Een doorstart na een faillissement hoort een transparant proces te zijn waarin alle belangen zijn meegewogen. Dat is op dit moment niet zo. Dat moet anders, aldus CNV-voorzitter Maurice Limmen.
Bij een doorstart is vaak onduidelijk hoe met de belangen van werknemers, verhuurders en handelscrediteuren rekening wordt gehouden.
Komt er een doorstart: ja of nee? Die vraag houdt bij een dreigend faillissement veel mensen bezig. In de media wordt daarover – bijvoorbeeld bij de ondergang van warenhuisketen V&D – druk gespeculeerd.
“Maar dit proces vindt te vaak achter gesloten deuren plaats. Er is bij een doorstart geen openbare verkoop en soms is de doorstartende ondernemer dezelfde als de oorspronkelijke ondernemer. De doorstart draagt daarmee niet bij aan het vertrouwen dat hier de beste deal is bereikt. Na een doorstart zijn het vooral – maar niet alleen – werknemers die aan het kortste eind trekken en vaak voelen partijen zich achteraf bedrogen”, stelt Limmen.
Commissie
“De introductie van een zogenoemde Commissie bij Doorstart kan dat veranderen. Met deze commissie kan een onderneming na een faillissement op een snelle manier verder in een doorstart waarbij de belangen van alle partijen wel in beeld blijven. De commissie kan bestaan uit experts van de sociale partners, onafhankelijke juristen en accountants met een bijzondere kennis van waarderingen. Zij geven advies over het plan van doorstart vanuit verschillende achtergronden.”
Limmen: “De voordelen? Allereerst kan de rechter-commissaris met het advies van de Commissie bij Doorstart op zak een beter oordeel geven over een doorstart. Op dit moment moet de rechter-commissaris volledig af gaan op het oordeel van een curator. Met een commissie kan de rechter-commissaris ook rekening houden met de belangen van werknemers, verhuurders en handelscrediteuren. De commissie waarborgt zo dat de belangen van deze partijen meewegen in de doorstart.”
Een tweede voordeel is dat een Commissie bij Doorstart bijdraagt aan een gelijk speelveld, denkt Limmen. “De commissie kijkt of er geen misbruik wordt gemaakt van de doorstart, bijvoorbeeld om op een goedkope manier personeel te kunnen ontslaan. Ook toetst de commissie of er niet een andere overnamepartij met een beter bod is. De commissie zorgt er zo voor dat een doorstart eerlijk is ten opzichte van concurrerende ondernemingen.”
Een Commissie bij Doorstart moet de snelheid van een doorstart niet remmen. Daarom moet er binnen 48 uur na aanlevering van de documentatie een advies zijn. De kosten voor de commissie zijn net als de andere kosten bij een doorstart voor rekening van de overnemende partij. De commissie streeft daarbij naar een eensluidend advies over de gekozen doorstart, maar er is ook ruimte om een alternatief – bijvoorbeeld een andere overnamepartij – naar voren te schuiven, aldus Limmen.