Weer een nieuw woord geleerd: predictief onderhoud. Het wordt weliswaar hoofdzakelijk gebruikt in relatie tot onderhoud aan machines of systemen, maar in mijn ogen mag je het ook projecteren op onderhoud aan de buitenschil.
Uitstellen
Uit een enquête onder leden van de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) geeft bijna 60 procent aan dat bedrijven onderhoud uitstellen in economisch mindere tijden. Vooral in de onroerend goed sector en de procesindustrie is dit percentage met bijna 70 procent hoog te noemen. Steeds meer bedrijven stappen over van preventief op predictief onderhoud (conditiemonitoring).
Meten
Predictief onderhoud betekent dat onderdelen pas worden vervangen nadat de noodzaak hiervan uit meetresultaten blijkt. Er wordt daarbij geen onderhoud gepleegd op basis van het aantal draaiuren of op basis van een budget. Bij predictief onderhoud gaat het om ‘meten is weten’. Toch staat deze ontwikkeling binnen de industrie voor bedrijfseigen installaties nog in de kinderschoenen. Enerzijds vanwege het feit dat de conditiemeting nog (te) onbekend is, anderzijds omdat er nog geen referenties (historische gegevens) voor handen zijn.
NEN 2767
Opeens realiseerde ik me dat we bij onderhoud van vastgoed nu eens niet achter de muziek aanlopen, maar meeblazen in de kop van de fanfare. Conditiemetingen aan gebouwen volgens NEN 2767, en daaraan gekoppelde onderhoudsscenario’s, kennen we in onze sector al veel langer. Alleen nooit geweten dat dit predictief onderhoud heet.
Predictief onderhoud klinkt in ieder geval wel zeer chique. Het is wel goed dat wij als branche nu eens voorop lopen met conditiemetingen volgens NEN 2767 en ondersteunende systemen als RVGO+.