Ga naar hoofdinhoud

Oud-schilder ziet teloorgang van een mooi vak


Hij is er trots op schilder te zijn – “ik heb een heel bijzonder vak” -, maar vindt het vreselijk zoals de beroepsgroep nu te grabbel wordt gegooid. “Werkgevers zien werknemers niet meer als kapitaal, maar als een last. We hebben het echter wel over mensen.” Na meer dan dertig jaar trouwe dienst degraderen tot uitzendkracht, noemt hij moderne slavernij. “Het respect is weg en dat doet zeer.”

‘Moderne slavernij’

Verbitterd is hij niet, wel teleurgesteld. Hij wil niet met naam en toenaam in Eisma’s Schildersblad – “noem me maar Eddy” – maar hij wil wel een hele generatie vakschilders die nu wordt ‘vermorzeld’, zoals hij het omschrijft, een stem geven. “Ik heb een heel bijzonder vak gehad, maar vind het vreselijk zoals het nu te grabbel wordt gegooid. Het lijkt alleen nog maar om de kille cijfers te gaan. Maar we hebben het wel over mensen. Het respect is weg en dat doet zeer. Goede vakschilders raken gedemotiveerd. Het is meters maken en je mond houden. Of je moet na decennia voor een baas te hebben gewerkt opeens voor een uitzendbureau aan de gang. Los van de beloning, want de meesten werken voor een fooi, is het feit dat je als een soort gebruiksvoorwerp wordt behandeld wat het meeste pijn doet. Moderne slavernij noem ik dat.”

Anoniem_02B44724
Eddy (gefingeerde naam) wilde niet herkenbaar in beeld, maar vakschilders die nu buiten de boot vallen wel een stem geven: “Het respect is weg en dat doet zeer.”

Minimumloon

De situatie van Eddy (62) is exemplarisch voor veel vakgenoten, stelt de schilder die woonachtig is in het westen van het land. Vanaf zijn 15de is hij schilder, eerst als aspirant-gezel en later als gezelschilder. Van de 46 jaar dat hij aan de kwast stond, was de laatste 36 jaar voor hetzelfde bedrijf waar hij het schopte tot voorman. Tot het bedrijf in 2013 failliet ging. Onder een andere naam werd een doorstart gemaakt om het werk door te laten gaan. De vaste werknemers konden via een uitzendbureau weer aan de slag. “Alle rechten die je op basis van de cao hebt opgebouwd, vallen dan ineens weg. Voor nog geen 1800 euro bruto per maand mag je na 36 jaar trouwe dienst bij een uitzendbureau aan de slag. Terwijl ik dat vroeger netto ving. Als schilder met een schat aan ervaring verdien je net een beetje meer dan het minimumloon. En je moet op afroep beschikbaar zijn. Als het regent, mag je thuisblijven en verdien je niets.”

Een nummer

En dit is geen unicum, stelt Eddy. Hij kent in z’n directe omgeving tal van schilders die recent zijn ontslagen en via een uitzendorganisatie weer bij hetzelfde bedrijf aan de slag mogen. “Uiteraard tegen andere voorwaarden. Er zijn collega’s bij die al dertig jaar voor dezelfde baas werkten. Maar het is slikken of stikken; men is allang blij dat men weer werk heeft. Je bent als schilder een nummer geworden en dat vind ik een kwalijke zaak.”

De ervaring van Eddy is dat er nog nauwelijks personeel wordt aangenomen door schildersbedrijven zelf. “En als ze dat al willen, dan krijg je te horen dat je 26 weken moet wachten omdat men anders bang is geconfronteerd te worden met de ketenregeling.” Hij zag de situatie in de branche verharden op het moment dat de werkgevers verantwoordelijk werden gesteld voor werknemers die in de Ziektewet kwamen. “Averechts overheidsbeleid.”

Het UWV heeft ook boter op het hoofd, stelt Eddy. “Als een schilder in de WW komt, moet hij weer zo snel mogelijk aan het werk. ‘Wordt maar zzp’er’, krijg je te horen. Waar zo’n jongen terechtkomt en tegen welke tarieven hij z’n diensten aanbiedt, zal hen een zorg zijn. Niks geen pensioenvoorziening of arbeidsongeschiktheidsverzekering. Als er maar weer een naam uit de kaartenbak verdwijnt.”
Deze vlucht in uitzendkrachten en zzp’ers betekent echter wel een verdere uitholling van collectieve regelingen, zoals het BPF pensioenfonds voor schilders, stelt Eddy. “Die pensioenpot raakt steeds sneller leeg. Vind je het gek? De werkgevers en het UWV werken er zelf keihard aan mee. Maar ook woningcorporaties zijn moreel verantwoordelijk. Zij knijpen ondernemers uit door ze via inschrijving werken te laten uitvoeren onder de kostprijs. Maar ze snijden in hun eigen vingers, want de schilder krijgt van z’n baas de opdracht een laag over te slaan.”

Het Klokhuis

Met gemengde gevoelens keek Eddy onlangs naar een uitzending van ‘Het Klokhuis’. Eigenlijk moest zijn schildershart sneller gaan kloppen, omdat de jeugd op deze manier kon kennismaken met het vak dat hij liefheeft, maar dat deed het niet. “Eigenlijk werd de werkelijkheid verdraaid in deze uitzending.” Tv-presentatrice Dolores Leeuwin kreeg praktijkles en was onder de indruk van wat een schilder tegenwoordig allemaal moet kunnen. “Maar in het filmpje werd niet verteld dat je eigenlijk seizoenswerker wordt; je bent overgeleverd aan uitzendbureaus en ’s winters zit je thuis met 70 procent van toch al een karig loon. Eten in de auto en plassen tegen een boom, omdat er wordt bezuinigd op een keet en toilet. Werken zonder stofmaskers en handschoenen, omdat ze niet beschikbaar worden gesteld. En zeg niet dat dit excessen zijn, het gebeurt. Als je dit verhaal vertelt, wie heeft er dan nog zin om schilder te worden?”, is de retorische vraag van Eddy.

Praktijkervaring

Je hebt als jonge schilder gemiddeld vier tot vijf jaar praktijkervaring nodig, onder begeleiding van een leermeester, om alle finesses van het vak echt in de vingers te krijgen, stelt Eddy. “Besnijden, plamuren, schuren, houtrotherstel, glaszetten, betonreparaties, maar ook het werken met een hoogwerker en airless spuit. De theorie is leuk, maar alleen door het in de praktijk te doen, leer je het echt. Schilderen is meer dan een kwast langs een muur halen. Een echte schilder zal nooit een klemmende deur afschilderen, maar zelf de schaaf ter hand nemen en de deur opnieuw afhangen. Maar dat moet je wel meekrijgen in de praktijk. Ik vraag me af wie over tien jaar deze kennis op de jeugd overbrengt, want met het huidige beleid dreigt een hele generatie vakschilders in korte tijd te verdwijnen.”

Eddy heeft persoonlijk de balans opgemaakt. Na een tijdje in de WW te hebben gezeten, heeft hij eieren voor z’n geld gekozen. “Ik had het geluk dat ik nog in aanmerking kwam voor prepensioen. Geen vetpot, maar ik ga niet voor 1750 euro per maand aan het werk voor een uitzendbureau.”


De Bouwpraktijk opent vestiging in Barendrecht

Puts nieuwe topman van OTTO Work Force

Bijna tweederde ondernemers bezorgd over zero-emissiezones

Bijna 130.000 bestelauto’s geregistreerd in 2024

Ruim helft cyber-subsidiebudget nu aangevraagd