Ga naar hoofdinhoud

Kozijn aan de monitor


Meten is weten. Als je het houtvochtgehalte in een kozijn kan volgen, kun je iets zeggen over de kans op houtrot en schimmelaantasting. Via internet liggen de eerste kozijnen inmiddels ‘aan de monitor’. De uitdaging is nu de enorme hoeveelheid data juist te interpreteren.

De schilders- en onderhoudsbranche staat doorgaans te boek als conservatief. Wie ziet hoe moeizaam technische innovaties als UV/infrarooddroging van verf en spuitapplicatie door de praktijk worden omarmd, is geneigd de criticasters gelijk te geven. Toch zijn er genoeg pioniers in onze sector die wel degelijk voor de muziek uit lopen. In nummer 2-2017 van Eisma’s Schildersblad een aantal opvallende zaken die het predicaat innovatief mogen dragen. Het artikel over de ApiSenz houtsenor is waarschijnlijk de meest tot de verbeelding sprekende.

Onderhoudssensor

Op zich niks nieuws onder de zon. Zo’n twintig jaar geleden was TNO hiermee al bezig en de voorloper van OnderhoudNL, Fosag, heeft ook wel eens getrokken aan een project met de naam ‘Breinkozijn’. Allemaal niks meer van gehoord. Maar de ApiSenz onderhoudssensor is nu een feit. Prototypen worden momenteel beproefd in de praktijk.

ApiSenz monitort de conditie van een houten kozijn op afstand. De gegevens worden via internet naar de beheerder, in dit geval een onderhoudsbedrijf, verzonden. Weijman Vastgoedonderhoud heeft namelijk samen met Stichting Hout Research (SHR) en Agillox RFID Technology een aantal pilotprojecten uitgezet. De bedoeling is kennis en ervaring op te doen; patronen in de schommelingen van het houtvochtgehalte leren kennen en te analyseren wanneer je je serieus zorgen moet gaan maken over de conditie van het hout. Uiteindelijk moet dat leiden tot gerichter en dus minder onderhoud.

Internet of things

Dus straks zijn ook bouwdelen opgenomen in het ‘internet of things’ netwerk. Sensoren worden steeds goedkoper en online meten biedt ongekende mogelijkheden. Niet alleen op het gebied van houtrotbestrijding. Akoestische sensoren zouden de activiteit, en daarmee de mate van aantasting, van insecten kunnen monitoren en het meten van waterstromingen in houten palen kan iets zeggen over de kwaliteit van de fundering onder oude gebouwen. Geen toekomstmuziek, aldus de betrokken onderzoeker van SHR. “Daar zijn we gewoon nu mee bezig.”

3D-printtechniek

Niet minder interessant zijn de mogelijkheden die Trijntje Teerhuis, eigenaar van het bedrijf Tryn 3D-printing, schetst in hetzelfde nummer. De 3D-printtechniek bestaat al ruim drie decennia, maar wordt steeds toegankelijker. Ook voor de schilders- en onderhoudsbranche. Volgens haar kan een schilder uitstekend zijn oude ambacht combineren met moderne techniek.

Wat te denken van 3D-geprinte rozetten of andere ornamenten voor een stucplafond? Maar ook reproduceren (na een 3D-scan) van een trapknop, een ontbrekend stuk plint of een gevelsteen. En kijk niet raar op als straks bij houtrotsanering een 3D-printer wordt ingezet, zodat minutieus kan worden gewerkt bij deelvervanging.

Belangstelling

Wellicht dat dit soort ontwikkelingen er voor zorgen dat de belangstelling onder de jeugd om te kiezen voor een toekomst in de onderhoudssector weer groter wordt.

Foto: De Beeldredactie, Bram Petraeus

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.


PPG verlengt Colorful Communities tot en met 2035

Baan Twente wederom beste Mercedes-Benz Van ProCenter

Oostveen overgenomen door Hoogstraten Haarzuilens

Geen versoepeling regels voor Oekraïense zzp’ers

Soudal slaat vleugels uit naar Japan