Wie heeft de regie in het vastgoedonderhoud? Die vraag wordt gesteld in de laatste Verf & Inkt, het blad van de VVVF (verffabrikanten). Schilders- en vastgoedbedrijven eisen die rol in toenemende mate op. Vrezen verffabrikanten voor hun adviesrol?
Logisch
Volgens Ernes is het logisch dat schilders- en onderhoudsbedrijven die rol naar zich toetrekken. Hij constateert dat, als er iets fout gaat met een schilderwerk, dat doorgaans aan de verwerker ligt. “In een heel klein percentage van de probleemgevallen blijkt er iets te zijn met de verf. Dus is het aan het schildersbedrijf om verantwoordelijkheid te nemen.” Maar niet elk bedrijf is geschikt om de rol op zich te nemen, erkent ook Ernes.
Oberliga
Karel staat er principieel achter dat de oberliga van de overheidsbedrijven de regie in handen neemt. Maar als je ergens de regie over wilt voeren, moet je over kennis beschikken. Dat schept een verplichting. Verdere professionalisering van de onderhoudsbedrijven is een must. Dat is in het belang van de hele keten. “We hoeven niet bang te zijn dat onze rol wordt gereduceerd tot leverancier van een potje verf, want we hebben elkaar in de keten hard nodig”, aldus Karel.
Opdrachtgever
Volgens Karel zou de rol van de verffabrikant in principe beperkt kunnen blijven tot de productie van kwalitatief hoogwaardige, duurzame producten en maatwerk adviezen aan de applicateur, maar hij constateert dat zijn buitendienst continu door het land reist om adviezen aan opdrachtgevers te verstrekken. “Kennelijk kan niet iedere opdrachtgever functionele eisen en een beoogd eindresultaat definiëren. Er wordt ons om advies gevraagd en dat geven wij. Zo simpel is het.”
Karel, die in de werkgroep Ketensamenwerking van de VVVF zit, stelt dat het gezamenlijk optrekken van partijen het lange-termijn doel is. Dan moet wel helder zijn wie verantwoordelijk is voor wat en welke eisen aan elkaar gesteld mogen worden. “Niets is zo schadelijk als wanneer de kitfabrikant, de verffabrikant , de timmerfabriek en de schilder naar elkaar gaan wijzen als zich ergens een probleem voordoet.”
Schandpaal
Ga met een collega in gesprek, in plaats van hem publiekelijk aan de schandpaal te nagelen, verwoordt Karel zijn ergernis. “De optelsom van wederzijdse competentie moet leiden tot de best haalbare oplossing.” Volgens hem begrijpt de klant er niets van als je elkaar de tent uitvecht. “Het maakt een slechte indruk en zijn probleem wordt niet opgelost. Dus loop je het risico dat hij bij de volgende gelegenheid zegt: doe mij maar een kunststof kozijn. Dan hebben we allemaal verloren.” Toch iets om eens over na te denken.