Ga naar hoofdinhoud

OnderhoudNL blikt vooruit


Terwijl een handjevol FNV-leden buiten ‘zoethoudertjes’ uitdeelden aan de bezoekers van het Ondernemerscongres van OnderhoudNL, keurden binnen, in de warme grote zaal van Orpheus, de OnderhoudNL-leden het beleidsplan 2017-2020 goed. De vereniging wil een ‘ondernemingsvereniging’ worden.

 

Voor de genodigden op het openbare gedeelte, dat werd gehouden na alle beraadslagingen door de sectoren en de Algemene Leden Vergadering (ALV), was vooral de toespraak van Ruud Maas, voorzitter van OnderhoudNL, inhoudelijk interessant. Na hem volgde een flitsende presentatie van trendwatcher Richard van Hooijdonk. Van Hooijdonk hoort tot de vrij grote groep sprekers die het publiek mee kan voeren in de wondere wereld der moderne techniek, benadrukt hoe snel die zich ontwikkelt en de mensen op het hart drukt om vooral mee te bewegen, omdat ‘disrupties’ en ‘transities’ leiden tot het verdwijnen van businessmodellen en banen en leiden tot compleet nieuwe bedrijven en compleet nieuwe banen. Van Hooijdonk gaat daarin misschien van al die trendwatchers het allerverst: hij liet een chip in zijn hand injecteren, waarmee hij nu deuren kan openen, zijn auto kan starten en allerlei andere dingen kan uithalen met spullen die verbonden zijn met ‘het internet van de dingen.’

 

Maas, dan, schetste nog maar eens waar zijn organisatie sinds het vorige beleidsplan, in 2012, mee bezig is geweest: eerst intern zaken op orde stellen, zowel in de organisatie als in de kosten. Daarna ook in de branche kosten besparen. Dit ingegeven door noodzaak: in korte tijd is het aantal schilders in loondienst gedaald van 30.000 naar tegenwoordig 12.000. Daarmee namen ook de afdrachten en dus de inkomsten voor de branche af en werden instituten als Savantis en Arbouw kostbaar. Maas stelde dat de besturen van die instituten niet voldoende wilden veranderen in de door OnderhoudNL aangegeven richting. Maar hij gaf ook wel aan dat de wil van OnderhoudNL daartoe ook ontbrak. De vereniging wil af van het polderen en de communiteiten en zelf onderwijs, arbouw, personeelszaken ter hand nemen.

 

Maas schetste hoe de vereniging van een werkgeversvereniging naar een branchevereniging groeide. Waarmee hij bedoelt dat OnderhoudNL nu veel van de branche-instituten in zich heeft opgenomen, met OnderhoudNL Personeel, OnderhoudNL Opleidingen, OnderhoudNL Trainingen, OnderhoudNL Garantie enzovoort. De bedoeling voor 2020 is om dit voort te zetten en te worden wat Maas noemt een ‘ondernemingsvereniging’. Een stippellijntje op een sheet liet zien wat hij bedoelde: er zou ook een OnderhoudNL Werknemers moeten komen: de vakbond, in dit geval de LBV, zou moeten worden opgenomen in de vereniging, waarmee die er voor zowel werkgevers als werknemers zal zijn.

 

Die vereniging definieert vervolgens voor zichzelf ook een aantal trends waarmee het iets van doen heeft in de komende jaren. Zoals de duurzaamheidstrend, de trend van ‘zelforganisatie’ van zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers, de almaar doorgaande flexibilisering van arbeid en opdrachten, en de waarneming dat het ‘maatschappelijk middenveld scheurt’ (‘Daar hebben we zelf stevig aan bijgedragen’ gaf Maas toe). Daarnaast stelt de vereniging vast dat het imago van de onderhoudssector nog altijd veel verbeterd kan worden en dat alle verschillende ‘sectoren’, divisies van de vereniging, zich sterker kunnen profileren, vooral naar potentiële klanten en stakeholders toe.

 

Al met al schetste Maas een weg waarop al veel hobbels genomen zijn en een aantal nog moeten worden overwonnen, met daarna uitdagingen die de vereniging inderdaad de komende drie jaar wel stevig zullen bezighouden.

 

Bij de foto:

Voorzitter Ruud Maas schetst de toekomstvisie van de werkgeversvereniging

 

Foto: JMS


Inspiratie-event ‘Vrouwen in Vastgoedonderhoud’

Toolbox ‘Dieselmotoremissie’ gelanceerd

Eisma ontwikkelt digitale Pocketguide voor BouwBeurs

HJL Groep uit Havelte is nu ERM-gecertificeerd

Tekort aan vakkrachten onder de loep