Facebook is heus niet alleen voor jongeren en twitteren is niet voorbehouden aan politici en showbizzhotemetoten. Ook ondernemers bedienen zich graag van sociale platforms zoals Facebook, Twitter en LinkedIn en maken van hun aanwezigheid erop tot een integraal onderdeel van hun ondernemerschap.
Bo Messemaker (37) van De Betuwse Schilder in Heteren heeft de sociale media in zijn systeem van werken opgenomen en is daar gemiddeld zo’n 20 minuutjes per dag mee kwijt. ‘Aan het einde van de week geef ik bijvoorbeeld aan waar ik volgende week mee aan de slag ga, en ik plaats halverwege het werk foto’s van het project om later het eindresultaat te kunnen laten zien.’ Daarbij beperkt Messemaker zich wel tot berichten die er toe doen. ‘Geen berichten van het witten van een kamertje. Wel van iets bijzonders, bijvoorbeeld van een mooie wandafwerking met krijtverf van Pure & Original, of van interessante nieuwtjes en pakkende teksten. Je moet je berichten altijd weten te doseren, ook op social media, anders reageren mensen in de trant van “daar heb je hem weer”. Overkill aan berichten gaat dan tegen je werken.’
Duidelijk verschil in media
Messemaker maakt een duidelijk verschil tussen Twitter en Facebook. ‘Op Twitter kom ik veel vakgenoten tegen, weinig potentiële klanten. Voor particuliere klanten is Facebook een krachtig medium. Wanneer een tevreden klant foto’s van mijn schilderwerk op Facebook zet dan krijgt de gehele vriendenkring dat bericht mee met alle positieve effecten van dien. Kortom, daar waar je klanten zich bevinden, moet je zorgen in beeld te komen. Kost nauwelijks geld, wel een beetje tijd.’
Twitter als vraagbaak
Hoewel social media en een jonge leeftijd onlosmakelijk met elkaar verbonden lijken, is Roy Smid van Smid Schilders & Adviesbureau uit Krabbendijk met zijn 41 jaren een positieve uitzondering. Hij was van meet af aan gecharmeerd van Twitter. ‘Ik volg veel schildersbedrijven en veel schildersbedrijven volgen mij. Ik gebruik het medium als een soort van technisch handboek , als vraagbaak. Je kunt er realtime vragen stellen en antwoorden geven. Je deelt elkaars kennis en dat werkt goed. Zo weten veel collega-schilders bij elkaar meer dan twee verfgroothandelaren. De praktijkervaring wint het als het ware van de theoretische kennis.’ En hoewel op LinkedIn in de schilderssector heel wat inhoudelijke discussies worden gevoerd op ‘Schilderwerk, onderhoud en innovatie’ ziet Smid het fenomeen meer als een carrièreplatform. Facebook gebruikt Smid meer privé dan zakelijk. ‘Wel verwijs ik op Facebook naar de uitgebreide portfolio op mijn website. ‘In het dunbevolkte Zeeland waar ik actief ben, weet iedereen me wel te vinden. Ik zorg dat ik mijn website wekelijks bijhoud en ik verwijs er waar mogelijk naar.’
Veel winst kost weinig tijd
Voor Dennis Hoeksema (28) van Hoeksema Schilderwerken uit Kampen zijn Twitter en Facebook ook de belangrijkste platforms waarop hij actief is. ‘Facebook heeft wat meer mogelijkheden als het om foto’s gaat. Je kunt er meer laten zien. Bij Twitter is dat in de regel één foto. Inclusief verwijzingen naar je website. Heel belangrijk. Daarmee genereer je al met al heel wat beweging. Mensen zien je regelmatig digitaal voorbij komen, delen je berichten. En wanneer ze door de stad rijden zien ze je steigerdoek, onder andere ook omdat ze weten waar je bezig bent. Door die meerdere bezoekers kom je ook op Google veel beter in beeld, een vereiste om beter gevonden te worden als potentiële klanten gaan googlen naar schilderwerk in de regio.’ Je moet natuurlijk wel eerst een account hebben, volgers hebben, zelf volger zijn en bereid zijn om er, bij voorkeur, dagelijks mee bezig te zijn. ‘Ik schat in dat ik er per dag ongeveer 10 à 15 minuten mee bezig ben. En dat staat niet in verhouding tot wat het me oplevert. Veel dus. En continu. Een advertentie kost relatief veel geld en heeft een zeer beperkte werkingsduur. Voor mij zijn social media belangrijk geworden.’