Ga naar hoofdinhoud

Biobased verf in lesmodule


Leerlingen van Schildersvakopleidingen krijgen vanaf volgend jaar scholing in biobased verf. Dat is het vergevorderde plan van een keur aan initiatiefnemers, onder wie Mark Hulsen van OnderhoudNL en Peter Voshart van verfgroothandel Linova. Praktijkinstructeur Martin Rondeel kijkt terug op een geslaagde pilot bij Schildersvakopleiding Zutphen.

Een groene revolutie van onderaf, daar pleiten (van links naar rechts) Peter Voshart, Mark Hulsen en Martin Rondeel voor. (Foto's: René Vorderman)

Klinkt als een idee van Ernst de Nobel van duurzaamheidsplatform SchildersVanNu?

Hulsen: ‘Hij is inderdaad een van de aanstichters geweest. Wat is laaghangend fruit? Dat vroegen wij ons af. Het antwoord: jonge schilders, leerlingen dus, al kennis laten maken met biobased verf. Zodat ze er geen koudwatervrees meer voor hebben.’

biobased verf in lesmodule
Leerlingen van de Schildersvakopleiding Zutphen maken kennis met biobased verf.

Waarom is dat belangrijk?

Hulsen: ‘Om verduurzaming van de sector van onderaf te voeden. Van bovenaf pushen wij wel. Volledig CO2-neutraal zullen we nooit worden, maar wij willen wel een moderne, milieuvriendelijkere sector zijn. Bovendien zijn bepaalde chemische stoffen die in veel verven zitten, tussen nu en tien jaar verboden. Dat zijn Europese regels.’
Voshart: ‘Klanten vragen er ook om hè, vergeet dat niet. Die geven meer en meer aan in een gezonde ruimte te willen wonen of werken. Daarmee doelen ze onder andere op plantaardige verven.’

Verffabrikanten die schermen met ‘biobased’ krijgen vaak kritiek: hun producten zijn misschien ‘schoner’ samengesteld, ze gaan minder lang mee.

Hulsen: ‘Het lastige van Nederland is dat we van duurzaamheid een containerbegrip hebben gemaakt. Engelsen maken onderscheid tussen sustainability en durability. Dat laatste gaat over levensduurverlenging van je object. Zelf kom ik uit de vliegtuigindustrie. Daar heb ik alleen maar gewerkt met chromaten. Perfect spul. Niet voor mijn gezondheid, niet voor mijn omgeving, maar voor het object wel. Kortom: er is een wereld van verschil tussen levensduur en duurzaamheid. Aan beide dragen wij als bedrijfstak graag ons steentje bij.’
Voshart: ‘En biobased verf kan, qua bescherming van ondergronden als metaal en hout, prima wedijveren met reguliere producten.’

Wat is de rol van Linova in dit verhaal?

Voshart: ‘Wij zijn altijd een van de plekken geweest waar het groeide en bloeide. Wij verkopen veel ‘groenere’ producten. Lino staat voor lijnolie, nova voor nieuw. Midden jaren tachtig was ik al bezig met de productie van lijnolieverf. Door al die jaren ervaring, heb ik een helikopterview ontwikkeld; dit product is goed, dat minder goed.’

Hoe reageerden de jonge schilders op de pilot in Zutphen?

Rondeel: ‘Het leuke is dat leerlingen er blanco ingaan. Ze zijn op voorhand niet gevoelig voor duurzaamheid maar ook niet cynisch. Het belangrijkste: hoe strijkt en vloeit de verf? Hoewel lijnolieverf minder snel droogt, merkten ze wel dat die verf even mooi of misschien nog wel mooier verwerkt dan reguliere lakken. Ook de dekkracht is goed.’
Hulsen: ‘Ik heb heel vroeger het Cibap gedaan in Zwolle. Daar schilderden wij met een vast merk, dat is als het ware mijn mantra geworden, waardoor ik in de verfspeciaalzaak nog altijd als eerste naar dat specifieke merk kijk. Zo kan het dus nu ook werken: als wij leerlingen al laten kennismaken met andere verven, nemen ze dat mee in hun eigen wereld. Misschien wel hun eigen bedrijf straks.’

schilderen met biobased verf
Het belangrijkste voor de leerlingen: hoe strijkt en vloeit de verf?

Hoe reageren de instructeurs?

Voshart: ‘De meesten hartstikke goed. Er was een man die alles in cijfers uitgedrukt wilde zien. Glossunits enzo, bij een bepaald soort verf. Omdat hij niet wist waar hij zich mee bezig ging houden. Maar op het eind was hij super enthousiast.’
Rondeel: ‘Laatst was ik op een docentendag, waarbij de vraag kwam wat er toegevoegd kan worden aan het onderwijsaanbod. Bijna iedereen riep duurzaamheid, biobased. Dus dit thema leeft breed onder docenten.’

Wel belangrijk dat de leermeesters bij de bedrijven niet achterblijven.

Hulsen: ‘Dat is een mooi onderwerp voor de leermeesteravonden die de Schildersvakopleidingen geregeld in hun regio organiseren.’
Rondeel: ‘Want je weet hoe een schilder denkt. Als iets werkt, gaat-ie dat niet veranderen. Dat kost tijd en geld. Dus je moet inderdaad ook die schilder op de steiger, die leerlingen in de praktijk begeleidt, mee zien te krijgen.’

Hoe nu verder?

Hulsen: ‘Instructeurs van Schildersvakopleidingen verder opleiden voor deze module in ons train de trainer-programma. Dan kunnen zij er vanaf januari volgend jaar zelf mee aan de bak. Leerlingen die de module met goed gevolg afronden, krijgen daarvoor een extra branchecertificaat bij hun diploma.’

Wat is jullie visioen?

Hulsen: ‘Dat biobased verf niet meer gezien wordt als geitenwollensokken of alternatief, want dat is toch nog steeds een beetje zo.’
Voshart: ‘Deze lesmodule is een impuls voor de hele sector, ook fabrikanten zien: ze zijn ermee bezig, dus we zullen iets moeten. Er zal zeker iets veranderen, al zal dat geleidelijk gaan.’
Rondeel: ‘Nou… Weet je nog toen we in 2000 binnen niet meer oplosmiddelhoudend mochten schilderen en over moesten op watergedragen? Toen het moest, ging iedereen mee en kwam er geld voor. Dus het kan snel gaan.’

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.


Bijna 86.000 ton vlakglas ingezameld in 2024

Vakopleiding Cibap wil in 2028 verhuizen

Nieuwe Van Wijhe-conceptverf: BIOmotion70

Duurzaam onderhoud: corporaties aan zet

Plek van schilders bij mbo-wedstrijd Skills op de tocht


Naar archief >