Als schilder kom je geregeld bij particulieren thuis, voor het maken van de offerte en natuurlijk als de klus je echt gegund is. Maar hoe gedraag je je richting die particulier? Wat zijn do’s and don’ts? Het sleutelwoord: goede communicatie. Bart Groothuis, organisatieadviseur en auteur van het boek ‘Verkoop jezelf’ legt het uit.
Een schilder, een zzp’er, komt ‘de buitenboel’ schilderen bij de familie Vink, een particuliere opdrachtgever. Dan kan er van alles mis gaan, maar dat hoeft niet. Lees de twee varianten. Herkent u zichzelf?
Zo moet het dus niet:
Eind augustus is er overeenstemming over de offerte en wordt de order gegund. De schilder geeft aan nog negen werkbare dagen nodig te hebben bij zijn huidige klus. Maar vijf weken later, het zijn inmiddels prachtige nazomerdagen, laat hij nog niets van zich horen. De familie Vink mailt, sms’t en belt, maar krijgt geen reactie.
Half oktober belt de schilder opeens. Hij wil donderdag beginnen om kwart voor acht. Alleen, om kwart over acht is de schilder er nog niet. Meneer Vink belt. De schilder reageert laconiek: ‘File, hè.’ Vreemd, denkt meneer Vink. Die file staat er toch iedere dag?
Meneer en mevrouw Vink gaan naar het werk. Als ze aan het eind van de dag thuiskomen zien ze een steiger in de voortuin en zien dat de voorzijde in de grondverf staat. Da’s mooi. Minder mooi vinden ze het ongevraagd grote reclamebord van ruim één vierkante meter dat tegen een boom is aangezet. En nog minder mooi is de schuur die ongevraagd gebruikt wordt als opslagplaats. Mevrouw Vink kan haar fiets niet meer in de schuur kwijt. En ook de kinderen moeten hun fiets die nacht buiten in de tuin laten staan.
De volgende dag is het slecht weer. De schilder laat niets van zich horen.
De tuin van de familie Vink wordt gedurende het werk een rommeltje. Er liggen lange slierten uitgesneden kit en schuurpapierafval. De schilder staat tijdens het schilderen regelmatig te bellen. Meneer Vink vangt een gesprek op waarbij de schilder loopt te klagen over zijn huidige klus. Op een dag dat mevrouw Vink gewoon thuis is, blijkt de schilder plots verdwenen. De ramen, deuren, schuurdeur en tuinhek staan allemaal open.
Als het schilderwerk klaar is, ontdekt meneer Vink een klemmend bovenluik: ‘Tja’, zegt de schilder, ‘We hebben het flink in de verf gezet.’
Zo kan het ook:
Eind augustus is er overeenstemming over de offerte en wordt de order gegund. De schilder geeft aan nog negen werkbare dagen nodig bij zijn huidige klus. Begin september belt de schilder. Hij is ziek en zo te horen heeft hij een flinke griep. Dat betekent dat zijn huidige klus uit gaat lopen. Hij verwacht niet eerder dan half oktober te kunnen starten.
Half september en eind september belt de schilder weer om de voortgang van zijn huidige klus door te geven en te bevestigen dat hij nog steeds verwacht half oktober te kunnen starten. Begin oktober belt de schilder weer. Hij wil aanstaande donderdag starten, om kwart voor acht te willen starten. Stipt om kwart voor acht gaat de deurbel. ‘Geen last van files gehad?’, vraagt meneer Vink. ‘Oh, zeker wel’, antwoordt de schilder, ‘maar die staat er toch iedere dag? Ik ben een kwartier eerder weggegaan.”
De schilder vertelt wat hij van plan is vandaag te gaan doen. Ook vraagt hij, met verwijzing naar zijn offerte, toestemming om een reclamebord in de tuin te plaatsen. De familie Vink krijgt daarvoor een korting op het werk van 25 euro. De familie Vink vindt het prima. Ook overlegt de schilder of, en zo ja waar, hij zijn opslagbak voor materiaal in de tuin mag plaatsen.
Meneer Vink en mevrouw Vink gaan naar het werk. Als ze aan het eind van de dag thuiskomen zien ze een steiger in de voortuin en zien ze dat de voorzijde in de grondverf staat. Da’s mooi.
De volgende dag is het slecht weer. De schilder had de vorige dag al verteld dat het waarschijnlijk slecht weer zou worden, maar dat hij in ieder geval even zou bellen om te laten weten of hij wel of niet komt. Hij belt om kwart voor acht en geeft door vandaag niet te kunnen komen vanwege de regen.
Aan het einde van iedere werkdag ruimt de schilder de rommel op die hij gemaakt heeft, veegt het schuurstof en uitgesneden kitranden weg en ruimt ook schuurpapierafval en zo op. De familie Vink ziet deze schilder niet één keer bellen. En bovenal, deze schilder laat merken dat hij deze klus fijn vindt om te doen. Aan het einde van iedere dag komt de schilder even melden wat hij die dag gedaan heeft, wat hij de volgende dag gaat doen en meldt dat hij vertrekt.
Als het schilderwerk klaar is, ontdekt meneer Vink een klemmend bovenluik. De schilder komt een dag later volgens afspraak terug met een timmerman. De timmerman schaaft het bovenluik bij en de schilder komt nog twee keer terug om de zijkant van het luik weer goed in de verf te zetten.
Conclusie
Wat opvalt is dat communicatie met je klant tijd kost. Maar het belangrijkste verschil zit hem in het feit dat de familie Vink de schilder uit het eerste stukje nooit meer terug zal zien en alleen maar slechte verhalen over deze schilder vertelt. De schilder uit het tweede stukje laat een tevreden klant achter en hij heeft er een ‘fan’ bij.