De jaren tachtig en negentig waarin ik opgroeide, werd de tijd van de draagbare muziekspeler: de walkman, de cassetterecorder en ook de mindere draagbare stereotoren, ze werden allemaal betaalbaar voor het grote publiek. Wat mij vooral is bijgebleven van die tijd, is de opmerking van de moeder van een vriend van mij. Ze zei: er komt een tijd dat we niet meer zonder muziek kunnen, terwijl stilte zo belangrijk is. Ik kon mij toen niet voorstellen dat dat echt zou gebeuren.
Inmiddels zijn we meer dan zover. En niet alleen op het gebied van muziek. Vooral informatie is sinds de komst van internet en mobiele apparaten door het dak gegaan. We worden overladen met informatie. In de middeleeuwen hadden we naar schatting 25.000 prikkels per dag te verwerken tegen 120.000 nu. Het vermijden van prikkels wordt dus geld waard: mensen zijn bereid veel geld te betalen voor stilteretraites. Kantoren hebben stilteruimtes, treinen hebben stiltecoupés.
Kortom, stilte is inderdaad, binnen vier decennia, een schaars goed geworden. En met stilte bedoelen we dan ook stilte op het gebied van communicatie. Geen telefoon, misschien een laptop, maar geen e-mail, geen social media, geen internet.
Dit wordt de ‘information overload’ genoemd. We krijgen zoveel informatie tot ons dat we het eigenlijk niet meer weten en door de bomen het bos niet meer zien. Vooral het onthouden en het duiden van informatie lijkt een steeds groter probleem te worden.
De oplossing ligt voor de hand: minder schermtijd, meer slaap en minder informatie op een passief-actieve manier tot ons nemen. Met dat laatste bedoel ik het volgende: van papier lezen is veel en veel minder vermoeiend dan van een scherm lezen. Iedereen die wel eens een hersenschudding heeft gehad, weet dat. Maar je moet wel eerst een hersenschudding oplopen, voor je het doorhebt. Of je leest gewoon lekker deze Schildersvakkrant! In de zon, telefoon uit, kopje koffie erbij. Klinkt goed, toch? En wees gerust: dat is het dus ook.