Dit vanwege zogenoemde antidumpingheffingen die de Europese Unie heeft opgelegd aan titaniumdioxide-importen uit China en mogelijke Amerikaanse maatregelen tegen epoxy.
Geen gratis lunch
‘Als onze bron van levering duurder wordt, dan hebben we twee mogelijkheden en je moet beide nastreven’, zegt Poux-Guillaume. ‘De eerste is een nieuwe bron van levering. De tweede is dat je die kostenstijging doorberekent in je prijzen. Er zijn manieren om dit te verzachten, maar er is geen gratis lunch.’
De Europese Commissie kondigde onlangs tarieven aan op de import van titaniumdioxide uit China. Daarbij worden naar verluidt antidumpingheffingen van maximaal 39,7 procent opgelegd. En in mei meldde de Amerikaanse International Trade Commission dat er ‘een redelijke indicatie is’ dat de binnenlandse industrie materiële schade ondervindt of bedreigd wordt door de import van epoxyharsen uit China, India, Zuid-Korea, Taiwan en Thailand.
Poux-Guillaume: ‘Als de grondstofprijzen in Europa stijgen, zal dat op een gegeven moment worden gevoeld in de consumentenprijzen.’ AkzoNobel gebruikt titaniumdioxide, waarvan China een cruciale producent is, als ingrediënt in zijn verven en coatings.
Kwartaalcijfers
De Nederlandse verfmultinational noteerde in het tweede kwartaal van dit jaar een omzetstijging van twee procent. Het bedrijfsresultaat bedroeg 270 miljoen euro, tegenover 279 miljoen vorig jaar. Dit schrijft het bedrijf toe aan inflatie en hogere kosten, met name lonen. Toch zou dit zijn gecompenseerd door lagere grondstofkosten en een hogere afzet.
In het segment Decoratieve Verven rapporteerde AkzoNobel in de kwartaalcijfers een omzetdaling van één procent: van 1,147 miljard euro vorig jaar naar 1,139 miljard euro nu. De omzet van dit bedrijfsonderdeel bedroeg dit eerste half jaar, vrijwel gelijk aan dezelfde periode vorig jaar, 2,19 miljard euro.
Het bedrijfsresultaat steeg van 461 miljoen euro naar 531 miljoen euro. Dit komt onder meer door hogere volumes, die de stijging van de operationele kosten ruimschoots compenseerden.