Als ik bij mij thuis kijk, waar recent de keuken verbouwd is, kan ik bovenstaande alleen maar beamen. En volgens mij is er niet alleen bel-angst, maar wordt het ook steeds ingewikkelder om live te praten. Koffiepauze en schaft worden besteed aan de mobiel. Een gesprek lijkt steeds moeilijker.
Daarnaast heb ik zelf steeds vaker een probleem met appen of mailen. Ik merk dat het goed kan werken als het antwoord simpelweg ‘ja’ of ‘nee’ is. ‘Kun jij morgen om 10:00 uur?’. Problematischer wordt het vaak al als we proberen een afspraak te maken. Meestal gaat dat als volgt:
– Zullen we afspreken?
> Ja, is goed, wanneer?
– Ik kan niet op woensdag, maar de rest van de week heb ik ruimte.
> Oké, dinsdag 12:00?
– Nee, dan kan ik ook niet. 14:00?
> Nee, dat lukt mij niet.
Enzovoorts, enzovoorts. En dan moet de plek waar afgesproken wordt nog komen… E-mail is precies hetzelfde. Om onderling zaken af te spreken zijn e-mail, WhatsApp of andere tools prima, míts het met gesloten vragen gebeurt. Vragen die je met een simpel ‘ja’ of ‘nee’ kunt beantwoorden dus. Open vragen leiden tot wedervragen, nog meer vragen, kortom, open vragen leiden tot gedoe. En gedoe is het laatste wat je wil. Onderling als collega’s niet, en met klanten al helemaal niet.
Nu kan ik uit eigen ervaring vertellen dat het met de schilder nog niet zo slecht gesteld is. Afgelopen tijd is onze keuken verbouwd. Het was een verademing toen de schilders langskwamen. Waar een deel, zeker het jongere deel, niet zit te wachten op koffie, thee of een praatje, was het met de schilder prima communiceren.
Wat veel mensen steeds meer lijken te vergeten is dat een praatje ook een vorm van smeerolie is. Recent onderzoek toont dit ook aan. ‘Bedrijven verliezen miljoenen aan bel-angst’, was de angstaanjagende kop. Het zal wel. Ik vind een praatje of een telefoontje vaak ook gewoon leuker. En nu blijkt het ook nog efficiënter! Een beller is sneller was al eens de titel van een column. Dus ik wil graag afsluiten met de nieuwe spreuk: ‘Is het geen nee of ja, ga het dan telefonisch na’.
(Beeld: Shutterstock)