Zomaar een bericht dat begin mei de redactieburelen passeerde: ‘Leden Platform Duurzame Huisvesting bekrachtigen samenwerking om de transitie naar duurzaam vastgoed in Nederland te versnellen.’ De begeleidende foto trok de aandacht; waar is het logo van OnderhoudNL?
Het Platform Duurzame Huisvesting is de ketenregisseur die zich inzet voor een versnelde transitie naar duurzaam vastgoed, lees ik op de website. ‘Vastgoed dat een bijdrage levert aan een energiezuinige, flexibele, comfortabele en gezonde werk- en leefomgeving. De leden van het platform zijn betrokken bij en spelen een leidende rol in de bouw, het onderhoud en beheer van gebouwen, het investeren en beleggen in gebouwen en het managen van gebouwgebonden faciliteiten.’
Leden platform
Klinkt goed. En wie zijn die leden van dat platform, dat zich inzet om onze gebouwde omgeving toekomstbestendig te maken, dan? Facility Management Nederland (FMN), TNO, Rijksvastgoedbedrijf, Dutch Green Building Council, IVBN, TVVL, Vastgoed Belang, Bouwend Nederland, UNETO-VNI, NVDO, ISSO en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
Wetende dat met name leden van OnderhoudNL Totaal steeds vaker opereren op het vlak van groot onderhoud, waarbij bestaande woningen energetisch worden opgewaardeerd, bevreemdt het mij dat deze ondernemersorganisatie in dit rijtje ontbreekt.
Utiliteitsbouw
Is dit omdat het platform zich vooral richt op het duurzaam maken van bedrijfsvastgoed? Utiliteitsbouw, dus bouwwerken die geen woonbestemming hebben? Het is waar dat vastgoedonderhoudsbedrijven die lid zijn van OnderhoudNL onder andere accelereren ten opzichte van conventionele aannemers op het gebied van bewonerscommunicatie. Juist daarom zijn zij bij steeds meer woningcorporaties en VvE’s in beeld als het om groot onderhoud gaat.
Gemiste kans
Maar mijns inziens is het een gemiste kans als de expertise uit deze hoek niet wordt benut als naar anders vastgoed wordt gekeken. Een versnelling naar duurzaam bedrijfsvastgoed kan alleen worden bewerkstelligd wanneer partijen uit de hele vastgoedsector betrokken zijn. Dat leidt tot betrokkenheid en nieuwe inzichten.
Ik ben benieuwd waarom bij deze ‘bundeling van kennis en veranderkracht voor een duurzame en toekomstbestendige leefomgeving en versnelde energietransitie’ de vastgoedonderhoudsbedrijven zoals wij die kennen niet direct vertegenwoordigd zijn?