Ga naar hoofdinhoud

Vragen over vakschoolkoepel


De ledenraad van Schilder^sCool is bereid om verder van gedachten te wisselen met OnderhoudNL over het op één lijn brengen van de bestaande samenwerkingsverbanden die scholing van schilders ten doel hebben. Maar er moet dan nog wel heel veel uitgewerkt worden.

 

De ledenraad schrijft dit in een brief aan OnderhoudNL. Die volgt op een interne vergadering naar aanleiding van een presentatie die OnderhoudNL gaf op haar eigen hoofdkantoor aan de directies en bestuurders van Schilder^sCool.

‘Dat was wel een beetje een eigenaardig gesprek.’ aldus een van de daar aanwezigen. ‘OnderhoudNL stelde als voorwaarde dat er geen vragen gesteld mochten worden, niet tijdens maar ook niet na afloop van de presentatie. Uiteindelijk zijn er natuurlijk wel wat vragen gesteld, maar we liepen toch met veel vraagtekens daar de deur uit.’

Zo hanteerde OnderhoudNL een aantal cijfers die door de mensen van Schilder^SCool niet als zodanig herkend werden. ‘Wij, samenwerkingsverbanden, zouden op het complete aantal leerlingschilders maar een klein percentage vertegenwoordigen. We zijn dat eens gaan narekenen. Dat klopt niet. Op Schilder^sCools leren meestal kinderen op niveau 3 en hoger, dat is niet te vergelijken met leerlingen op de BBL-opleidingen,’ aldus een aanwezige. ‘Bovendien telde OnderhoudNL leerlingen mee van het CIBAP en het St Lucas, terwijl daar helemaal geen onderhoudsschilders meer worden opgeleid. Ook verzorgen lokale Schilder^sCools soms delen van het onderwijs van de dagscholieren in samenwerking met het roc. ‘

Een andere kwestie die de samenwerkingsverbanden zijn gaan uitzoeken is de bewering dat de meeste leden van de Schilder^sCools ook lid van OnderhoudNL zijn. Dat blijkt per verstiging nogal te variëren, er worden cijfers genoemd van tussen de vijftig en de zestig procent aangesloten leerbedrijven die ook lid zijn van de ondernemersvereniging. Van de resterende leerbedrijven zijn de meesten zzp’ers die tevens leermeester zijn. Met regelmaat nemen deze zzp’ers leerlingen in dienst. Ze worden daarvoor enorm gewaardeerd, omdat de leerling op zo’n plek meestal een goede allround-opleiding krijgt. Het grootste aantal van de leerlingen van Schilder^sCools werkt overigens in dienst van een groter bedrijf, dat in de regel wel lid is van OnderhoudNL.

De Schilder^sCool organisatie vraagt zich in haar brief aan OnderhoudNL onder andere af of het financiële model wel haalbaar is. De ondernemersorganisatie wil immers af van de bedrijfstakeigen regelingen, die door alle werkgevers en werknemers in de sector verplicht wordt afgedragen, maar wil tegelijk voor haar leden een ‘bedrijfstakheffing’ invoeren. Uit die opbrengsten zouden de vakopleidingen en een onderwijsondersteunend bureau gefinancierd kunnen worden. Schilder^sCool vraagt zich af of de opbrengsten van die heffing niet te hoog wordt ingeschat, hoe de hoogte van de heffing verdeeld zal zijn tussen leerbedrijven en niet-leerbedrijven, hoe de verdeling van het onderwijsgeld geregeld gaat worden en hoe betaling uit dat fonds zou moeten lopen aan leerbedrijven die geen OnderhoudNL-lid zijn en dus ook niet afdragen.

Verder stelt Schilder^sCool vragen over het behoud van zeggenschap. Het is nu een zelfstandige organisatie, gedragen door de lidbedrijven met een een eigen bestuursstructuur, commissies en een servicebureau. Hoe zou de organisatie die bestaande structuur kunnen bewaren? En hoe verhoudt het servicebureau zich tot het door OnderhoudNL voorstestelde nieuwe bureau in Waddinxveen?

Schilder^sCool wil namelijk als collectief blijven opereren, waarbij de vestigingen juridisch en financieel onafhankelijk blijven. Ook is er de laatste jaren een verbeteringsslag gemaakt, die men graag wil behouden en voortzetten.

De samenwerkingsverbanden willen in hun regio afspraken kunnen blijven maken met de plaatselijke roc’s. Een betrokkene ligt toe: ‘het is heel gevaarlijk om te denken dat je vanuit een landelijke organisatie wel even aan de mbo-scholen kunt vertellen hoe het schilderonderwijs moet worden vormgegeven. Ros’s met tienduizenden studenten en tientallen opleidingen lachen daar om. Ofwel ze stoppen helemaal met zo’n opleiding of ze gaan het zelf organiseren. Elk roc is anders en overal is het zaak om met de plaatselijke roc’s tot een werkverhouding te komen waarin je het meeste van elkaar kunt profiteren.’

Al met al ontmoette Schildersvak.nl in een rondgang onder bestuurders van Schilder^sCool een stemming van verwondering. Men is voor verdergaande samenwerking met de andere samenwerkingsverbanden, maar ziet in de plannen van OnderhoudNL eigenlijk weinig nieuws. Men ziet wel ideeën terugkomen, met name op het gebied van financiën, die nog kortgeleden zijn afgewezen en waar men dus ook nog steeds niet vóór is. Ook is niet erg duidelijk wat de toegevoegde waarde is van de voorstellen van OnderhoudNL. Bij Schilders^sCool is bovendien veel tegenzin tegen het veranderen van de naam. In het bekend maken daarvan is in de afgelopen jaren veel energie en geld gestoken, men wil wel meedenken over een nieuwe naam, maar de door OnderhoudNL geopperde variant (waar ook ‘OnderhoudNL’ weer in zou moeten voorkomen) wordt als onduidelijk en oubollig ervaren.

Waar SchilderVakschool denkt dat er misschien al snel zaken gedaan kan worden en er al na de zomervakantie kan worden begonnen, en waar OnderhoudNL spreekt van ingang per 1 januari 2016, is dat geloof er bepaald niet bij veel Schilder^sCool bestuurders. In hun ogen moet er een compleet nieuw plan worden opgesteld waarbij ook gezamenlijk wordt opgetrokken. Dat voordat dat het geval is er nog veel water door de rivier zal moeten stromen lijkt wel zeker. Evenals dat de weerstand niet eenvoudig zal wijken.  Eén bestuurder sprak in dat verband van een ‘hete herfst’.


PPG verlengt Colorful Communities tot en met 2035

Baan Twente wederom beste Mercedes-Benz Van ProCenter

Oostveen overgenomen door Hoogstraten Haarzuilens

Geen versoepeling regels voor Oekraïense zzp’ers

Soudal slaat vleugels uit naar Japan