Kun je nagaan hoeveel mensen stiekem nog dromen van iets anders, maar zo vastzitten in hun huidige werk en privéleven dat ze een switch niet aandurven. Dat zoveel mensen deze stap zetten werkt positief door in het aanzien van vakmanschap.
Zelf heb ik twintig jaar geleden echt gemerkt dat men neerbuigend deed als ik zei dat ik schilder was. “Maar jij kunt toch veel meer?” Zelfs mijn eigen oma reageerde zo toen ik vol trots vertelde dat ik een eigen schildersbedrijf ging beginnen. Dat was pijnlijk en is ook nooit meer helemaal goed gekomen.
Nu ligt dat duidelijk anders. Men ziet in dat een vak leren waarde toevoegt. Zeker nu de nood naar vakmensen zo hoog is. Dit alles helpt de waardering voor het vak omhoog. Als vakman zelf merk ik het zeker. Er wordt met meer interesse gevraagd naar je activiteiten als bedrijf. Naar de techniek achter schilderwerk en men is soms zelfs onder de indruk van wat er allemaal bij komt kijken zoals glaszetten, spuitwerk, houtrot en klein timmerwerk. Dat is een tastbare dosis kennis en ervaring.
Ook heb ik het idee dat de kwaliteit omhoog is gegaan. Met nieuwe, betere producten en technieken. Denk aan afplakken en spuitwerk. Dit help zonder meer om de waardering verder omhoog te krijgen. De particuliere opdrachtgever ziet zo heel duidelijk dat het geleverde resultaat nooit door hem zelf behaald zou kunnen worden. Schilderen is een echt vak en dat doe je niet zomaar na. En als de opdrachtgever vijf minuten na het versturen de factuur meteen betaalt, is dat een duidelijk teken van waardering.
Aanvulling fotobijschrift: de auteur van deze column in Slot Zeist, vier jaar geleden, bij de uitreiking van de Nationale SchildersVakprijzen; bij uitstek het evenement waar vakmanschap beloond wordt.