De kop boven het artikel loog er niet om: ‘In je eentje heb je geen gezeik.’ Lezers maakten in SchildersVakkrant 12 van 2020 kennis met een eigenheimer uit het Noorden: David Los. Hij zwoer altijd in zijn eentje te blijven werken. Maar zie nu: de eerste werknemer is een feit en de tweede komt eraan. ‘Maar ik ben nog steeds autonoom, hoor’, lacht Los haast verontschuldigend, doelend op een andere passage in de tekst van toen. ‘Alleen wordt de invulling steeds anders.’
Veenbaas
Het is hem vergeven. Troffen we de eigenaar van Vastenzekerlos vier jaar geleden in het voormalige, statige postkantoor van Veendam, nu zit hij aan de koffie in het aanpalende pand: restaurant, kunstuitleen en feestlocatie ineen. Woonhuis van de voormalige veenbaas Van Heijningen Bosch, gebouwd in 1888. Een rijksmonument. Naast hem zit Len Folgerts (21). Niet langer alleen de vriend van zoon Coen, maar sinds kort ook in loondienst bij diens vader, David Los. ‘Len is werkwillend, leergierig’, recenseert de 53-jarige ondernemer. ‘Ik heb het vermoeden dat hij zijn weg wel gaat vinden, of al bijna heeft gevonden. Ik ga proberen een echte schilder van hem te maken.’
Bij de vrijstaande villa aan het Beneden Oosterdiep, een gedempte waterweg, vormen de twee een goede tandem. Er moest nogal wat gebeuren, want er is decennialang amper onderhoud gepleegd. ‘Ik denk dat het pand aan de binnenkant misschien maar drie of vier keer echt goed geschilderd is’, speculeert Los. ‘Dat is tegelijkertijd ons geluk geweest, want de originele situatie is goed bewaard gebleven. Voor hetzelfde geld was er een idioot met een blokwitter langsgekomen die alles wit, roze of groen had gemaakt. Dan zie ik het liever zo.’
![monumentaal pand](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2024/03/David-Los-kiest-toch-voor-personeel-monument-1024x683.jpg)
Kleurentrap
Hij maakte een kleurentrapje in een van de kozijnen. ‘Ik heb mezelf op cursus gestuurd’, lacht Los. ‘Historisch kleuronderzoek, ik kan het al mijn collega’s aanbevelen. Je leert er de basisvaardigheden, maar de interpretatie blijft altijd lastig. Maar je hebt houvast voor jezelf, dat vind ik prettig. Daardoor ga je geen héle rare dingen doen.’
Het was sowieso een ontdekkingstocht. Los loopt naar het halletje bij de wc’s. ‘Daar zag ik verf los zitten. Ben ik een beetje gaan peuteren.’ De schilder stuitte op een “rare kleur”, peuterde verder en vond een oude wandschildering. Aan een ander de blootgelegde sjablonen desgewenst te restaureren. Zoals Los zijn vingers ook niet brandt aan de decoraties in de serre op beschilderd linnen. Wijselijk: ‘Van dat soort dingen blijf ik af. Mijn opa deed zulk werk vroeger wel, maar ik moet dat niet doen. De boel opfrissen hier, toonbaar maken; dat was onze opdracht.’
Aan hedendaags behang mochten Los en Len zich daarom wel wagen. ‘Aangebracht in de pronkkamer, om die een wat exclusievere uitstraling te geven.’ Verder veel herstelwerk binnen, door lekkage, slijtage en andere beschadigingen. ‘Aardig gelukt, vind ik zelf, en ook de eigenaar – makelaar Jack Alders, een oud-klasgenoot van me – is dik tevreden. Dus we trekken dit nog een rondje door naar de rest van het pand.’
Vies werk
Schilderwerk binnen – groene, gele en witte pasteltinten, gouden biezen – voerden de twee uit met Relius, buiten met Boonstoppel. ‘Alles was dicht geverfd, het ademde niet meer. Dat hebben we allemaal verwijderd.’ Len: ‘Ik ben aan de onderkant een week of twee met de föhn en de krabber in de weer geweest. Schuren natuurlijk ook. Hard werken was dat, vies werk ook, maar op een gegeven moment mag je de kwast pakken. Aan het eind van de klus denk je dan: dat hebben we toch maar mooi gedaan.’
Accountmanagement en “iets in de automotive”. Len snuffelde eraan, maar het bleek niets voor hem. ‘Ik heb ook nog even in de fabriek gewerkt.’ Bij Leerbouwen, praktijkopleider in de bouw, leerde hij schilderen. Tien weken praktijk, een half jaar stage. ‘Toen heb ik voor David gekozen en dat liep hartstikke mooi. ‘Laten we nog maar een jaartje doen’, zei hij. David voelt voor mij meer als collega dan als baas. Hij is een topper, een chille baas.’ Los: ‘Wat nog wel wennen was voor hem, was in de zomer hele dagen werken. Dertig graden, zon, stof happen, om zes uur de wekker, terwijl zijn leeftijdgenoten aan het water lagen. Hele dagen filmpjes kijken over jongemannen die met crypto heel veel geld verdienen. Maar nu gaat Len als een trein en hij krijgt een goed loon.’
![Len met de kwast](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2024/03/David-Los-kiest-toch-voor-personeel-extra-handen-1024x692.jpg)
Schattige dorpjes
Ofwel: Len is los bij Los. Met de pa van zijn kameraad trekt hij ook geregeld naar Feerwerd, gehucht in Noord-Groningen. Gevalletje de één zijn dood is de ander zijn brood. Hoe cynisch ook. ‘Nadat de dorpsschilder daar was overleden, heb ik zijn werk overgenomen. Die sneeuwbal rolt nog steeds, ik krijg steeds meer mooi werk.’ Feerwerd kan wat hem betreft zó op een ansichtkaart. ‘Leuke boerderijtjes, schattige dorpjes, vriendelijke mensen’, glundert Los. ‘Op elke hoek van de straat staat een mandje appels of stoofperen. Leuke monumenten zitten ertussen, met karakteristieke aangezichten. Er woont van alles, van hoogleraren tot kunstenaars. Vaak krijgen zij subsidie voor onderhoud aan hun huizen, dat maakt het makkelijker.’
De zaken gaan zo goed, dat David Los kieskeurig kan zijn. Zo moest hij Jack Alders teleurstellen toen deze vijftig woningen had gekocht in Beijum en die geschilderd wilde hebben. ‘Hij weet dat het bij mij in goede handen is, maar ik kan pas in 2025. En Jack wil altijd snel. Daar hebben we een goede derde partij voor gevonden. Bovendien passen zulke woningen mij niet meer, ik wil alleen nog maar erfgoed doen.’ Voor het mooiere werk is personeel nodig, voegt hij toe, en daarom meert binnenkort Eilert van der Lei aan. Een nieuwe, frisse kracht. ‘Meer mensen is meer meters.’ Zijn lippen krullen in standje tevreden: ‘Ik zie de toekomst rooskleurig in.’