op monumentale ondergronden waaraan erfgoedwaarden zijn toegekend. De bescherming van deze ondergrond is belangrijk. Voorbereidende werkzaamheden en het aanbrengen van het verfsysteem mogen niet leiden tot beschadiging van de ondergrond. Een oud verfsysteem mag niet zomaar van een historische houten ondergrond worden verwijderd. Er moet eerst een gedegen onderzoek plaatsvinden of het oude verfsysteem nog kan worden behouden. Het is aan de opdrachtgever, adviseur of schildersbedrijf om te bepalen of de verflaag er af moet. Dat geldt ook voor het mechanisch schuren. Het terugschuren – waardoor de kenmerken zoals nerf, beitelslag of kwaststreep van de historische ondergrond verloren gaan – mag niet gebeuren.

Restauratie-ethiek

Historisch onderhoudsschilderwerk aan monumenten moet worden uitgevoerd volgens de regels van de ‘restauratie-ethiek’ waarbij het uitgangspunt is om zoveel mogelijk oude, goed functionerende verfsystemen van het oorspronkelijke materiaal te behouden. Minimaal ingrijpen en behoud van bestaande verfsystemen is het meest wenselijk, zodat de uitstraling van historisch schilderwerk behouden blijft. Ook dienen historische kleurtoepassingen te worden gerespecteerd. De voorkeursvolgorde volgens de ‘restauratie-ethiek’ wordt vormgegeven in de restauratiecategorieën conserveren, repareren, (vernieuwen) kopiëren, (vernieuwen) imiteren en (vernieuwen) verbeteren.

Aanbrengmethode

Bij historisch onderhoudsschilderwerk zorgt het bedrijf voor het behoud van het authentieke karakter van monumentale gebouwen en objecten. Het aanbrengen van verfproducten bij historisch schilderwerk gebeurt hoofdzakelijk door middel van de kwast om het authentieke streepeffect in het laksysteem te behouden. De URL 4009 zegt dat, om dit doel te bereiken, geen verfrolletjes of spuitappartuur mag worden gebruikt. Bij monumentaal schilderwerk wordt niet afgeplakt. Langs glas wordt het werk besneden met een besleten kwast of Lyonse penseel. Hetzelfde geldt wanneer kleuren naast elkaar moeten worden aangebracht. Strak besnijwerk geeft het authentieke karakter van historisch schilderwerk weer.

Het is dus belangrijk dat bedrijven die regelmatig monumentale ondergronden behandelen, het werk ‘behoudend’ moeten benaderen. Zelfs moeten zij soms adviseren om, uit respect voor het historische schilderwerk, ondergronden en systemen niet te behandelen.

Oorspronkelijke kleurstelling

Gedegen kleurhistorisch onderzoek op deur in stadhuis Utrecht, uitvoering Judith Bohan

Wanneer de oorspronkelijke kleurstelling moet worden teruggebracht, vraagt dit om een gedegen kleurhistorisch onderzoek conform de uitvoeringsrichtlijn URL 2004. Voor het uitvoeren daarvan is in veel gevallen een omgevingsvergunning nodig. Dit is afhankelijk van het belang dat met het project is gemoeid. Als er gekozen wordt voor het reconstrueren van eerder met verf bedekte schilderingen, dan moet een reversibele scheidingslaag worden aangebracht om de oorspronkelijke ornamentale details en decoraties zo min mogelijk te beschadigen en om deze te kunnen behouden.

Kenmerken regulier onderhoudsschilderwerk. Het doel van regulier onderhoud van het buitenschilderwerk is het intact houden van de beschermende functie van de verflaag en de vertraging van de algehele degradatie ervan. Dit werk wordt uitgevoerd aan onroerend goed dat nog geen monumentale status heeft. Dus woningen die na 1970 zijn gebouwd. Afhankelijk van de staat waarin het bouwdeel verkeert, wordt een systeemopbouw gekozen die kan variëren van het plaatselijk bijwerken tot het geheel kaal maken van de ondergrond en het aanbrengen van een nieuw verfsysteem.

Aanbrengmethode: Bij de werkwijze ten aanzien van voorbehandelen en aanbrengen kan worden gekozen uit alle beschikbare gereedschappen, apparatuur, hulpmiddelen en aanbrengmethoden. De productkeuze bestaat veelal uit ‘traditionele’ of ‘moderne’ verfproducten.

Verfsystemen:
Als na enige jaren expositie onderhoud nodig is, dan is de meest voorkomende aanpak een zogenoemde 1,5 beurt. Hiermee wordt de verflaag zowel technisch als esthetisch hersteld. Als een verfsysteem sterk is gedegradeerd, kan worden gekozen voor een 2,5 beurt. Wanneer een verfsysteem dusdanig is verouderd dat er geen onderhoud meer op kan worden gepleegd, resteert gehele verwijdering van het verfsysteem. Vervolgens wordt voor een gehele nieuwe opbouw gekozen, een 3 beurt.

Strategie

Voor bestaande schilders- en onderhoudsbedrijven is het aan te raden om in hun strategie onderscheid te maken in regulier onderhoudsschilderwerk aan onroerend goed dat geen monumentale status heeft (zie kader ‘Kenmerken regulier onderhoudsschilderwerk’) en in onderhoudsschilderwerk ten behoeve van monumentale instandhouding. Deze laatste tak vereist een ambachtelijke en specialistische benadering met gedegen vakkennis van het voorbereidend en uitvoerend personeel. In toenemende mate vragen potentiële opdrachtgevers, met name in de sector ‘monumentale instandhouding van gebouwen’, om ketensamenwerking van gecertificeerde bedrijven die kennis van zaken hebben in kwaliteitsborging. Zeker wanneer de komende veranderingen in de wet- en regelgeving een feit zijn, zoals de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen.

Een voorbeeld van regulier onderhoudsschilderwerk

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.


Onderhoudssubsidie-loket rijksmonumenten opent weer

Bijeenkomst over het archief als levensader voor restauraties

HJL Groep uit Havelte is nu ERM-gecertificeerd

Restauratiewerkplaats Oldambt van start dankzij subsidie

Happy Christmas-brug krijgt opknapbeurt


Naar archief >