Ga naar hoofdinhoud

‘Eddy’ raakt een gevoelige snaar


Hij wilde praten, maar alleen anoniem. ‘Eddy’ luchtte in Eisma’s Schildersblad nummer 2-2015 zijn hart over ‘de teloorgang van het schildersvak’. Hij blijkt een gevoelige snaar te raken. Via verschillende kanalen, zoals mail, telefoon en LinkedIn, kwamen reacties bij de redactie binnen. Hieronder een korte bloemlezing.

Dit verhaal leeft ontzettend op de werkvloer

‘Eddy’, 46 jaar als vakman actief geweest in de schildersbranche waarvan de laatste 36 jaar voor hetzelfde bedrijf, doet in Eisma’s Schildersblad nummer 2-2015 zijn mond open om een hele generatie vakschilders die nu wordt ‘vermorzeld’, zoals hij het omschrijft, een stem geven. “Het respect is weg en dat doet zeer.”

Herkenbaar

Zijn verhaal is herkenbaar, valt op te maken uit de reacties die tot nu toe bij de redactie zijn binnengekomen. Thomas Tol van het gelijknamige schildersbedrijf in Volendam stelt: “Ik ben bang dat dit helaas wel aan het gebeuren is.”
Schilder Leo Scheepers: “Ikzelf ben 63 en heb alles zien gebeuren zoals Eddy beschrijft. Ben het helemaal met hem eens. Over een paar jaar, of korter, is er geen mens meer die nog schilder wil worden. Of er is geen goede schilder meer te vinden. De schuld van het beschreven beleid. Ik kom ook nog voor eerder pensioen in aanmerking en ga die benutten vanwege deze toestanden. Ik heb er 44 jaar lang voor gewerkt (en ga nog niet echt riant rentenieren), maar zie de teloorgang met lede ogen aan vanwege liefde voor het vak. Jammer!”

Op de werkvloer

Schilder Bert de Roo zegt: “Gelukkig treft het mij persoonlijk (nog) niet. Maar het verhaal dat Eddy vertelt, wordt steeds meer realistisch. Langs deze weg wil ik laten weten dat het erg leeft op de werkvloer. Tientallen voorbeelden heb ik inmiddels gehoord. Het wordt steeds minder plezierig om te werken in onder andere de bouw. Ook het bedrijf waar ik werk, loopt klussen mis door – laat ik maar zeggen – malafide bedrijven. Wij voldoen aan allerlei regels die ons worden opgelegd en dit moet allemaal in ons uurloon worden doorberekend. Tientallen voorbeelden zijn er van bedrijven die maar wat aanrommelen. Ook opdrachtgevers moeten erop worden gewezen dat ze niet voor het goedkoopste bedrijf gaan, maar dat een bedrijf dat het werk wordt gegund eventueel eerst moet worden gescreend.”
Werkgevers met goede intenties wordt het steeds lastiger gemaakt om vast personeel aan te nemen of te voldoen aan allerlei verplichtingen, stelt De Roo. “De overheid moet erop worden gewezen dat het zo niet langer kan! Alles wordt afgebroken in Nederland, niet alleen voor de werkgevers en werknemers, ook de zorg en noem maar op.”

Mijn verhaal

Ruud van de Brink schrijft: “Wat raakt dit me. Het is mijn verhaal. Ik ben nu 32 jaar vakman en in 2013 ontslagen. Sinds die tijd werk ik via uitzendbureaus. Alle zekerheid ben ik kwijt. Als ik met vakantie wil (zomer), mag ik terug in de WW, en dat geldt ook als ik ziek ben. Ik voel me behoorlijk afgedankt en moet goed oppassen om niet zwaar in een dip te gaan zitten. Moet ik nu op m’n 51ste nog voor mezelf beginnen omdat niemand me meer wil hebben, terwijl ik nog zoveel kan betekenen voor ons mooie vak?”
Marcel Aaldering (53 jaar) reageert dat leeftijd zijns inziens geen enkele rol speelt. Vakmanschap wel. “Vakmannen worden zeer gewaardeerd door klanten en collega’s. Ga gewoon voor jezelf beginnen, neem het heft weer in eigen hand en vind de waardering die je verdient! Tip: zoek in eerste instantie samenwerking met andere zzp’ers. Er is werk genoeg.”

Ene Robert is het hier niet mee eens. “Natuurlijk speelt leeftijd wel een rol. Er zijn zeer veel schilders die nu 55 tot 66 jaar oud zijn. De naoorlogse beroepsgroep die, zoals jij voorstelt, voor zichzelf moet beginnen. Ik denk dat deze groep het gemiddeld niet kan opbrengen om ladders, een bus en dergelijke te kunnen kopen. En waar haal je zo gauw de klanten vandaan?” Wat Eddy heeft beschreven, raakt volgens hem geheel Nederland. “Vooral de jeugd die nooit bij een schildersbedrijf komt te werken, maar alleen via uitzendbureaus. Ze besluiten te stoppen met dit vak, gewoon omdat de uitzendbureaus te weinig belonen en totaal geen binding met de mensen hebben.”

Opdrachtgevers moeten bedrijven screenen

Onderhouds- en restauratieschilder Jelle Zijlstra stelt dat de overheid met de nieuwe Wet Werk en Zekerheid volledig doorslaat. Volgens hem worden trouwe relaties tussen werkgevers en werknemers kapotgemaakt. Dit geldt speciaal als binnen het bedrijf bepaalde specialismen zijn opgebouwd via medewerkers die nu als uitzendkracht worden ingehuurd, zoals bij hem zelf het geval is. “Afscheid nemen afhankelijk van het verleden en na pas 6 maanden weer hoop op terugkeer, is een utopie.” Gekscherend: “Een bedrijf moet dubbel personeel hebben om na 6 maanden te kunnen switchen.”

Werkgevers

Opvallend is ook dat enkele werkgevers de moeite hebben genomen om in de pen te klimmen. Zoals Kees van Diepen van Glas en schilderwerken van Diepen Design in Grootebroek. “Wat Eddy vertelt, is precies zoals op het ogenblik de stand van zaken is; een bijzonder vak wordt te grabbel gegooid. Een ontwikkeling die helaas niet meer is te stoppen.”

Van Diepen is zelf 64 jaar, 40 jaar werkgever met 10 mensen in vaste dienst en in het seizoen worden zzp’ers en uitzendkrachten ingeleend. “De manier waarop Eddy is ontslagen en behandeld, baart mij zorgen. Steeds meer hoor je dit soort geluiden. Niet alleen in onze branche, maar ook in andere sectoren. Het schijnt allemaal mogelijk te zijn, de moraal is ver te zoeken.” Volgens Van Diepen is het een taak van de overheid om hieraan iets te doen.

Van Diepen vervolgt: “Voor de vakschilders die worden ontslagen en niet willen werken als zzp’er (als zzp’ers starten en blijven werken is ook niet zo simpel) en al op leeftijd zijn, is het vreselijk moeilijk om bij een nieuw schildersbedrijf aan de slag te komen. Mede door allerlei regelgeving en de risico’s die elk bedrijf ervaart. De lage prijzen door de crisis en inderdaad het opnieuw moeten inschrijven voor woningcorporaties om werken binnen te halen, zijn geen goede ontwikkelingen.” Hij constateert dat het voor schildersbedrijven een hele klus is om alle ballen in de lucht te houden en in deze omstandigheden de juiste beslissingen te nemen. “Maar afgelopen week nog iemand in dienst genomen van 57 jaar.”

En deze werkgever kijkt vooruit. “Jonge mensen opleiden, daarmee zijn wij nog steeds bezig. Het vak leren zoals Eddy heeft gedaan, is voorbij. De manier van werken is behoorlijk veranderd en dat is natuurlijk jammer. Maar het is een feit dat er steeds minder vakbekwame mensen zijn en minder tijd om jonge mensen op te leiden. Dus proberen we met nieuwe technieken en de juiste instelling jonge mensen te motiveren en er het beste van te maken. De wintertijd nog meer gebruiken voor binnenwerk, dat eigenlijk in de zomer uitgevoerd had moeten worden, en dit stimuleren bij opdrachtgevers. Dat is enorm belangrijk voor continuïteit binnen een bedrijf.”

Combinatie van factoren

Peter Schults, DGA bij Schults Schilders, stelt dat wat nu gebeurt een gevolg is van een combinatie van factoren. “Waarvan de meeste over werkgevers worden uitgestort, met het vriendelijke verzoek zich toch vooral aan de nieuwe regels te houden. Overleg of poldermodel ten spijt.” Het begon volgens hem met het opheffen van de Vestigingswet voor nieuwe bedrijven. “Iedereen kon eigen baas worden. Vervolgens werd de vorstverletregeling opgeheven. Daarna de Ziektewet.”

Hij wijst erop dat het ziekterisico vrijwel volledig bij de werkgever wordt neergelegd, dus ook alle gevallen die niet onder een normaal ondernemersrisico behoren. “Niet-werkgerelateerde ziekte moet door het bedrijf worden betaald en dit is nu ook uitgebreid naar tijdelijke dienstverbanden. Je kunt je hiervoor verzekeren, maar dat is een kostbare zaak en de kosten hiervan drijven de loonkosten verder op. En per 1 juli komt hier nog eens de transitievergoeding bij. Toegenomen concurrentie, omdat iedereen werk wil en iedereen moet overleven en werkgevers graag hun schilders willen behouden. Daarnaast zijn de grenzen open, goed voor de consument (?), slecht voor de bedrijven.”

Welk land verhoogt de kosten tijdens een crisis?

Asociaal akkoord

Welk land verhoogt de kosten tijdens een crisis, vraagt Schults zich vertwijfeld af? “Gevolg: cao-arbeid is niet meer afgestemd op degene die het moet betalen. Want uiteindelijk betaalt de klant loon- en materiaalkosten van een bedrijf. Sinds 2008 zijn de loonkosten gestegen met 15 procent (bron: BPF/A+O website), terwijl de prijzen in de markt sinds die periode zeker 20 procent zijn gedaald. Wie vangt dit prijsverschil op? Juist, de bedrijven en uiteindelijk ook de werknemers. Waarvan het trieste resultaat is te lezen in artikelen in Eisma’s Schildersblad. Zolang goed gedrag wordt afgestraft, en zolang men werken in contractvorm blijft belasten en verhogen met risico’s, zal het tij niet keren.” De kernvraag is volgens hem: “Accepteren we dit asociale akkoord en alle voorgaande akkoorden, die blijkbaar averechts werken?”

 


PPG verlengt Colorful Communities tot en met 2035

Baan Twente wederom beste Mercedes-Benz Van ProCenter

Oostveen overgenomen door Hoogstraten Haarzuilens

Geen versoepeling regels voor Oekraïense zzp’ers

Soudal slaat vleugels uit naar Japan