De grootste verffabrikanten ter wereld houden elkaar voortdurend in de gaten. De grootste is voorlopig het Amerikaanse PPG, moederbedrijf van, onder veel meer, Sigma Coatings, Glidden, Veveo en Boonstoppel. PPG innoveert, en wilde dat wel eens aan de internationale vakpers laten weten.
Waarom er juist nu, begin mei 2016, een bus met in Engeland gevestigde vakjournalisten, aangevuld met de Nederlandse vakpers, in Amsterdam ontvangen en rondgeleid werd? Ken Armistead, corporate communications manager: ‘We zijn als PPG nogal bescheiden over wie we zijn. We wilden de vakpers eens op de hoogte brengen van een aantal innovaties. De datum is eigenlijk vooral gekozen op basis van de agenda’s van de mensen die we er graag bij aanwezig wilden hebben. De bijeenkomst is vooral gericht op de internationale vakpers, magazines met name voor protective coatings. Toevallig zitten de redacties van die magazines allemaal in Engeland, maar hier in Nederland staat een belangrijk onderzoekscentrum van ons, vandaar.’
Voor de economisch geïnteresseerden was de speech van Jean-Marie Greipl interessant. Hij is vicepresident van PPG waar het Architectoral Coatings betreft, veruit de grootste divisie van de multinational, en ook president van EMEA, de regio waarmee Amerikaanse bedrijven Europa, het Midden Oosten en Afrika aanduiden.
Greipl vertelde over de transformatie van het in Pittsburgh gevestigde bedrijf. ‘In 2005 bestond 22 procent van onze omzet nog uit de productie en verwerking van glas in allerlei vormen. Dat is nu geslonken naar 7 procent. Ook haalden we toen 23 procent van onze omzet uit diverse chemische producten. Die activiteiten hebben we allemaal afgestoten. We concentreren ons nu helemaal op de productie en verkoop van verf. In 2005 was onze verfomzet nog 5,6 miljard dollar. Tegenwoordig is dat 14,2 miljard dollar.’
De bestuurders van het bedrijf beschikken over een fikse oorlogskas. Daarmee werden in de loop der jaren grote overnames gedaan. Zoals het SigmaKalon-concern, in 2008. En zoals de Noord-Amerikaanse verfactiviteiten van AkzoNobel in 2013. En zoals, in 2014, de Midden-Amerikaanse verfgigant Comex.
Greipl benadrukte dat groei belangrijk is, maar ook de spreiding binnen het verfsegment is belangrijk. PPG produceert verf voor de doe-het-zelver en voor de bouwbranche (architectoral coatings, 45 procent van de omzet) maar ook voor auto’s, zowel bij productie als bij reparatie (33 procent omzet). Verder levert het speciale verven aan de industrie (14 procent) en tenslotte protective coatings aan de vliegtuigindustrie en de scheepvaart (8 procent). Juist op dat laatste vlak was het meeste nieuws te melden.
Dat PPG veel aan research doet bleek uit de toelichting van Phillipe Hosotte, global technical manager deco. Hij geeft leiding aan al het onderzoek dat PPG doet op het gebied van bouwverven. PPG blijkt zo’n 400 hoog opgeleide laboranten in dienst te hebben die in verschillende laboratoria (waarvan dat in Amsterdam een belangrijke is) aan innovaties werken.
Kees van der Kolk vervult dezelfde functie als Hosotte, maar dan voor de protective en marine coatings. Hij geeft leiding aan circa 170 onderzoekers in 6 laboratoria. Dan gaat het over zowel hitte resistente als opschuimende brandbeveiligende verven (waarvan de journalisten op het eind van de rondleiding een demonstratie kregen) als om 1-pots protective coatings met een extreem lange levensduur en om plakbare antifouling. Ook van die twee laatste uitvindingen kregen de journalisten iets te zien.
Op het gebied van de bouwverven presenteerden onderzoekers producten die al op de Nederlandse markt geïntroduceerd zijn. Zoals de Sigma Pearl Clean, een zeer goed reinigbare muurverf die allerlei vervuiling kan weerstaan. Of zoals de LTA+-technologie die aan de watergedragen binnenlakken wordt toegevoegd en waardoor het vingertastenprobleem opgelost lijkt te zijn. Elke innovatie werd toegelicht door een enthousiaste laborant die voor de ontwikkeling verantwoordelijk is. Minder bekend zijn de Ultra Cool Coatings A4: door toepassing van een witte grondverf en een speciaal ontwikkeld pigment is PPG er in geslaagd om muurverven te maken die aanmerkelijk minder hitte opslaan en doorgeven aan de ondergrond. Ook de donkerste kleuren.
De verrassendste innovaties kwamen dit keer uit de protective coatingshoek. Een product waarmee de professionele onderhoudsschilder te maken zou kunnen krijgen is de nieuwe generatie polysiloxaanverven van PPG, PX One. Van der Kolk legt uit: ‘In het verleden zijn we er al in geslaagd om staal met een tweelaags systeem te beschermen: een laag zinkprimer en een tweede laag, 2k polysiloxaan. Die coatinglaag bleek minstens even goed te presteren als gangbare systemen. Nu zijn we er in geslaagd om een 1 pots siloxaanverf te maken, die even duurzaam is als een 2k epoxy en sterker dan een pu-verf.’
En als klap op de vuurpijl, al zal de onderhoudsschilder er niet snel mee aan de slag gaan, is de nieuwe manier waarop PPG denkt schepen te gaan coaten. Het bedrijf maakt al een tijdje biocidevrije antifoulings, coatings die scheepshuiden moeten beschermen tegen aangroei. Onder de naam PPG Sigmaslide zijn dat coatings die een siliconenhuid om de scheepsromp leggen. Nu wordt die coatinglaag als een plakbare folie ontwikkeld. PPG is met een Europees consortium, E-shark, bezig om robottechnologie en folie samen te brengen. Het idee is dat scheepsrompen in de toekomst door robots beplakt worden met Sigmaglide-folie.
Foto:
Lakspecialist Christelle Duffery legt de LTA+-technologie uit
Foto’s: JMS