Demissionair minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat maakte bekend de huidige vrijstellingsregeling C-rijbewijs voor het besturen van een elektrische bestelauto na 1 juli 2024 niet langer te gedogen. Hij komt tot dit besluit met het oog op verkeersveiligheid. De minister stelt dat er in totaal maximaal zo’n 1.000 van deze zware elektrische auto’s geregistreerd zijn.
Onnodige hindernis
Brancheorganisaties, waaronder Transport & Logistiek Nederland (TLN), Koninklijke Bouwend Nederland, Koninklijke RAI Vereniging, Techniek Nederland, VNO-NCS en MKB-Nederland, vinden het beëindigen van de gedoogregeling onacceptabel. “Dit heeft grote gevolgen voor de sector. Veel bestuurders van elektrische bestelauto’s beschikken namelijk niet over een grootrijbewijs. Dit is een onnodige hindernis op weg naar duurzame logistiek en leefbare binnensteden.”
Volgens de brancheorganisaties is nog zeker een jaar nodig om te komen tot regelende wetgeving. Door de gedoogregeling met ingang van 1 juli 2024 in te trekken dreigen ondernemers met duurzaamheidsambities onnodig op kosten te worden gejaagd en zullen ze moeten kiezen voor de bestelauto met dieselmotor, aldus de brancheorganisaties.
Nieuwe wetgeving voor elektrische bedrijfswagens
De coalitie pleit voor een soepele verlenging van de gedoogregeling tot het moment dat er nieuwe wetgeving is. Verlenging van de regeling tot tenminste 1 januari 2025 is nodig om wetgeving te actualiseren, zodat elektrische voertuigen ook na die datum verder kunnen, stellen de brancheorganisaties.
Huidige gedoogregeling
Met de huidige gedoogregeling mogen bestuurders met een B-rijbewijs een elektrische bestelauto besturen tot maximaal 4.250 kg. Hiermee krijgt deze groep een vrijstelling voor het C-(vrachtwagen)rijbewijs, dat normaal gesproken boven de 3.500 kg verplicht is. De hogere gewichtsgrens is nodig om het extra gewicht van de batterijen te compenseren en er zo geen verlies van laadvermogen is. Een optie is om het toelaatbare maximum gewicht van de voertuigen te verlagen naar 3.500 kg. In de praktijk betekent dat bijna een halvering van het laadvermogen en daarmee verlies van efficiëntie.