Verfspuiten van het Amerikaanse merk Graco staan bekend als de ‘Rolls Royces’ onder de airless verfspuiten: van alle luxe en gemakken voorzien, maar wel vrij prijzig. Niet lang geleden kwam de fabrikant al met de ‘Classic’, die wat goedkoper was. Nu zijn er de GX 21 en de GX FF: professionele airless spuitmachines voor rond de duizend euro.
De nieuwe spuitmachines lanceert Graco voor heel Europa, Azië en Afrika in één klap op de Farbe-beurs, begin maart in München. Ongeveer tegelijk worden ook in de Verenigde Staten, het thuisland van Graco, de beide machines gelanceerd. SchildersVakkrant kreeg, samen met een select gezelschap van groothandelaren, een maand eerder al volledige uitleg. Graco had daarvoor een programma voorbereid in Dubai, één van de Verenigde Arabische Emiraten. ‘Dat is vrij uniek, dat we wereldwijd ongeveer tegelijk met een marktintroductie komen’, glimlacht Raf Willen, productmanager van Graco EMEA (Europa, Midden-Oosten, Afrika). ‘Maar in dit geval werden de noodzaak van en de marktkansen voor een goedkopere, professionele airlessmachine door iedereen wel ingezien. We hebben er gezamenlijk zo’n drie jaar aan gewerkt.’
Dat begon met een gedegen marktonderzoek, waarbij de verfspuitfabrikant zich vooral afvroeg welke belemmeringen er zijn voor schilders, of breder, voor ‘professionals die schilderen’ om een spuitmachine aan te schaffen. ‘Wij zijn natuurlijk bevooroordeeld,’ geeft Jan Jansegers, marketingmanager voor Nederland toe. Maar we begrijpen eigenlijk niet waarom een schilder niet standaard zijn spuitmachine altijd in zijn bus heeft staan en veel meer gebruikt dan hij nu doet. Kijk naar de schroevendraaier: prima ding, maar geen professional gebruikt zo’n gereedschap nog als hij ook een elektrische schroevendraaien kan inzetten. Dat geldt ook voor de elektrische tandenborstel. Waarom blijven we dan nog wel zoveel rollen en kwasten, terwijl het met spuiten zoveel sneller en beter kan?’
De verffabrikant onderscheidt drie groepen schilders: schilders die helemaal geen spuitapparaat hebben, schilders die wel eens wat met zo’n apparaat of met een gevoede roller doen, en schilders die regelmatig spuiten en dat eigenlijk wel vaker zouden willen. ‘Op de eerste twee groepen richten we ons met de GX-spuitmachines’, legt Willen uit. ‘En daarnaast ook op iedereen die voor zijn vak regelmatig schildert. Denk aan aannemers en timmerlieden, maar bijvoorbeeld ook beheerders van woningcomplexen of onderhoudsdiensten van instellingen en bedrijven: iedereen voor wie het prettig is om sneller en beter een schilderbeurt gedaan te krijgen. Mede vanwege de snel groeiende groep van zzp’ers schatten we de markt in Europa in op zo’n 300.000 bedrijven die nog geen spuitapparaat hebben en er wel mee geholpen zouden zijn.’
Een aantal nadelen van spuiten zitten hem in het appliceren zelf: in gemeubileerde ruimten en bij gecompliceerd timmerwerk is afdekken en afplakken niet altijd een optie en bij oneffen ondergronden is rollen soms de beste oplossing. Jansegers: ‘We hebben stellig de indruk dat de bezwaren te veel worden benadrukt. Op het gebied van afplakken zijn er bijvoorbeeld tal van innovaties waardoor dat betrouwbaar en snel kan gebeuren.’
Andere nadelen liggen, of moeten we zeggen lágen bij de spuitmachine: te zwaar, te lastig, te moeilijk om schoon te maken, te duur om te repareren en vooral, te duur in aanschaf. Aan al die bezwaren denkt Graco met zijn nieuwe producten nu een eind te hebben gemaakt.
Willen: ‘We hebben verschillende prototypen gemaakt en schilders gevraagd waar ze behoefte aan hadden. Buiten kijf staat dat we een professionele airless verfspuit wilden maken. Consumentenproducten kun je voor 500 à 800 euro bij de bouwmarkten kopen. Maar dan weet je dat er van kunststofmaterialen gebruik wordt gemaakt, ook in het pompwerk. Zulke machines zijn goed voor een stuk of tien klussen maar dan gaan ze onherroepelijk kapot. De GX-serie is ontwikkeld om ofwel muurverf (de GX 21) ofwel lakken (GX FF) op een professionele manier te verspuiten. Naar schatting heeft de machine een levensduur van 7500 liter, waarschijnlijk meer. Dat komt neer op investeringskosten van 1 à 2 eurocent per vierkante meter. Bij onze zwaardere modellen, zoals de Classic en al helemaal de Mark V, bedragen de investeringskosten een veelvoud, maar die hebben weer een langere levensduur. Schilders die meer willen en moeten spuiten, zullen (eventueel in een later stadium) zeker naar de zwaardere, maar dus ook duurdere airless machines grijpen.’
Onderhoud en schoonmaken is een terugkerend punt van aandacht bij spuitmachines. Graco denkt op veel vragen antwoorden gevonden te hebben. Zo is de machine met water door te spoelen en dus eenvoudig te reinigen. Met een oplosmiddel kan ook, het binnenwerk is bestand tegen agressieve materialen. Is er uiteindelijk wel iets aan de hand met de pomp, bij normaal gebruik zullen de pakkingen als eerste doorslijten, dan kan het ProXchange systeem ingezet worden. De schilder kan zelf het apparaat openen, de oude pomp eruit halen, de nieuwe, à 99 euro, erin plaatsen en doorgaan met spuiten. ProConnect, een gelijkwaardig pompuitwisselsysteem, werd eerder al bij de grotere spuiten geïntroduceerd.‘Alles in deze nieuwe pompen is er op gericht om de schilder er zo zelfstandig mogelijk mee te laten werken’, legt Willen uit. ‘Ook wat betreft de handzaamheid. De GX heeft een draagband waarmee je hem om je schouder kunt hangen. Het spuitpistool en de slang hang je aan het apparaat zodat je nog een hand vrijhoudt. Het apparaat is compact uitgevoerd zodat hij makkelijk achter in de auto een plekje vindt. Mét de chromen stootbeugels die schilders, zo bleek uit marktonderzoek, graag wilden houden. We willen heel graag dat de schilder zijn spuitapparaat overal mee naar toe neemt en inzet waar het maar dienstig is.’
De GX-apparaten zijn geprijsd op circa 1000 euro. Voor de GX21 is een jetroller ontwikkeld die alleen in combinatie met de GX verkocht wordt, samen in een pakketprijs voor ongeveer 1300 euro. De jetroller is Graco’s idee over gevoede rollers. Niet langer wordt de verf via een slang in het binnenste van de roller gespoten, maar de verf spuit onder lage druk uit een spuitkop op het einde van de rollerstang op de roller, of indien gewenst net erboven of er onder. Dat geeft het voordeel dat de schilder zijn eigen rol kan blijven gebruiken en kan wisselen tussen airless spuiten of rollen. Bovendien is de roller zo minder topzwaar dan een roller met een reservoir, wat bij grote klussen op den duur toch zwaar weegt. ‘We zien het spuitend rollen als een soort tussenvorm, voor schilders die nog niet zo aan spuiten gewend zijn’, zegt Jansegers. ‘Het is al een vorm van mechanisatie, maar op den duur, daarvan zijn we overtuigd, zal ook die schilder zijn roller terzijde leggen en steeds meer de voordelen van de airless gaan benutten.’
Foto: JMS