Het Rijk gaat in stedelijke gebieden met de grootste vraag naar woningen een actievere en regisserende rol spelen. Op korte termijn starten met gemeenten, woningcorporaties, bouwers en investeerders gesprekken die moeten leiden tot afspraken over het versnellen van de woningbouwproductie. Ook komt er permanent landelijk overleg met brancheorganisaties en belanghebbenden.
Dat schrijft minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij de Staat van de Woningmarkt 2017, die net naar de Tweede en Eerste Kamer is gestuurd. De nieuwste jaarrapportage laat zien dat de groeiende economie en de lage rente doorwerken op de woningmarkt. Het aantal verkopen blijft stijgen, met vooral in stedelijke gebieden sterke prijsstijgingen. Ook de aanhoudende groei van het aantal huishoudens zorgt voor een oplopende vraag naar woningen.
De komende jaren zou de bouwproductie moeten groeien naar gemiddeld 75.000 woningen per jaar. De gerealiseerde en geraamde bouwproductie laat een stijgende trend zien, maar er is van de betrokken partijen extra inzet nodig om het verschil tussen vraag en aanbod niet te laten oplopen. Minister
Gekwalificeerd personeel
Ollongren schrijft dat de mogelijkheden voor het aanjagen van de bouwproductie onder andere afhankelijk zijn van de beschikbare plancapaciteit, de beschikbaarheid van bouwmaterialen en het aanbod aan voldoende gekwalificeerd personeel. Zij wijst er verder op dat er vooral vraag is naar woningen in de binnensteden. Binnenstedelijk bouwen is echter complex en kent een relatief lange opleveringstijd. Een beter gebruik van de bestaande voorraad en flexibeler woonvormen kunnen de druk op de woningmarkt verminderen.
Het kabinet werkt verder aan de nieuwe Omgevingswet die moet zorgen voor snellere procedures. Woningcorporaties kunnen eenvoudiger toestemming krijgen om huurwoningen in het middensegment te bouwen. Dit segment is cruciaal voor huishoudens die flexibel willen zijn of voor wie koop of sociale huur geen optie is. Op verzoek van het vorige kabinet is er onder voorzitterschap van Rob van Gijzel in diverse gemeenten een zogeheten Samenwerkingstafel Middenhuur gestart over een groter aanbod van deze woningen.
Ook is er een landelijke tafel waarin brancheorganisaties en belanghebbenden knelpunten in kaart brengen. Het eindverslag van de samenwerkingstafels wordt eind januari verwacht. De neemt de aanbevelingen mee bij het maken van regionale afspraken. Zij wil ook na januari doorgaan met de landelijke overlegtafel. De gehele woningmarkt zal dan onderwerp van permanent overleg zijn.
Laat u niet van de wijs brengen door dit mooie bericht.
We bouwen te weinig huizen en dit is al decennia veel te weinig.
Gevolg: het woningtekortloopt op, de huizenprijzen stijgen.
En kleine beleggers kapen koopwoningen weg voor de neus
van minder vermogenden.
Beter wordt het voorlopig niet.
Woningbouwers zullen en kunnen hun productie niet snel op
voeren. Sinds de crisis hebben gemeenten, corporaties,
ontwikkelaars, bouwers, toeleveranciers en onderaannemers
hun productiecapaciteit afgebouwd. Het opbouwen ervan
kost tijden en leidt tot stijgende prijzen.
Voormalig minister van Wonen Stef Blok zei toch dat de
klus geklaard was? Zijn klus misschien wel.
Politici steken graag een veer in hun kont.
Er dient een wet te komen die de kleine beleggers geen kans geven om de woningen weg te kapen voor de minder vermogende, laat die de huizen kopen die langer dan een jaar te koop worden aangeboden.
Zie dit ook in mijn woon omgeving, de huis worden opgekocht van een particulier en daarna opgedeeld in vier tot acht ruimtes voor kleine startende personen.
Dit handelen haalt de hele buurt naar beneden, als dit drie woningen zijn kort bij elkaar in de straat heb je een toename van vijftien auto’s, waar geen of weinig ruimte voor is.