Het zijn vreemde tijden voor Arbouw, de organisatie van werkgevers en werknemers die veilig en gezond werken in de bouw bevordert. Zowel Bouwend Nederland als OnderhoudNL hebben aangekondigd Arbouw niet meer te willen financieren. Hoe het verder gaat weet directeur Jan Warning ook nog niet.
(publicatie van 19 juni 201. Update: inmiddels (juni 2015) is bekend geworden dat Bouwend Nederland en de bonden tóch gezamenlijk een arbouw-instituut zullen handhaven, alleen kleiner en onder een andere naam, redactie Schildersvak.nl)
Arbouw bestaat in januari 2016 niet meer?
‘Er is veel onduidelijk. OnderhoudNL heeft de zogenaamde BER-cao opgezegd (Bedrijfstrak Eigen Regelingen, red.), waarin de afdrachten aan het O&O-fonds zijn afgesproken. Daaruit wordt ook de bijdrage aan Arbouw betaald, zo’n 12 procent van onze begroting. Die beslissing wordt nu juridisch aangevochten door de vakbonden, daarvan is de uitkomst onzeker. Bouwend Nederland, een van de andere dragende werkgeversorganisaties, heeft ook zijn bijdrage opgezegd. Maar waar het bij OnderhoudNL vooral een principiële keuze is, men wil daar af van ‘collectiviteiten’, zegt Bouwend Nederland bepaalde voorzieningen wel erg belangrijk te vinden. Hierover wordt verder gesproken in de cao-onderhandelingen, dus hoe dat loopt is ook onduidelijk.’
Da’s niet makkelijk besturen…
‘Zeker niet. Het is lastig als partijen in ons bestuur het niet met elkaar eens zijn. Onze begroting voor dit jaar is goedgekeurd door het bestuur, dus dat voeren we gewoon uit. De toekomst is echter onzeker.’
Waar ligt voor u een ‘breekmoment’?
‘Nou, in het najaar zal er een begroting voor 2016 moeten worden goedgekeurd. Dan moet er meer duidelijk zijn over welke middelen we dan beschikken en welke partijen er meedoen.’
Arbouw wordt vooral gewaardeerd om de Pago...
‘Inderdaad, de bouw is de enige branche waar het Periodiek ArbeidsGezondheidskundig Onderzoek collectief geregeld is. Zo’n Pago dient elke werkgever zijn werknemers aan te bieden. In de bouw hebben we er een collectieve regeling voor iedereen van gemaakt. Verder zijn er alleen grote bedrijven, denk aan de NAM en Shell en dergelijke, die actief een Pago aanbieden.’
Mijn werkgever, een uitgever, heeft me nog nooit zoiets aangeboden…
‘Er wordt weinig op gehandhaafd, werkgevers vinden het lastig en kostbaar en werknemers moeten er ook vrijwillig op ingaan. Allemaal redenen waarom het in veel branches niet gebeurt. Terwijl toch veel gezondheids- en uitvalklachten regelrecht te maken hebben met het werk. Dan heb je het over fysieke klachten, zoals rug-, schouder- of gewrichtspijn, maar ook over burn-out en andere stressverschijnselen. Naarmate mensen langer moeten doorwerken tot hun pensioen neemt de aandacht voor preventie van klachten door arbeid toe. In de SER pleiten vooral de werknemersorganisaties voor zo’n collectieve regeling.’
Maar ja, het kan niet meer uit…
‘Het is zeker zo dat de toename van het aantal zzp’ers, die niet aan de collectieve Pago-regeling meedoen en er ook niet aan bijdragen, druk geeft op de kosten. De kosten van de keuringen, maar ook de gemiddelde kosten voor een werknemer, vergeleken met een zzp’er. Dus daar moet naar gekeken worden. Er zijn wel ideeën geopperd om werkgevers die zzp’ers voor zich laten werken hen zo’n Pago aan te laten bieden. Aan een fonds voor arbeidskeuring voor zzp’ers zou je ook kunnen denken. Arbouw kan in beginsel Pago’s aanbieden op basis van een abonnementensysteem, bijvoorbeeld aan alle leden van OnderhoudNL. We hebben in de afgelopen 30 jaar daar de administratie en systematiek voor ontwikkeld. Ik vraag me alleen wel af of je dat als sector wel moet willen. Je hebt dan dus bedrijven mét en bedrijven zonder regelmatig gekeurde medewerkers. Hoe dat dan moet gaan als medewerkers van bedrijf veranderen? Het lijkt me verstandig om te kiezen voor een gelijk speelveld waarbinnen alle bedrijven opereren en men gezamenlijk investeert in preventie van gezondheidsrisico’s.’
Een medische keuring is overal wel te krijgen…
‘Een Pago-keuring, door een gespecialiseerde arts, gaat verder en is specifieker dan ‘zomaar’ een gezondheidskeuring. Bij een schilder met nekklachten zal een bedrijfsarts vragen naar de man zijn werkhouding, omdat zo’n arts weet dat dat een veel voorkomende klacht in dat werk is.’
Want u houdt daar data van bij?
‘Jazeker, onder andere op basis van de –geanonimiseerde- formulieren die de werknemers zelf invullen voor de keuring. Dat houden we al jaren bij, zodat je ook goed trends kunt zien. Schilders hebben bijvoorbeeld vaker last van stress vergeleken met andere bouwplaatsmedewerkers. Ze hebben relatief veel klachten over werken in ongemakkelijke houding. Het tillen van zware lasten is in de hele bouwbranche flink afgenomen, dankzij het inzetten van hulpmiddelen. Het aantal mensen dat last van stof zegt te hebben, is gestegen. Dat laatste komt vermoedelijk doordat mensen zich er, mede door onze campagnes, meer van bewust zijn geworden hoe schadelijk stof voor je lichaam kan zijn. Het gezondheidsbewustzijn in de bouw is sowieso flink toegenomen.’
Dus ook die campagnes zijn belangrijk…
‘We zijn voor de overheid een goede gesprekspartner, ook wel als er wetten of handhavingsregels zijn die voor een branche onwerkbaar zijn. De branchecatalogi zijn in overleg met ons tot stand gekomen. De overheid en de inspectie SZW vertrouwt, terecht, onze deskundigheid. En ja, die campagnes hebben zin. De gemiddelde leeftijd dat mensen in de bouw met pensioen gaan is nu al geleidelijk aan het oplopen. Toch maken veel bouwmedewerkers zich zorgen of ze hun pensioen wel gezond zullen halen. Dat moet toch een inspanning waard zijn van iedereen.’