Als fervent voetballiefhebber sprong ik onlangs een gat in de lucht toen ik vernam dat de Wageningse Berg, ooit een van ’s lands mooiste voetbalstadions, na jaren van leegstand eindelijk zal worden opgeknapt en herbestemd. Prachtig dat dit mooie, in een natuurreservaat gelegen en door bosgroen omgeven ‘voetbalwalhalla’ van de ondergang wordt gered.
Sinds het faillissement van de sympathieke profclub FC Wageningen, in 1992, is het voetbalstadion niet meer in gebruik en staan de clubgebouwen en tribunes te verpieteren. Het voormalige voetbalcomplex krijgt nu dan eindelijk een nieuwe functie als Future Center Wageningen, een verzamelpand voor innovatieve bedrijven waar kennis en kunde op het gebied van voeding, beweging en gezondheid samenkomen. De Wageningse gemeenteraad heeft na jarenlange discussie eindelijk goedkeuring gegeven aan de plannen.
Even balletje trappen in het stadion zal daarnaast ook gewoon mogelijk blijven. De grasmat ligt er nog altijd keurig bij en is te huur voor evenementen. Zo blijft (voetbal)historisch erfgoed behouden en dat is mooi. Zo vindt in Nederland, in plaats van nieuwbouw, de laatste jaren steeds vaker hergebruik of medegebruik plaats van bestaande gebouwen. In veel gevallen blijkt herbestemming zelfs een goedkoper alternatief te zijn dan sloop/nieuwbouw, waardoor deze optie steeds meer aan populariteit wint. Een goede ontwikkeling. Ook voor de orderportefeuille van onderhouds- en restauratieschilders. Zij kunnen immers volop aan de bak bij herbestemmingsprojecten.
Een geslaagde transformatie geeft een goed gevoel bij het gebouw en straalt af op de omgeving. Op het gebied van transformatie is er landelijk nog heel wat werk aan de winkel. Denk aan de grote leegstand van winkels in stadscentra, van bedrijfspanden op industrieterreinen en kantoorgebouwen in de bebouwde omgeving. Uiteraard kunnen we niet al deze gebouwen behouden, zeker niet in krimpgebieden. Sloop is óók herbestemming en creëert meer leefbaarheid.
Rijksmonumenten
Daarnaast wacht liefst 2 miljoen m² aan rijksmonumenten in Nederland op een nieuwe bestemming. Het gaat hier in totaal om zo’n 2.000 rijksmonumenten. Dit zijn vooral grote monumenten zoals fabrieken, kerken, kloosters, kazernes of verpleeghuizen. Dit blijkt uit een onderzoek, uitgevoerd door de MonumentenMonitor in opdracht van stichting BOEi. Deze gespecialiseerde ontwikkelaar van monumenten stelt dat met dit onderzoek nu ook cijfermatig onderbouwd is dat er voldoende ruimte is om allerlei maatschappelijke behoeften op te lossen met het herbestemmen van monumenten.
BOEi gaf de MonumentenMonitor opdracht om te bepalen hoe groot de markt is van het restaureren en herbestemmen van monumenten. “Wij zijn eigenlijk al 10 jaar op zoek naar harde cijfers, aan giswerk hebben we niets. Dat kan nu eindelijk met wat in feite “big data” zijn”, aldus de stichting. BOEi heeft nu exact in kaart laten brengen waar welk monument staat, hoe groot het is en het kan in theorie van elk monument bepalen wat de onderhoudstoestand is.
Volgens BOEi wordt met de onderzoeksresultaten heel hard aangetoond dat er voldoende nationale iconen zijn die nog een rol kunnen spelen in de huisvesting van functies die tegenwoordig van belang zijn. Zo gaat de stichting bijvoorbeeld de Markthal in Amsterdam herbestemmen. In het onderzoek gaat het alleen om rijksmonumenten. Naar verwachting, maar die cijfers zijn nog niet hard, zijn er nog veel meer gemeentelijke monumenten. Ook in die categorie ziet BOEi kansen; men is van onder andere plan het Zuiderziekenhuis in Rotterdam te herbestemmen tot gymnasium.
Waarde
De Nederlandse cultuur is er één van nieuw bouwen. Dat is de makkelijkste weg, maar steeds meer groeit het besef dat het tijd is voor de duurzaamste weg. En dat is herbestemmen. De economie ontwikkelt zich langzaam maar zeker circulair. Niet meer het bestaan en bezit van een gebouw vertegenwoordigen een waarde. Het is het gebruik dat waarde geeft. Naar verwachting wordt de herbestemmingsmarkt de komende jaren dan ook een belangrijke bron van inkomsten voor onderhouds- en restauratieschilders.