Het is regulier schilderwerk, maar ook weer niet, het onderhoud aan het Lumen-gebouw van de Wageningen Universiteit & Research. Veel verschillende soorten ondergronden, dat weer wel. En tijdens het werk draait het universitaire leven gewoon door. Overal waar en wanneer de schilders van Schilders-, Glas- en Afwerkingsbedrijf Hoogvliet-Wageningen aan het pand werken, gaat in overleg.
Het Lumen-gebouw is in de negentiger jaren ontworpen en gebouwd (1996) met als uitgangspunt; een licht, milieu- en mensvriendelijk gebouw. Directe aanleiding voor het onderhoud aan de buitengevel is de sterk verpoederde oude verflaag op het cementgebonden plaatwerk. Ook de staat van onderhoud van geveltimmerwerk, deuren , ramen en kozijnen was van dien aard dat regulier onderhoud nodig was.
Onder andere Drost Coatings werd gevraagd om een advies uit te brengen aan de afdeling Facilitair Bedrijf Vastgoed en Bouwzaken. Jan Eppink, verftechnisch adviseur bij Drost Coatings: ‘De universiteit heeft door het gehele land op meerdere locaties panden in beheer. Daar kennen we elkaar van. Op deze locatie tref je verschillende soorten ondergrond aan. Natuurlijk het houtwerk, maar juist het cementgebonden plaatwerk vraagt om een gepaste aanpak. We dachten in eerste instantie dat het deels om trespa-plaatwerk ging, maar dat bleek niet zo te zijn. Mijn aandacht ging vooral uit naar de verschillende soorten ondergronden en de staat van de, al dan niet aanwezige, coatings. Op de ene kun je niet ongestraft een 2k-product zetten, op de andere weer wel. Zo is de achterzijde van het gebouw deels uitgevoerd met een gespoten sierpleister, en zijn de kozijnen in het recente verleden voorzien van Woodstone-vezelprofielen. Genoeg ondergronden om naar een evenwichtig advies te zoeken. Geen standaard woning dus. Elk pand is hier uniek.’
Uit de aanbesteding komt Hoogvliet-Wageningen als beste uit de bus. Bij die bepaling is de prijs belangrijk, maar niet leidend. Roland Loois, medewerker van Hoogvliet-Wageningen: ‘Ook de bekendheid met de opdrachtgever, met de gebouwen en de ervaring spelen daarbij een rol.’ Collega-schilder Elias van Bemmel vult aan: ‘De staat van het onderhoud die we aantroffen was redelijk tot goed. Links en rechts waren wat reparaties nodig die door de eigen afdeling van de universiteit op afroep zijn uitgevoerd.’ Loois: ‘Bijzonder zijn wel de in het verleden gerepareerde kozijnen met Woodstone-opzetprofielen. Je komt het niet vaak tegen. Na het uitrepareren van houtrot zijn daar destijds steenvezel profielen opgezet.’ Ramen en kozijnen hebben daarom niet dezelfde ondergrond. Voor beide ondergronden zet Eppink de Devetaal SB HG in, een gesiliconiseerde hoogglanslak. ‘Bij wat koudere werkomstandigheden kunnen we voor een beter droging direct uitwijken naar de Devetaal 4 SB HG die tot aan 0°C kan worden toegepast. De planning is om half november op te leveren.’
Op de cementgebonden gevelplaten heeft Eppink de Devedur Metaalverf WV geadviseerd: ‘De naam “metaal” kan verwarrend zijn, maar het gaat hier om de eigenschappen. Het is een 2k waterverdunbare polyurethancoating. Die hecht enorm en is krasvast. Na reiniging en schuren volstaat één dekkende laag, met de roller aangebracht. Daar bereik je een lange levensduur mee vergeleken met een traditioneel muurverfsysteem. Het meer grove sierpleister vroeg weer om een andere benadering. Om vuilaanhechting zoveel mogelijk te voorkomen hebben we hier gekozen voor een siloxaan, de Devesil FS.’
Het schilderwerk van de dakopbouw vraagt om een andere reden speciale aandacht. Loois: ‘Weliswaar gewoon schilderwerk, rolapplicatie in dit geval, maar het buizenwerk op het dak vraagt om de nodige lenigheid. Je moet je soms in allerlei bochten wringen, boven- of onder de buizen door kruipen om er goed bij te kunnen.’ Deze minerale ondergrond zetten de schilders eerst voor met Devecryl Nano Diepgrond. Die laag werd afgewerkt met WallCoat PU/AC, een polyurethan, dus een slijtvaste oplosmiddelvrije acrylaat muurverf.
Van Bemmel: ‘Je moet bij het onderhoud aan dit pand sterk rekening houden met de mensen die er werken en de omstandigheden. De jaloezieën gaan hier automatisch open en dicht. Met de technisch gebouwbeheerder moet je dat goed coördineren. Daarbij komt dat zich aan de achterzijde van het pand laboratoria bevinden. Daar luistert de klimaatbeheersing erg nauw in verband met bepaalde proeven. Alle onderhoudsbewegingen gaan hier dus in overleg.’
Bij de foto:
Het Lumen-gebouw van de Wageningen Universiteit & Research kent verschillende soorten ondergronden die ieder om hun eigen afwerking vragen
Foto: HvG