Ga naar hoofdinhoud

Handgeschilderde letters tegen de eenheidsworst


Lelijke lichtbakken, plakletters; de uitstraling van Nederlandse winkelstraten is Martijn Krabman een doorn in het oog. Zijn antwoorden: ambachtelijke letters en vergulden achter glas. Pareltjes maken, zoals in vervlogen tijden.

Aan het werk in een koffiezaak in de Utrechtse binnenstad.

Martijn Krabman snoert Ozzy Osbourne de mond en loopt van Voorstraat 46 naar het naastgelegen pand in hartje Utrecht. De ambachtsman die altijd muziek aan heeft tijdens zijn werk – in dit geval van “The Prince of Darkness” – neemt de verslaggever mee voor een bak koffie. Hij is hier, in The Village Coffee, duidelijk een vriend van de show. Tegen de man met kek mutsje achter de bar: ‘Dit is René, hij gaat een stuk over mij schrijven.’ De barista van dienst is meteen uitzinnig. ‘Lekker maat!’ En tegen de reporter over Krabman: ‘Hij maakt vette shit.’

Laatste letterschilder

Een tv-uitzending over de (dreigende) teloorgang van de bruine kroeg in Amsterdam prikkelde de belangstelling voor Martijn Krabman (37). Hij werd in de bewuste reportage van WNL opgevoerd als ‘een van de laatste letterschilders in Nederland’. Van die ouderwetse, handgeschilderde krulletters op ruiten van winkels en horecagelegenheden. Die tot Krabmans spijt bijna niet meer te zien zijn.

‘Die signlui hebben helemaal geen verstand van letters’, zegt hij boven een mok dampende zwarte koffie, doelend op de branche der plakletters. ‘Zij hebben een bepaald aantal fonts in hun computer staan en een acrylletter die ze kunnen uitsnijden. Ik denk dat ik zo’n tien lettertypes uit mijn hoofd ken en kan schetsen. Wat dat toevoegt boven een kant-en-klare signletter? Smaken verschillen natuurlijk. Een handgeschilderde letter past ook niet overal bij, vind ik, maar het geeft wel een persoonlijke touch. Juist die spatie die niet helemaal lekker is, een letter die een karaktertje geworden is, dat geeft uitstraling. Daarom past het ook zo goed bij de bruine kroeg. Het is een gezellig lettertje, je ziet dat het handwerk is, het ambacht mag naar voren komen.’

Martijn Krabman kan sinds vier jaar leven van Krabman Signs (foto’s: Herbert Wiggerman).

Witgoud

Gemene deler van ondernemers die voor de handgeschilderde letter gaan: zij zitten vaak al jaren op dezelfde plek en zijn ook nog niet van plan om weg te gaan. Dat geldt niet in de laatste plaats voor The Village Coffee in Utrecht, sedert 2011, bestaande uit twee panden: Voorstraat 44 en 46. Het werk van Krabman aan het eerste adres is klaar en glinstert achter de ruiten. Het is uitgevoerd met witgoud, 13,6 karaats. ‘Dat is half zilver, half goud. Puur zilver is heel dik en onbewerkelijk, terwijl de eigenaren van de koffiezaak goud niet vinden passen bij de antracietkleur van de gevel. Witgoud is zilver met een gouden gloed, die mooi uitslaat. Ik noem het altijd een champagnekleurtje.’

Sinds vier jaar leeft Krabman – met name geïnspireerd door Engelsman David Smith, ‘de god van bladgoud achter glas’ – van zijn vak. Twaalf jaar geleden maakt hij via stages voor de opleiding mediavormgeving kennis met pinstriping, het aanbrengen van zeer dunne verflijnen op voornamelijk auto’s en motoren. ‘Ik liep stage bij een jongen in Arnhem, hij spoot Harleys en andere motoren. Vond ik helemaal te gek. Ik ging met hem mee naar shows van Amerikaanse auto’s en naar motorclubs. Dat soort gekkigheid. Steeds vaker werd ik gevraagd om ook letters te schilderen. Ik was altijd al met letters bezig, heb veel aan graffiti gedaan. In de nachtelijke uurtjes op pad, na het stappen. Jongens die nu graffiti spuiten zijn topfit en nuchter, zij hebben er een sport van gemaakt, compleet met freerunnen enzo.’

Resultaat van zijn werk aan de Voorstraat in Utrecht. ‘De letters worden mooier naarmate ze ouder worden.’

‘Niemand doet het’

Bovendien steekt die undergroundstroming, ontsproten uit de hiphopcultuur, steeds meer de kop boven de grond. Muralisten maken naam en menig stad laat grauwe flats legaal opsieren door een kunstzinnige muurschildering. Krabman heeft zich juist altijd aangetrokken gevoeld tot het kleinere werk. ‘Wat ik zo gaaf vind aan die letters is dat niemand het doet. Als ik door Amsterdam fiets, kom ik soms wel langs twintig pandjes waar ik gewerkt heb. Aan de andere kant zijn er ook weer twintig dingen verdwenen die je hebt gedaan. Het gaat heel snel. Neem de Haarlemmerdijk: geen dag is hetzelfde in die straat, bijna niemand heeft de ambitie langer dan vijf jaar op één plek te blijven.’

In tegenstelling tot de koffiezaak in Utrecht. ‘Zij zijn gevestigd en willen dat met die letters juist laten zien.’ Het werk van de geboren Leeuwarder die opgroeide in Harderwijk is een aaneenschakeling van fijnzinnige handelingen. Denk aan het ontwerpen van letters, deze met kalk aanbrengen op de ruiten en vervolgens met zwarte inktlijnen de buitenkant van de letters zetten. Dan de binnenkanten inschilderen met vernis en licht opschuren met fijne staalwol, vergulden, drogen, zo nodig nog eens vergulden, penselen, bijwerken en tot slot een laag beschermvernis eroverheen.

Tand des tijds

‘De letters worden mooier naarmate ze ouder worden’, vindt Krabman. ‘Ze gaan verkleuren, een beetje oxideren; dat laat mooi de tijd zien. Een sticker krult om en verbleekt, wordt er niet mooier op. In een handgeschilderde letter ga je plekjes zien, door glazenwassen, door de tand des tijds. Het gaat leven, net als een mens.’

Ook in Utrecht heeft Martijn Krabman tijdens zijn werk een eersterangs uitzicht op straat.

De meeste puien en gevels in Nederlandse winkelstraten zijn hem een gruwel. ‘Het straatbeeld is verkracht door lelijke lichtbakken. In Engeland hebben ze veel meer respect voor handgeschilderde reclame-uitingen. Als je in Nederland alle lelijkheid zou weghalen, kom je echt wel mooie dingen tegen. Oude gevels en reclames, daar puilden de straten vroeger mee uit. In de Kinkerstraat in Amsterdam bijvoorbeeld, daar zijn ze een winkel aan het renoveren en die lelijke pvc-gevelbetimmering is weggesloopt. Daar zit dan een pareltje van honderd jaar geleden aan oude belettering achter. Maar dat wordt vast weer vertimmerd achter de pui van de volgende dertien-in-een-dozijnzaak. Het is allemaal eenheidsworst.’

Achenebbisj

Modern, strak, schoon; het hoeft allemaal niet zo nodig van Krabman. ‘Ik denk dat de meeste Nederlanders dat modernisme juist wel willen. Doe mij maar een oud zaakje dat een beetje achenebbisj is.’ Het betekent werk voor de creatieve Amsterdammer, die zich ook laat inschakelen door vastgoedonderhoudsbedrijven, vve’s, gemeenten, musea, autorestaurateurs en bezitters van luxe jachten. Mooie bijvangst in stadscentra: een gratis – lees: betaald – eersterangs uitzicht op het reilen en zeilen op straat. In Voorstraat 46 moet hij geregeld passanten teleurstellen annex doorverwijzen: nee, hier geen koffie, maar hiernaast is misschien nog wel plek.

Ondertussen krijgen de letters en cijfers steeds meer vorm, met extra cachet door de ribbeling in het glas. ‘Dat geeft het goud extra dynamiek.’ En eeuwigheidswaarde? ‘Het geheel straalt in elk geval uit: wij zijn hier om te blijven. Daarom probeer ik er een showpiece van te maken.’

‘Als ik door Amsterdam fiets, kom ik soms wel langs twintig pandjes waar ik gewerkt heb.’

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.


Vergulde ‘koninklijke’ windvaan te zien in zomerexpositie

Zomercursussen in schildertechnieken bij Linova

Linova biedt eendaagse cursus ‘Glas vergulden’

Eendaagse cursus van Britse meestervergulder

Wapenschild Boxtel hersteld door studente