Hoogwerkers, schuur-, boor- en spuitapparatuur en moderne drogingstechnieken, het zijn de arbeidsmiddelen waarvan een schilder dankbaar gebruik maakt om zijn ondernemerschap zo efficiënt mogelijk in te richten. Het blijft een afweging wat je aanschaft, waar en waarvoor. USP Marketing Consultancy zocht het uit in opdracht van SchildersVakkrant.
Ook in dit onderzoek maken we, waar nodig, een onderscheid tussen zzp’ers , kleinere schildersbedrijven tot en met 4 medewerkers en de wat grotere schildersbedrijven van 5 en meer medewerkers, uitgedrukt in voltijdmedewerkers (fte). Als daar aanleiding toe bestaat zullen we de verschillen benadrukken.
![1](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2013/05/12-300x194.jpg)
![2](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2013/05/21-300x194.jpg)
![3](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2013/05/31-300x195.jpg)
![4](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2013/05/41-300x194.jpg)
![5](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2013/05/51-300x194.jpg)
![6](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2013/05/61-300x195.jpg)
![7](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2013/05/7-300x194.jpg)
![8](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2013/05/8-300x195.jpg)
![9](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2013/05/9-300x194.jpg)
Verfgroothandel of bouwgroothandel?
Waar koop je bijvoorbeeld elektrische apparatuur zoals boor- en schuurmachines? Gemiddeld bijna twee derde (62%) koopt die spullen bij de verfgroothandel. Gemiddeld 23% doet dat bij de bouwgroothandel. Bij deze laatste categorie valt het op dat grotere schildersbedrijven dat vaker doen (32%) dan de kleinere schildersbedrijven en zzp’ers (beide 18%).
Keuring
Elektrisch gereedschap voor professioneel gebruik, overigens ook ladders en trappen, dienen jaarlijks een verplichte technische keuring te ondergaan. Dat kan bij gecertificeerde bedrijven zoals bij de leverancier, onafhankelijke keurders of door daartoe opgeleide medewerkers. Op de vraag wie die keuring uitvoert, antwoordt gemiddeld 31% deze keuring zelf uit te voeren. Daarbij staat de 40% van de zzp’ers in schril contract met de 9% van de kleinere schildersbedrijven en de 35% van de grotere schildersbedrijven. Het is met dit antwoord dan ook maar zeer de vraag of de zzp’ers, net zoals de inspecteurs in bedrijven, volgens de arbowet hun cursussen en trainingen volgen om die keuringen goed uit te kunnen voeren. Gemiddeld 54% van de bedrijven geeft aan de keuring door de leverancier te laten uitvoeren. Echter gemiddeld 11% geeft aan helemaal niet voor een jaarlijkse keuring te kiezen; 18% van de zzp’ers doet dit niet maar ook 10% van de grotere schildersbedrijven zegt geen jaarlijkse keuring van elektrisch apparatuur uit te (laten) voeren.
Schuurmachines
En wat hebben schildersbedrijven dan zoal aan elektrische apparatuur in huis? Dat zijn voornamelijk schuurmachines met geïntegreerde stofafzuiging. Door arbo-overwegingen ingegeven of puur om stofoverlast zoveel mogelijk te beteugelen, geeft gemiddeld 75% aan zelfs over meerdere schuurmachines met geïntegreerde stofafzuiging te beschikken (grotere schildersbedrijven 90%; zzp’ers toch nog altijd 60%). Wel is gemiddeld 34% het eens met de stelling dat watergedragen verven om andere schuurmachines vragen dan voor oplosmiddelhoudende verven. De drie verschillende typen schildersbedrijven ontlopen elkaar niet zoveel. Gemiddeld zelfs 8% is het zeer eens met deze stelling. Omgekeerd is gemiddeld 23% het oneens met deze stelling (zzp’ers 33% en grotere schildersbedrijven 16%).
Spuitapparatuur
Over spuitapparatuur beschikken is meer voor middelgrote en grotere schildersbedrijven weggelegd. Over één spuitmachine beschikt gemiddeld 25% van alle schildersbedrijven (zzp’ers 18%; middelgrote 41%) en over meerdere stuks spuitapparatuur beschikt gemiddeld 37% van de schildersbedrijven (zzp’ers 15%; grotere schildersbedrijven 71%). Gemiddeld ruim een derde van de schildersbedrijven (37%) verspuit geen latex en lakken. Dat geldt met 58% voor de zzp’ers, voor 36% voor de middelgrote schildersbedrijven en voor 10% van de grotere schildersbedrijven. Gemiddeld 42% verspuit zowel latex als lakken. Hier is de procentuele verdeling ongeveer omgekeerd evenredig.: zzp’ers 25%; middelgrote schildersbedrijven 41% en grotere schildersbedrijven 65%. Alléén latex wordt door gemiddeld 14% van de schildersbedrijven verspoten; gemiddeld 8% verspuit alleen lakken. Er bestaat een lichte tendens dat men meer is gaan spuiten. Dat geldt voor gemiddeld 27% van de schildersbedrijven; gemiddeld 25% is juist minder gaan spuiten; gemiddeld 46% is niet meer of minder gaan spuiten. Gemiddeld 63% is het eens met de stelling dat verf spuiten ‘een vak is dat je niet zomaar onder de knie hebt’. Nog eens gemiddeld 11% is het daar zeer mee eens. Bijna geen enkel schildersbedrijf is het oneens met deze stelling.
Drogingsapparatuur
Een van de meer moderne toegepaste technieken is het werken met aparte drogingsapparatuur. Dat deze techniek nog niet is ingeburgerd blijkt uit de cijfers. Gemiddeld 87% van alle soorten schildersbedrijven beschikt hier niet over. Gemiddeld 4% bezit één drogingslamp en 6% beschikt over meerdere drogingslampen.
Hoogwerker
Een hoogwerker is een vaak toegepast arbeidsmiddel. Gemiddeld 3% van de bedrijven zegt de hoogwerker bijna altijd in te zetten (bijna uitsluitend de grotere schildersbedrijven); gemiddeld 28% regelmatig (waarvan hier ook het grotere schildersbedrijf met een overtuigende 55%) en gemiddeld 54% soms (zzp’ers 60%; middelgrote schildersbedrijven 73%; grotere schildersbedrijven 32%). Gemiddeld 15% van de schildersbedrijven zegt geen hoogwerker in te zetten; dit zijn overwegend de zzp’ers. Een hoogwerker gebruiken is één kant van het verhaal, een hoogwerker in bezit hebben is iets anders. Gemiddeld 86% beschikt niet over een eigen hoogwerker; dat geldt bijna uitsluitend voor de zzp’ers en voor de middelgrote schildersbedrijven. Eén hoogwerker heeft gemiddeld 12% van de schildersbedrijven in bezit en meerdere hoogwerkers zijn slechts in bezit van gemiddeld 1% van de schildersbedrijven. Het zal duidelijk zijn dat het hier uitsluitend grotere schildersbedrijven betreft. Gemiddeld bijna tweederde van de schildersbedrijven (65%) vindt dat de degene die de hoogwerker bedient over voldoende vaardigheden behoort te beschikken. Grotere schildersbedrijven vinden dit met 77% tegen 64% van de middelgrote en 55% van de zzp’ers. Gemiddeld 27% geeft als antwoord ‘ja, ik denk het wel’. Het meeste onveilig aan een hoogwerker vindt gemiddeld 34% van de schildersbedrijven de technische mankementen, gemiddeld 24% van de schildersbedrijven noemt het gevaar van omvallen, gevolgd door het gevaar van omvallen tijdens het verplaatsen (gemiddeld 12% ) en het rijden met een hoogwerker (ook gemiddeld 12%).
Conclusie
Ondanks her en der wat tegensputteren waarderen schildersbedrijven over het algemeen de inzet van allerlei soorten van apparatuur. Voor menigeen kan het niet genoeg zijn. Gemiddeld 32% van de schildersbedrijven is het eens met de stelling ‘dat er nog meer apparatuur mag worden uitgevonden om het schildersvak beter en efficiënter te laten zijn’. Gemiddeld 5% is het zelfs zeer eens met deze stelling. Voor gemiddeld 17% is het nu welletjes geweest en is het oneens met de stelling. Gemiddeld 41% staat neutraal tegenover deze stelling. De vooruitgang wint het dus van de meer behoudende schildersbedrijven.