Hoe staat het met de positie van de vakbeweging in Nederland? Heeft de vakbeweging nog bestaansrecht? Heeft de vakbeweging nog wel nut voor haar leden? Professor Paul de Beer, hoogleraar arbeidsverhoudingen, hield daar onlangs een zeer inzichtelijke voordracht over.
De vakbeweging heeft een sterke formele positie, gezien de hoge en stabiele dekkingsgraad van de CAO’s. Ook is de vakbeweging een belangrijke adviseur van de overheid in bijvoorbeeld de Stichting van de Arbeid en de SER.
Inhoudelijk kent de vakbeweging problemen met een lage, dalende organisatiegraad en daarmee met zijn legitimiteit en een dalend loonaandeel in het Bruto Binnenlands Produkt (BBP). Ook is de vakbeweging is ideologisch in het defensief.
Feit is ook dat nieuwe werkenden geen lid worden van de vakbeweging. In 2010 telden de vakverenigingen 1,87 miljoen leden. Dat waren er 17 duizend minder dan een jaar eerder. De laatste vijftien jaar is het aantal vakbondsleden vrijwel stabiel. Omdat de werkzame beroepsbevolking in die periode sterk is toegenomen, daalt echter toch de organisatiegraad. Ook blijkt dat de organisatiegraad sterk varieert. Zo is in 2011 de leeftijdscategorie 15-24 jaar 5,8% georganiseerd, 25-44 jaar 16,1% en 45-64 jaar 29%.
Geen loonsverhoging
Wat hebben de werknemers concreet in salaris opzicht aan de vakbeweging gehad? Uit onderzoek blijkt dat de laatste 35 jaar de vakbeweging geen reële loonverhoging heeft kunnen realiseren! De reële CAO lonen liggen al 35 jaar op de nullijn! De koopkracht stijging is te danken aan incidenten en dorodat er veel meer tweeverdieners zijn gekomen!
Aandeelhouders
De huidige trend van privatisering, verzelfstandiging, marktwerking, mededinging en bezuinigingen en hervormingen in de verzorgingsstaat is de vakbeweging niet gunstig gezind. Daarom is de vraag gerechtvaardigd of er nog toekomst is voor de vakbeweging. Dit zal alleen kunnen door:
• Een verhoging van de organisatiegraad, vergroting van de representativiteit en legitimiteit door bijvoorbeeld een nieuw organisatiemodel, met de CAO als collectief goed, een verplichte CAO bijdrage en gratis lidmaatschap.
• Herstel van de machtsbalans ten opzichte werkgevers door bijvoorbeeld werknemers als mede-aandeelhouders via een collectief fonds en pensioenfondsen een activistische rol als aandeelhouder te geven;
• Herovering van het inhoudelijk initiatief door eigen visie op economie en werk in de toekomst te ontwikkelen, alternatief bieden voor dominante vorm van kapitalisme en loslaten van het werk in loondienst als het ideaal.
Heeft u vragen of opmerkingen, neemt u gerust contact op met Sicco van Steenwijk, arbeidsrecht specialist bij Advocaten in de Praktijk.
Email: vansteenwijk@indepraktijk.com
Ik heb voor deze blog gebruik gemaakt van de gegevens uit de voordracht van prof. Paul de Beer, Henri Polak hoogleraar voor arbeidsverhoudingen UvA, bij VAAN Onder Professoren dd 5 april 2016.