Bijzonder wonen in een bijzonder pand. Dat doen de huurders van Standvast Wonen die in één van de gebouwen van het Boldershof-complex wonen in het Gelderse Druten. Hendriks SGR deed er al tientallen jaren het onderhoud en mag de monumentale panden nu vergaand renoveren. Maar alles binnen budget en monumentenvoorschriften.
‘Ik heb heel wat uren in dit project zitten’, glimlacht Patrick Bomer, calculator/werkvoorbereider van Hendriks SGR. ‘Een collega heeft het project nu van me overgenomen. Gelukkig werkt hij naast me op het bedrijfsbureau, want er zijn in het voortraject van dit project heel wat mogelijkheden de revue gepasseerd en steeds om bepaalde redenen al dan niet doorgevoerd.’
Upgrade
Het punt is, Standvast Wonen wilde het complex een upgrade geven. Het schilderwerk was er aan toe, maar ook het lood- en zinkwerk, de platte daken en de dakpannen. Daarnaast waren er binnen in het pand nieuwe vluchtwegen gecreëerd voor het geval van brand, waardoor de ijzeren brandtrappen en -balustrades die ooit aan de buitenkant waren aangebracht, verwijderd konden worden. Een goede reden om ook het voeg- en het metselwerk aan te pakken. Bomer, die ook EPA-W-adviseur is, heeft intensief meegedacht met allerlei mogelijke isolerende maatregelen. ‘Samen met de bevlogen projectleider van Standvast Wonen, Frank Tas, hebben we van alles bedacht. We hebben ook proeven uitgevoerd. Onder andere met Ruysdaelglas, en we hebben over zonnepanelen nagedacht.’ Veel van de opties om het complex energiezuiniger te krijgen zijn ergens op de tekentafel gesneuveld.
Monumentenzorg
‘Monumentenzorg heeft daarbij een grote rol gespeeld’, legt Bomer uit. ‘Men hechtte er aan dat het uiterlijk van de panden zoveel mogelijk gerestaureerd zou worden.’ Het Boldershof-complex, dat gebouwd werd door architect Eduard Cuypers, een neef van de beroemde Pierre Cuypers, stamt uit het begin van de twintigste eeuw. Het werd gebouwd in opdracht van de kloosterorde ‘Filles de la Sagesse’ (Dochters der wijsheid), dat er een gesticht voor verstandelijk gehandicapte meisjes en vrouwen stichtte. De zusters verlieten het complex in 1986, waarna de woningcorporatie de ruimten ombouwde tot huurwoningen en appartementen, die dan ook nergens helemaal gelijk zijn. Het complex bestaat uit twee grote gebouwen ‘Marie Louise’ en ‘Monfort’. Deze vormen twee vleugels van een centrale kapel, meer een kerkje, dat niet lang geleden door een vermogende particulier gekocht is en dus niet tot de onderhoudswerkzaamheden van Hendriks hoort.
Samenwerking
‘Het is best een unieke samenwerking geworden’, vindt Wichert Spanjers, een van de directeuren van Hendriks. ‘We zijn hier in hoofdaanneming bezig. Het is best een groot project, dat niet in aanbesteding gegaan is. Dat heeft veel te maken met de manier waarop we hier hebben meegedacht. Dat is wel kenmerkend voor hoe we bij ons bij Hendriks ontwikkeld hebben. We werken bij voorkeur met eigen personeel, zo’n 85 man: schilders maar ook timmerlieden, metselaars en andere vakmensen. En we hebben bijvoorbeeld ook een eigen woonconsulente in dienst. Het overgrote deel van onze klanten zijn woningcorporaties, beleggers en instellingen. Hen ontzorgen is ons doel. In de loop der tijd hebben we steeds meer kennis in huis gehaald. Op bouwkundig gebied maar ook bijvoorbeeld in de IT. Zo delen we onze projecten in de cloud met onze opdrachtgevers via een projectenprogramma. Zo kunnen ze te allen tijde volgen wat er gebeurt op een project.’
Planning
Met de planning wordt goed rekening met elkaar gehouden. De schilders maken vóór de voegers uit het hout kaal en voeren de reparaties uit en zetten de kozijnen eventueel al in de grondverf. Is het gevelbedrijf geweest, dan worden de gevels schoongespoten en kan de eindlaag worden aangebracht. ‘Ook over de verfsoort hebben we het lang gehad’, aldus Bomer. ‘We hebben er onder andere over gedacht om het project met lijnolieverf uit te voeren. Uiteindelijk is het toch, mede vanwege de droogtijd, een pu-alkyd geworden. Gegeven het weer dat we gehad hebben dit voorjaar ben ik daar niet rouwig om.’
Binnen budget
Bomer: ‘Hier is het de uitdaging om zo goed mogelijk binnen budget te blijven. We hebben een projectbegroting afgegeven, ook op basis van de calculatie van onze onderaannemers, onze partners. De kunst is om dat in het werk goed in de gaten te houden. Als de loodgieter bijvoorbeeld met 500 meter goten rekening houdt, en het blijkt 450 te zijn, dan valt dat teveel in principe terug aan het budget. Dat kan dan eventueel worden ingezet bij de voeger of de bliksemafleiderinstallateur, als de kosten daar zouden tegenvallen. We hebben daar wekelijkse vergaderingen over met het team en dat rapporteren we ook weer terug aan Standvast Wonen.’
Bekend
Een voordeel aan het project is zeker dat Hendriks het al zolang in onderhoud heeft. ‘Zo’n veertien jaar geleden hebben we overal de onderdorpels met Woodstone bekleed. Dat blijkt geweldig geholpen te hebben. Voor zover we houtschade hebben, zit dat alleen in de raamstijlen, en dan veel minder dan je misschien zou verwachten’, vertelt Bomer. Wel een uitdaging zijn de opdeklijsten van de vele, vele, kleine ruitjes. Daar is in de loop der tijden, door allerhande glasvervangingen en aanpassingen, een ratjetoe aan vormen ontstaan. Bij deze onderhoudsklus worden alle lijsten in dezelfde detaillering aangebracht, wat veel rust zal brengen in het aanzien van de gevels. De lijsten worden speciaal door een timmerfabriek voor Hendriks in het juiste profiel gemaakt. Zo was het ook een hele zoektocht om de juiste dakpan te vinden, er blijkt nog maar één dakpannenfabrikant te zijn die ze nog zo maakt als het Cuypers destijds voor ogen stond.
De werkzaamheden gaan voorspoedig. ‘We zijn in week 25 begonnen, de planning is gericht op februari 2017. Maar het ziet er naar uit dat we het voor december wel af zullen hebben’, vertelt Bomer. ‘We hadden bijvoorbeeld met zes schilders gerekend, maar dat zijn er nu permanent zo’n acht geworden, dat maakt natuurlijk uit.’
Foto: JMS