Abseiltechieken voor onderhoudswerk leeft nog niet sterk in Nederland. Pas als de reguliere bereiksbaarheidsmiddelen uitgeput zijn, komt deze techniek doorgaans in beeld. ‘Daar komt langzaam maar gestaag verandering in’, merkt Jeroen van Deynen, medeoprichter van A.T.I. Abseiltechnieken in Sint Nicolaasga.
In het buitenland leeft het meer dan in Nederland: de toegankelijkheid voor het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden met behulp van abseiltechnieken. Van Deynen: ‘In Engeland zijn de technieken al in de arbowetgeving opgenomen. Ook in veel mediterrane landen is het meer gebruikelijk. In Nederland zit het nog niet standaard bij de afweging van opdrachtgevers hoe ze moeilijk bereikbare plaatsen toegankelijk kunnen maken. Ook qua arbowetgeving en handhaving leeft het nauwelijks. Meestal kiest de opdrachtgever voor complexe steigerconstructies, hoewel we merken dat de bewustwording groeit.’
De broers Jeroen, Jorrit, Joep en Jasper startten in 2004 het bedrijf op aangeven van een familielid, die op zijn beurt voor het eerst abseiltechnieken toepaste bij onderhoudswerkzaamheden voor chemiereus DSM in Geleen. Die keuze leverde een gigantische kostenbesparing op. Van Deynen: ‘Het onderhoudswerk zelf woog niet op tegen de enorme kosten voor een steigerconstructie. Want daar kun je het verschil mee maken. Niet alleen als opdrachtgever maar ook als inschrijver op een aanbesteding. Een voorbeeld: om productie-uitval bij zuivelproducent Friesland Campina te voorkomen, is gekozen voor abseiltechnieken bij het schilderwerk aan de plafondconstructie. Vanuit het oogpunt van hygiëne zou bij het plaatsen van steigers de productie dagen stil komen te liggen à 100.000 euro per dag. Bij abseilen denkt iedereen namelijk meteen aan grote hoogten. Dat kan, maar hoeft dus niet.’
De abseilers zijn alle opgeleid via officiële Irata-trainingen (International Rope Access Trade Association) en bij elke opdracht wordt een uitvoerige taakrisicoanalyse (TRA) gemaakt en een veiligheidsplan opgesteld. ‘Wij werken altijd volgens de Irata-richtlijnen. Zo werken we altijd met zijn tweeën. Niet dat dit in Nederland wettelijk geregeld is, wel verplicht volgens de Irata-richtlijnen’ Het bedrijf telt 6 vaste medewerkers; inclusief inleen bij pieken tot 20 medewerkers.
Van Deynen: ‘Uitvoerende bedrijven zien ons wel eens als concurrent. Maar wij zijn slechts een toegevoegde waarde voor ze en besparen op kosten voor conventionele hoogwerkmethodes. Dit kan voor hen het verschil maken om een klus wel of niet gegund te krijgen. Uiteraard betrekken we ze heel graag met hun expertise bij de keuze voor verfsystemen, de wijze van appliceren et cetera. Ook als de opdrachtgever ons direct benadert, schakelen we bij voorkeur een schildersbedrijf in.’
Foto:
Jeroen van Deynen hangt ‘in de touwen’ bij de onderhoudswerkzaamheden aan de achtbaan in Walibi
Foto: A.T.I. Abseiltechnieken