Ga naar hoofdinhoud

‘Eerlijk zijn over inlenersbeloning’


Het schilderseizoen is vroeg begonnen, het grote inlenen van flexpersoneel dus ook (zie ook pagina 13 van deze uitgave). Tussen al die uitzendbureaus met al dat personeel en al die tarieven is het niet makkelijk om keuzes te maken. Met zijn bedrijf FlexKnowledge adviseert Henk Geurtsen uitzendbureaus door het hele land: ‘De schilder-cao is wel bijzonder gecompliceerd.’

 

Oh ja, waarom is dat?

 

‘Het is een vrij uitgebreide cao. Maar wat het vooral lastig maakt, zeker voor uitzendbureaus, is de overgangssituatie die geldt voor de loon- en functiestructuur. Om de loonschaal van iemand vast te stellen moet je bijvoorbeeld uitzoeken of hij op 16 juli 2012 als schilder werkzaam was. Dat is per schilder een heel uitzoekwerk.’

 

Maar je hoeft je toch niet aan de schilder-cao te houden, in ieder geval de eerste 26 weken niet?

 

‘Fout. Dat is per 30 maart 2015 veranderd. Nu geldt vanaf dag één van het uitzendcontract de “inlenersbeloning”: een uitzendschilder dien je hetzelfde brutoloon betalen als je eigen werknemers. Als werkgever moet je dat bruto uurloon aan het uitzendbureau opgeven, het uitzendbureau controleert of dit klopt met de cao-loonschalen. Het uitzendbureau is verplicht om naar het loon voor vaste krachten te vragen. Ben je in je opgave niet eerlijk geweest en begint de uitzendkracht daar een zaak over, dan sta je als schildersbedrijf zwak.’

 

Nou… dan laat je de uitzendschilder toch via een andere cao verlonen, die van schoonmaker of zo, of via de uitzend-cao?

 

‘Dat kan niet. Als de man bij jou gaat schilderen dan mag je hem niet volgens een andere cao verlonen. Er wordt gekeken naar de job, niet naar hoe het genoemd wordt en of hij een schildersdiploma heeft of werkervaring in de schildersbranche. Schilderen is iets anders dan schoonmaken. De uitzend-cao is meer een soort ondergrens voor als er geen cao geldt in een bepaalde branche of als de werknemer iets heel speciaals moet gaan doen dat buiten alle functieomschrijvingen valt. Dus dat gaat niet, als je de man gewoon als schilder wilt laten werken.’

 

Als ik als zzp’er geen personeel heb, maar wel inleen, dan kan ik geen ‘inlenersbeloning’ opgeven.

 

‘Dat klopt. Dan geldt de cao. Op dit moment doet het geval zich voor dat er al sinds eind 2014 geen schilders-cao meer is en er geen algemeen verbindend verklaring (avv) geldt. Ik heb hier met verschillende instanties over overlegd. Overal gaat men er dan toch van uit dat je de schilders-cao dient aan te houden voor het vaststellen van het brutoloon.’

 

Toch krijgen schilders regelmatig aanbiedingen die heel voordelig zijn

 

‘Mijn raad is om bij voorkeur in zee te gaan met een uitzendbureau dat is aangesloten bij de ABU of de NBBU, de twee organisaties van uitzendbureaus. Ze vertegenwoordigen een heel groot deel van de markt. Ik weet dat er daarnaast ook heel veel éénpitters zijn, mensen die bemiddelen voor een beperkt clubje uitzendkrachten. Daar zitten uiteraard goede tussen. In het algemeen geldt: een aanbod dat te goed is om waar te ze zijn, is gewoon inderdaad niet goed.’

 

Klopt het dat een schilder via een uitzendbureau wel tot vijf jaar voor een baas zou kunnen werken?

 

‘Min of meer. Dat heeft met de zogenaamde fasering van doen. De eerste 78 weken kun je het ‘uitzendbeding’ van toepassing verklaren. Dan kan de werknemer ook heengezonden worden zonder betaling tijdens uren dat er geen werk is. Dit zijn kalenderweken: één uur in een week gewerkt doet die week meteen meetellen voor die 78 weken. Daarna volgt de tweede fase, van maximaal vier jaar, te beginnen bij de start van het eerste contract nadat de 78 weken voorbij zijn. In die 2e fase mag het uitzendbureau de werknemer maximaal zes contracten aanbieden in die 4 jaar. Dat telt op tot 5,5 jaar, inderdaad. Dat staat overigens los van de transitievergoeding!’

 

Oh ja! Die vergoeding. Hoe zit dat dan?

 

‘Die geldt wanneer een werknemer 24 maanden, dus twee jaar, voor een werkgever, in dit geval een uitzendbureau, gewerkt heeft, zonder onderbreking van minimaal een half jaar en wiens contract dan afloopt. Let wel, dat kan ook voor verschillende schildersbedrijven zijn. Het uitzendbureau moet dan de transitievergoeding betalen. Het bureau zou er goed aan doen om die kosten vanaf dag één in zijn tarieven mee te nemen. Je kunt moeilijk het schildersbedrijf die de laatste drie maanden van die 24 een schilder in dienst heeft, de volledige kosten in rekening brengen. Overigens is het berekenen van die vergoeding, vooral de hoogte van het bedrag, extreem moeilijk voor uitzendkrachten. Het loon kan verschillen bij verschillende werkzaamheden, er kunnen ziektedagen zijn et cetera. Wij werken samen met de ABU en NBBU aan een rekentool om die berekening voor de uitzendbranche makkelijker te maken.’

 

Over zzp’ers is in de uitzendbranche ook veel te doen

 

‘Zeker. Uitzendbureaus treden soms volgens het “bemiddelingsmodel” op: ze brengen zzp’er en inlener met elkaar in contact en laten het verder aan hen over. Maar ze treden ook wel op volgens het “tussenkomstmodel”; ze sluiten een contract met de zzp’er en met de inlener, en factureren de uren van de zzp’er. Voor die situatie hebben ABU en NBBU nu door de Belastingdienst goedgekeurde modelcontracten. Het risico voor het inlenen van de zzp’ers ligt dan bij hen. Schildersbedrijven die al dan niet met een modelovereenkomst rechtstreeks zzp’ers inhuren lopen zelf het risico. Namelijk dat de Belastingdienst achteraf vindt dat de zzp’er in werkelijkheid in loondienst was. In dat geval zal de werkgever belasting, sociale premies en werknemersafdrachten moeten betalen, wat enorm in de papieren kan lopen.’

 

Foto:

Henk Geurtsen: ‘Een uitzendbureau doet er goed aan om vanaf dag één de transitievergoeding in het loon te verrekenen.’

 

Foto: JMS

 


Eisma ontwikkelt digitale Pocketguide voor BouwBeurs

Amy Davidson vertrekt bij verhuizend OnderhoudNL

Ruim helft cyber-subsidiebudget nu aangevraagd

‘Zelfstandigen in de bouw staan onder druk’

Schildersbedrijf Wyger Smits krijgt nieuwe eigenaar