Ga naar hoofdinhoud

Betonuitvoeringsrichtlijn interessant voor schilders


Gebouwen en objecten waar betonnen constructies deel van uitmaken, staan steeds vaker op de monumentenlijst. ‘Rustig saneren met de nadruk op behoud, doet recht aan het monument’, vindt Bart van der Woerd, voorzitter van de Vereniging van Gecertificeerde Betonreparatiebedrijven (VBR). Het gaat om restauratie in plaats van om reparatie van beton. Daarom werkt de branchevereniging aan een speciale uitvoeringsrichtlijn.

De VBR? Wat heeft die club nu met de schildersbranche te maken?

‘Misschien wel meer dan je vermoedt. Het repareren van betonnen constructies is een specialisme. Al onze leden zijn gecertificeerde bedrijven volgens een bepaald proces, vastgelegd in de Beoordelingsrichtlijn BRL 3201. Onder onze leden valt een fiks aantal onderhoudsbedrijven dat ook ander onderhoudswerk uitvoert, waaronder schilderwerk. Denk aan bedrijven als Rendon en Hemubo. De onderhoudsbedrijven zullen in toenemende mate geconfronteerd worden met beschadigd en aangetast beton.’

Prima toch. Mooie klussen voor jullie leden, dus…

‘De zaak ligt wat genuanceerder. Die BRL is recentelijk aangepast, verfijnd om precies te zijn, met een drietal uitvoeringsrichtlijnen (URL): een URL voor injecteren, een URL voor handmatig restaureren en een URL voor het aanbrengen van spuitbeton. Daar gaat nu een URL voor het restaureren van beton bijkomen die we samen met organisaties zoals de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumenten ontwikkelen. Dit alles om opdrachtgevers, dat zijn meestal eigenaren van gebouwen en objecten, vaak overheden, ervan te verzekeren dat ze met professionele partners te maken hebben.’

Deskundigheid genoeg dus?

‘De eigenaren die zelf onkundig zijn op dat gebied, zoeken wel expertise om de gebreken deskundig te laten repareren. Daarvoor dient de BRL. Afgeleid daarvan heeft zich een beperkt aantal bedrijven gecertificeerd. We willen kwaliteit leveren en aantonen dat dat ook kan. De expertise is er dus, bovendien (steeksproefgewijs) extern gecontroleerd, en dat schept vertrouwen bij de opdrachtgevers.’

We praten natuurlijk over heel grote gebouwen?

‘Zeker niet. Het proces is gecertificeerd: voorbehandeling, ontroesting, productkeuze tot en met afwerking, ongeacht grootte. Het kan gaan om een betonnen viaduct maar ook om elk willekeurig gebouw waarin beton is verwerkt, groot of klein. Denk aan een oude fabriekshal die als industrieel erfgoed op de monumentenlijst is geplaatst of een nieuw klein monument uit de jaren vijftig, bijvoorbeeld een voormalig tankstationnetje. En let op: de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed zet steeds meer van dit soort gebouwen op de monumentenlijst. Het aanbod van monumenten is zich aan het ontwikkelen en de Monumentenzorgafdelingen van gemeenten gaan zich in de toekomst veel vaker met dit soort panden bemoeien. Sowieso staan de eigenaren vaak in rechtstreeks contact met die afdelingen. Vergeet daarbij het belang van het subsidietraject niet.’

Een niet-gecertificeerd onderhoudsbedrijf komt beschadigd beton in een monument tegen. En dan?

‘Ook onderhoudsbedrijven weten dat beton geen onderhoudsvrij materiaal is. Denk aan roestende wapening, afgebrokkeld en gescheurd beton. Zonder dat het schilder- of onderhoudsbedrijf zelf gecertificeerd is, hoop ik dat de bewustwording groeit en dat een onderhoudsbedrijf ziet en weet wat hij aantreft. En… weet wat hij moet doen, en vooral, weet wat hij niet moet doen. We willen dit graag in algemeenheid uitdragen, en door de nieuwe URL Restaureren van beton te ontwikkelen, maken we dat heel specifiek voor onze leden. Restaureren is namelijk iets heel anders dan repareren. Bij restauratie moet je namelijk soms afwijken van de moderne regelgeving.’

Dat weten schilders als geen ander…

‘Gelukkig maar. Beton heeft dan weer heel specifieke eigenschappen. Vaak hoeft bij restauratie lang niet zoveel oud beton weggehaald worden. Oud beton is in de regel zachter, heeft een ander bewapening en heeft daardoor een andere druksterkte. Je haalt bij restauratie al snel teveel oud beton weg. Ook hier geldt: zoveel mogelijk behoud, of, anders gezegd, rustig saneren. De samenstelling van oud beton verschilt met die van modern beton. Zo kun je nieuwe reparatiemortel bijvoorbeeld niet altijd ongestraft aan oud beton koppelen. Daar is materialenkennis voor nodig. Dat geldt voor verfsystemen ook. Dan kun je beter helemaal niets doen en de expertise overlaten aan een gecertificeerd bedrijf.’

Daar heeft een onderhoudsbedrijf iets aan, zeg, aan niets doen…

‘Wel degelijk, het onderhoudsbedrijf heeft een heel duidelijke antennefunctie. Door in samenspraak met de opdrachtgever, ook al is een pand nog geen monument, de juiste keuzes te maken en terughoudend op te treden en deskundigheid in onderaanneming uit te besteden , leg je als onderhoudsbedrijf heel wat eer in. Wees dus altijd alert op waar je mee bezig bent. Ook met deskundig adviseren weet je je als onderhoudsbedrijf te onderscheiden.’

En het schilderen aan schilders overlaten?

‘Zelfs met het sauzen van monumentaal beton of het glad trekken van oude betondetailleringen vragen wij om de nodige terughoudendheid. Overigens, elk onderhoudsbedrijf kan zich voor dit werk certificeren. Daar is ongeveer een jaar mee gemoeid. Repareren en restaureren van beton is een groeiend specialisme. Ook daarmee kun je je als onderhoudsbedrijf onderscheiden. Opdrachtgevers willen in toenemende mate weten met welke uitvoerders ze van doen hebben en dat ze over voldoende kennis en kunde beschikken. Het is niet voor niets dat we deze URL aan het voorbereiden zijn.’

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.


De Bouwpraktijk opent vestiging in Barendrecht

SealteQ neemt twee Limburgse bedrijven over

Onderhoudssubsidie-loket rijksmonumenten opent weer

Puts nieuwe topman van OTTO Work Force

HJL Groep uit Havelte is nu ERM-gecertificeerd


Naar archief >