Eigenlijk best wel gek. Terwijl verffabrikanten worstelen met de vraag hoe te voldoen aan de zelfopgelegde ambitie om in 2030 minimaal 50 procent biobased verven te hebben, professionele schilders zich proberen te onderscheiden met natuurverven en woningcorporaties zoeken naar een meer milieubewuste onderhoudsaanpak, blijken er geen (Europese) normeringen op dit terrein te zijn voor bouwverven.
Nieuwe definitie
Milieu-effect
De praktijk is dat er op dit moment (nog) geen Europese normeringen zijn voor bouwverven; diverse landen hanteren andere eisen en criteria. Laat staan dat het vermelden van ‘biobased’ of ‘natuurverf’ is geformaliseerd. Er zou feitelijk een gehalte-C14 aan een product moeten worden gehangen – en mogelijk een Ecolabel (geen gevaarlijke stoffen) – om een uniforme stap in die richting te kunnen zetten. Zo zouden er eisen gesteld moeten worden aan de biologische afbreekbaarheid aan het einde van de levenscyclus van een product, om zo een inzicht te geven in het uiteindelijke milieueffect van een verf. En een LCA berekening kan tevens inzicht geven in de CO2-footprint van een verf of coating.
Duurzaamheid
En die levenscyclus moet ook nog dusdanig lang zijn dat een verf een onderhoudscyclus van minimaal 6 jaar gemakkelijk kan halen. Anders heb je wel een mooi ecologisch product, maar is het met de duurzaamheid maar pover gesteld en span je in feite het paard achter de wagen. Eigenlijk zou je moeten uitgaan van de minimale prestatie-eisen die worden gesteld in BRL0814/0817. Een beetje fabrikant zou dat niveau moeten willen halen met al zijn nieuwe producten die hij op de markt brengt, al dan niet biobased of voorzien van het label natuurverf. Dit vereist uniforme en erkende testprotocollen. Dat er veel mogelijk is als alle neuzen dezelfde kant opstaan, bewijst de KOMO-keur die inmiddels is ingeburgerd in de timmerindustrie.
Triple A
Geert Duijghuisen, algemeen directeur van Baril Coatings, pleit in hetzelfde nummer van Eisma’s Schildersblad zelfs voor een classificatiesysteem waarbij minimale normeringen en eisen op het gebied van biobased-gehalte, arbo en prestaties worden gebundeld. Dat zou uiteindelijk kunnen leiden tot een triple A verf; de top op het gebied van milieu, arbo en prestatie. We hebben nog een lange weg te gaan, maar ik kan me niet voorstellen dat er dan fabrikanten zijn die genoegen nemen met een lagere score.
Biobased is wel een beetje overgewaardeerd aan het worden. Als je allerlei gore chemie (en die is er) moet gaan gebruiken om van biobased materiaal nog iets bruikbaars met een beetje performance te maken, dan schiet dat natuurlijk niet op. Ik was laatst op een congres waar van suiker een epoxyhars gemaakt werd. Wow! Wow? Ze hadden er wel matallisch natrium en allylbromide voor nodig. Yech! Dan schiet je als chemische industrie wel even in je eigen voet.
Laten we alsjeblieft biobased niet zalig verklaren maar minimaal even veel aandacht besteden aan de totale carbon footprint, inclusief de bijbehorende energie en afvalstromen.