Middels versoepeling van regels moet het kabinet het voortouw nemen in de transformatie van de vele gebouwen die leegstaan. Dat stelt voorzitter Ruud Maas van OnderhoudNL naar aanleiding van de op Prinsjesdag gepresenteerde Miljoenennota.
In de Miljoenennota geeft het kabinet aan dat gemeenten, huurdersorganisaties en corporaties tot nieuwe afspraken moeten komen over het huurbeleid en een betaalbare ‘up-to-date’ woningvoorraad. Dat is mooi, tenminste als het kabinet de mogelijkheid geeft om dat in te richten”, zegt Maas.
“Nederland kent een leegstaand van meer dan 10 miljoen vierkante meter kantoorgebouwen. Middels versoepeling van regels rond de transformatie van deze kantoren ontstaat er een verhoogde flexibiliteit van de woningmarkt die aansluit bij de flexibeler geworden arbeidsmarkt en economie. Met name onder jonge huishoudens neemt de vraag naar flexibelere woonvormen toe, staat er in de Miljoenennota”, aldus Maas.
Het kabinet heeft de afgelopen jaren maatregelen genomen om de werking van de woningmarkt structureel te verbeteren. Deze maatregelen stimuleren de dynamiek en doorstroming in zowel de huur- als koopsector. “Maar de bestaande bouw moet daarin wel een rol van betekenis kunnen spelen, anders haalt het kabinet haar doelstelling niet”, zegt Maas.
Arbeidsmarkt
De voorzitter van de 2.200 bedrijven die in dit kader gespecialiseerd zijn in totaalonderhoud, renovatie en restauratie zegt toe met een aantal koplopers op transformatie-gebied mee te willen denken. Een ander zorgenpunt uit de Miljoenennota is wat Maas betreft de ontwikkeling op de arbeidsmarkt.
“De werknemersbestanden in veel bedrijfstakken en dus ook de onze zijn ingrijpend veranderd. De wet Werk en Zekerheid speelt hierbij ook nog niet in op de seizoensgevoeligheid van onze sector, waardoor ondernemers huiverig zijn om vaste dienstverbanden aan te gaan. Daarbij komt ook de demografische vergrijzing en tekort schietende vergroening. We moeten dus komen tot afspraken over duurzame inzetbaarheid, het bijscholen of omscholen van oudere werknemers, maar wie gaat het doen: detacheerder of de ondernemer? Het liefst allebei en daar gaan wij binnenkort ook over praten met de flexsector”, besluit Maas.