De titel ‘Bij Koninklijk Besluit Hofleverancier’ krijg je niet zomaar. Daar gaat een stevige en lange procedure aan vooraf. ‘Tussen de eerste aanvraag en overhandiging zat ongeveer twee jaar. Vorige maand was het dan zover en kregen we de Koninklijke onderscheiding uitgereikt’, vertelt Michel Creemers, huidig directeur, en de vijfde generatie Creemers van Creemers Vastgoedonderhoud, beglazing en schilderwerk uit Vierlingsbeek.
Oprichting schildersbedrijf
De onzekerheid over de oprichtingsdatum van het bedrijf was eigenlijk de opmaat tot wat uiteindelijk leidde tot de Koninklijke onderscheiding. Toen Michel Creemer de leiding van het bedrijf in 2006 overnam had vader Johnny Creemers eindelijk de tijd om dat oude raadsel voor eens en voor altijd op te lossen. ‘Een lastige opgave, omdat een brand in 1928 in het Vierlingsbeekse gemeentehuis het archief geheel verwoestte. Daarmee ook alle mogelijke officiële papieren die maar iets met de oprichting van het schildersbedrijf te maken hadden.’
Het onderzoek langs kerkelijke en andere archieven leverde uiteindelijk een boedelbeschrijving op uit 1888 van Johannes Creemers, waarop diverse tegoeden van geleverd schilderwerk aan klanten vermeld stonden, voor het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) voldoende bewijs dat Johannes Creemers de oprichter was van de onderneming. Creemers: ‘Waarschijnlijk al eerder. Op de huwelijksakte van Johannes Creemers uit 1868 stond weliswaar het beroep ‘huisschilder’ vermeld, echter deze datum mocht niet als bewijs worden aangemerkt. Zo werd 1888 hét ijkjaar van de start van het schildersbedrijf. Daar kwamen we ongeveer drie jaar geleden achter. Een rekensommetje leerde dat we in 2013 125 zouden bestaan, een leeftijd om in aanmerking te kunnen komen voor de betiteling. Niet dat we daar op uit waren. De Koninklijke onderscheiding van een ander bedrijf in de regio zette ons op dat spoor.’
De aanvraag
Creemers meldde zich bij de gemeente om naar de procedure te informeren. ‘Dat was in 2011. De gemeente is het eerste en enige loket waar je je aanmeldt. De vestigingsdatum is dan het eerste noodzakelijke gegeven. Die datum moet onvoorwaardelijk duidelijk zijn, in ons geval de officiële bevestiging van het BHIC. Vervolgens krijg je een kader overhandigd waarin je aangeeft waarom je in aanmerking meent te komen voor de titel. Omdat de titel ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’ staat voor bewezen kwaliteit, soliditeit en continuïteit van de onderneming mag je dat allereerst zelf aangeven, met de wetenschap dat dit later fijnmazig onderzocht gaat worden door onafhankelijke partijen. Je levert over de afgelopen drie jaar financiële gegevens via je accountant aan, bedrijfsgegevens over de locatie, grootte (nu 30 medewerkers) en organisatiestructuur, gegevens over klanttevredenheid, over het jaarmodel om de sociale verhoudingen binnen het bedrijf aan te tonen, over certificeringen en garantiebepalingen waar je je geleverde kwaliteit mee kunt laten zien. En over de ontwikkeling van het traditionele schildersbedrijf naar het vastgoedonderhoudsbedrijf dat het nu is.’ De gegevens worden in opdracht van Het kabinet van de Commissaris van de Koningin grondig onderzocht. Er vinden financiële controles plaats; ook mogen de bestuurders van het bedrijf geen strafblad hebben. Aan dit onderzoek verlenen ondermeer de Arbeidsinspectie, de burgemeester, de politie, de Kamer van Koophandel en verschillende ministeries hun medewerking. ‘Dat gebeurt allemaal achter de schermen en kost tijd. Daar zie of hoor je niets van. Behalve een bezoek van twee mensen van Inspectie SZW die op locatie de bedrijfsveiligheid controleerden.’
Bijzondere titel
Het predikaat ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’ is een exclusieve titel en mag onder voorwaarden worden gevoerd. Creemers: ‘Ik weet van de enige producent van de schilden die bij de titel horen dat er landelijk dit jaar nog geen tien per jaar zijn uitgereikt. De Stichting Hofleveranciers spreekt zelf van 444 verleende titels sinds een aanpassing van het systeem in 1987. Zeer exclusief dus. Als we het bedrijf zouden verkopen, de naam willen wijzigen of op zouden splitsen, moeten we de titel inleveren. De titel past bij dít bedrijf en bij geen ander.’
Daarbij is het gebruik van schild en de afbeelding ervan aan strenge regels gebonden. Creemers: ‘Zo mag het wapen zich niet vermengen met het bedrijfslogo en mag de naam van de titel geen deel uit maken van merk, model of handelsnaam. Een gepaste afstand voor het gebruik van het beeldmerk van het wapen is daarvoor bepaald. Ook zijn er regels voor het gebruik op briefpapier en voor de bestickering op het wagenpark en dat soort zaken.’ Ook bestaat de titel bij ongewijzigd bedrijfsbeleid niet voor de eeuwigheid. De titel geldt voor de duur van 25 jaar. Daarna moet dezelfde procedure worden doorlopen om de titel weer te verdienen. Voor Creemers geldt bovenal de bedrijfstrots en natuurlijk zal hij gebruik maken van het recht om aan te tonen dat het bedrijf solide is, de onderneming al lange tijd bestaat en van generatie op generatie is overgegaan: ‘De titel is voor ons een soort van visitekaartje. Het voegt meerwaarde toe. Je kunt je erdoor onderscheiden.’