Twee jaar loon doorbetalen bij langdurige ziekte van personeel is een zware last voor veel kleine ondernemers en reden genoeg om geen mensen aan te nemen. MKB-Nederland kaartte het probleem nog maar eens aan in politiek Den Haag. Minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) pakte het signaal op en presenteerde onlangs zijn Kamerbrief om kleine ondernemers te ontlasten.
Veel kleine ondernemers kunnen het risico van langdurig ziek personeel met een verplichte loondoorbetalingstermijn van twee jaar (plus bijbehorende re-integratieverplichtingen) niet dragen. Zij besluiten om die reden geen personeel aan te nemen. Jammer voor de onderneming, jammer voor het personeel en jammer voor de bv Nederland (want bedrijven met potentie groeien niet door).
Iedere ondernemer heeft een mening over het onderwerp. Ook op internet worden heftige discussies gevoerd: ‘Ik neem nu niemand aan, ik durf niet’, zegt de een. ‘Zó lang doorbetalen is belachelijk. Zes weken, net als in Duitsland’, vindt de ander. ‘De re-integratieverplichtingen zijn voor kleine werkgevers een te zware last’, schrijven sommigen. Anderen laten juist een tegengeluid horen: ‘Echte ondernemers zien hun werknemers niet als risico maar als kans om hun bedrijf te verbeteren. Dus niet klagen en zeiken over randgevallen maar incalculeren en risico’s accepteren.’
MKB-Nederland kaartte het probleem begin dit jaar opnieuw aan in politiek Den Haag en vond bij minister Asscher een luisterend oor. Asscher onderkent dat loondoorbetaling bij ziekte een enorm probleem is, ‘met name voor kleine bedrijven’. Voor hen wegen de risico’s zwaar mee bij het wel of niet aannemen van personeel. En dat is reden genoeg om maatregelen te treffen. Op woensdag 7 oktober ontvouwde Asscher zijn plannen in de Tweede Kamer.
Wat dat Plan Asscher precies voorstelt, is nog niet zo gemakkelijk te beantwoorden. De media speculeerden er flink op los in de eerste week van oktober. Het zou gaan om bedrijven tot maximaal tien medewerkers en om terugdringen van de doorbetalingstermijn van twee jaar naar één jaar. Dat Asscher mikt op bedrijven tot maximaal tien medewerkers is wel duidelijk. Maar van het verkorten van de doorbetalingstermijn naar één jaar is niets terug te vinden in het officiële stuk, het 153 pagina’s tellende Interdepartementale beleidsonderzoek over zzp’ers (IBO ZZP). Het ligt wat gecompliceerder allemaal.
In beleidsoptie 15 van de IBO ZZP (‘Toets op ziektecriterium na eerste jaar loondoorbetalingsplicht’) stelt Asscher onder meer het volgende: ‘Om de balans tussen werkgevers- en werknemersprikkels meer in evenwicht te brengen, kan na één jaar ziekte door het UWV worden getoetst of een zieke werknemer meer of minder dan 35 procent arbeidsongeschikt is. In het eerste geval heeft de betrokken werknemer nog (maximaal) één jaar recht op loondoorbetaling. In het tweede geval eindigt het recht op loondoorbetaling voor de betrokken werknemer. […]’
Hij vervolgt: ‘Verder is van belang dat deze werknemer niet kan worden ontslagen vanwege het bestaande ontslagverbod van twee jaar. Dit brengt mee dat de werkgever nog steeds verplicht is om hem te re-integreren, terwijl een financiële prikkel daartoe ontbreekt. De werknemer loopt het risico dat zijn loondoorbetaling in het tweede jaar wordt stopgezet en heeft dus meer belang bij snelle re-integratie. […] Naar verwachting neemt het aantal werknemers met recht op loondoorbetaling in het tweede ziektejaar met 40 tot 50 procent af. Dit resulteert in een afname van de loondoorbetalinglasten voor werkgevers van circa 400 miljoen euro.’
In beleidsoptie 16 (‘Verzekeren tweede jaar loondoorbetaling kleine werkgevers’) opteert Asscher voor een collectieve, vrijwillige verzekering via het UWV in het tweede jaar voor bedrijven tot tien medewerkers. Leest u nog even mee? ‘Kleine werkgevers dragen hier een sectorale premie voor af. Ook worden in dit tweede jaar de re-integratieverplichtingen overgeheveld naar het UWV. […] Aandachtspunt is dat ongeveer 80 procent van de kleine werkgevers op dit moment privaat verzekerd is voor het eerste en tweede jaar loondoorbetaling bij ziekte. Dit gedeelte van de markt wordt dan publiek gemaakt. […] Deze maatregel vergt een wetswijziging. Invoering voor 2017 is in elk geval niet mogelijk.’
Asscher erkent dat er nog aan de ideeën moet worden gesleuteld. Hij verwacht in het voorjaar van 2016 met een uitgewerkt plan te komen. Mooi en aardig, maar dan zijn we weer een half jaar verder. Ondertussen blijven ondernemers last hebben van de huidige regeling. MKB-Nederland realiseert zich dat. Beleidssecretaris Sven Bontje: ‘Het duurt nog lang, te lang voordat er een oplossing komt, maar we zijn wel blij dat de politiek naar onze oproep heeft geluisterd. Ze realiseren zich dat ondernemers teveel risico lopen.’
MKB-Nederland is ‘gematigd positief’ over het plan van Asscher. Volgens Bontje zitten er zowel goede als discutabele aspecten aan. Wat die discussiepunten betreft: Bontje vindt niet alleen twee jaar loon doorbetalen onevenredig maar ook de re-integratieverplichtingen. Die kosten geld, tijd en energie. De ondernemer moet een plan van aanpak opstellen, contacten aangaan met bedrijfsartsen en arbodiensten en dienstverlening inkopen. ‘Teveel gedoe’, aldus Bontje, ‘zeker ook omdat lang niet elk personeelslid goed meewerkt.’
De belangenvereniging gaat de komende maanden in overleg met de beleidsbepalers. Bontje: ‘Wij zijn in gesprek over alle aspecten van het plan. We vinden bijvoorbeeld dat het moet gaan gelden voor alle bedrijven, en niet alleen voor bedrijven tot tien medewerkers. Stel je hebt 14 mensen in dienst? Ook dan word je keihard geraakt. Toch zou je niet in aanmerking komen voor gunstigere voorwaarden. Voor ons is dat onbespreekbaar.”
‘De lol gaat er wel vanaf zo’
In 2007 sloeg het noodlot toe voor Schildersbedrijf Fred Geerling in Doetinchem, een onderneming met twee vaste medewerkers en zes flexwerkers. Een onschuldig weekendje Terschelling eindigde in een drama voor een jonge medewerker, een fanatieke motorrijder. Hij kwam ten val met zijn Harley Davidson en verloor een been. Directeur Fred Geerling: ‘Dan ben je plat gezegd twee jaar tot elkaar veroordeeld. Het was tragisch maar ik kon die jongen geen andere functie aanbieden. Het UWV eist dat je in het tweede ziektejaar een re-integratiebedrijf inschakelt. De kosten bedroegen 5.000 euro. Daarvoor heeft dat bedrijf een paar brieven geschreven en een paar bezoekjes gebracht. Ondertussen gaat salaris overmaken gewoon door en je krijgt na je eigen risicoperiode maar een deel van de verzekeraar vergoed. En het werd nog erger. Ik kreeg er een medewerker met psychische klachten bij. Die heeft ontslag genomen. Het heeft me al met al tienduizenden euro’s gekost aan omzetverlies en verzekeringspremie. Ik ben zwaar afgerekend op mijn verzuimpercentage van 30 procent. Nog steeds betaal ik meer premie dan regulier, terwijl ik helemaal niets aan beide gevallen kon doen en veel moeite in re-integratie heb gestoken. De oplossing? Die periode van twee jaar moet korter. We moeten samen de risico’s dragen en een vangnet inbouwen voor kleine werkgevers, zeker als de oorzaak niet bedrijfsgerelateerd is. De huidige regeling heeft me bijna genekt. Groeien is er ook niet bij. Ik heb daarna nooit meer vast personeel aangenomen.’