Dat de bouw verandert is voor u geen nieuws, maar het heeft wel gevolgen voor de waarde van een bedrijf.
In mijn verkoopportefeuille zit een mooi vastgoedonderhoudsbedrijf, voornamelijk werkzaam in de regio Amsterdam, met een omzet van ongeveer 2 miljoen en 10 personeelsleden. Het bedrijf werkt voornamelijk voor professionele opdrachtgevers en het resultaat is prima.
Na de eerste verkenning van de markt waren er al drie kandidaat-kopers voor het bedrijf en dat leidde al snel tot een kennismakingsgesprek tussen koper en verkoper.
Een van de kandidaat-kopers (een middelgroot onderhoudsbedrijf uit het midden van Nederland) kwam ook op de koffie.
Ik bespaar u alle details, maar op een bepaald moment zegt de koper: ‘Ik weet exact wat een bedrijf nu waard is.’ Met verbazing keek ik de man aan, want hij had nog geen enkel financieel of ander gegeven van het bedrijf ontvangen. Spontaan ging hij verder met: ‘Eigenlijk heb ik op dit moment te veel werk in Amsterdam en daarom heb ik geen interesse in de klanten van het bedrijf maar in de mensen van het bedrijf. De waarde is vijfduizend euro per vakman en tienduizend euro per uta-medewerker en daarom is de waarde ook gemakkelijk vast te stellen.’
Is dit nieuw voor ons als ervaren overnamespecialist in de bouw? Neen, zodra het ontzettend druk wordt in de bouw en er geschreeuwd wordt om mensen komen er veel capaciteitskopers op de markt en deze zijn dus alleen op zoek naar mensen.
Maar ook strategische kopers zullen niet de hoofdprijs willen betalen voor een bedrijf, omdat ze zich ook realiseren dat de bouw in één half jaar kan “omdraaien”. De oude kreet van zeven magere jaren en daarna weer zeven vette jaren is absoluut geen gegeven meer in de Nederlandse markt.