Bevoorrading van bedrijven in de binnenstad. Busjes voor bedrijven, onderhoud, bouw. Gemeenten voeren meestal een beleid dat er op gericht is om de centra zo verkeersluw als mogelijk te krijgen. En toch moet die gevel geschilderd. En toch moet het materieel aangeleverd. En hoe krijg je je medewerkers ter plaatse?
Binnensteden autoluw maken is de trend. Dat is vaak een doorn in het oog voor het ondernemerschap. Gemeentes houden er zo hun eigen toegangs- en parkeerbeleid op na. Dit nog los van de discussie over de invoering van milieuzones om zo vervuilende auto’s uit drukke binnensteden te weren. Arnhem is, na Utrecht en Rotterdam, de derde stad die vervuilende diesels uit het centrum gaat weren. Per 1 januari 2019 geldt dat daar voor alle diesels van voor 2004 en voor diesels van voor 2006 alleen als ze aan bepaalde Europese eisen voldoen.
Sommige binnensteden zijn op bepaalde tijden helemaal afgesloten voor verkeer, met behulp van uitschuifbare roadbarriers. Andere breiden voetgangersgebieden structureel uit. Desalniettemin zul je als onderhoudsbedrijf toegang moeten krijgen om (langdurig) onderhoud uit te kunnen voeren. De vergunningenstelsels zijn een crime voor steigerbouwers (wegens de precariorechten) en voor onderhoudsbedrijven (vanwege de parkeervergunningen). Gelukkig behoren langdurige schriftelijke aanvragen en wachttijden voor een loket nu (grotendeels) tot het verleden en hebben aanvraagprocedures inmiddels plaatsgemaakt voor snellere online aanvraagmogelijkheden en vormen van digitaal parkeren.
De parkeertarieven zijn daarentegen alleen maar gestegen. Belangenorganisatie voor zzp’ers, Zelfstandigen Bouw heeft berekend dat je als zelfstandig ondernemer in het centrum van grote steden tot wel 3000 euro op jaarbasis kwijt bent aan parkeergeld en/of -vergunning. Je kunt je natuurlijk afvragen of je dat geld als ondernemer ook daadwerkelijk ‘kwijt’ bent. Kosten voor een hoogwerker of steiger bereken je in de regel ook door aan de opdrachtgever, waarom niet de parkeerkosten? Bewoners en bedrijven ervaren zelf de voordelen van een vestiging in het centrum van een stad en zijn op de hoogte van de beperkingen die dat met zich meebrengt.
Toegegeven, niet elke gemeente is even ondernemers(on)vriendelijk. Bestaan er bijvoorbeeld voor artsen en verloskundigen bij acute nood, en soms ook voor mantelzorgers speciale vergunningen, voor ondernemers is ook meestal wel wat geregeld. Dan kan parkeren geregeld worden met bijzondere vergunningen; zeker als het een voetgangersdomein betreft. Om van die beperkte ruimte gebruik te kunnen maken bestaan bij de gemeente in de regel digitale aanvraagmogelijkheden.
De grootste irritaties ontstaan natuurlijk bij overschrijding van de parkeerduur of bij het ‘eventjes’ stoppen/dubbel parkeren om iets uit- of in te laden, met een parkeerboete tot gevolg. Gemeentes schakelen gelukkig in toenemende mate over op digitale parkeersystemen waarbij het geparkeerde voertuig wordt afgemeld bij vertrek. Parkeergeld in de vorm van muntjes komt er dan niet meer aan te pas.
Lastig blijft het bijvoorbeeld voor opdrachten die voor drie weken gepland staan, maar door onvoorziene omstandigheden, bijvoorbeeld een stormachtige week, zijn uitgelopen. Een vergunning tussentijds aanpassen geldt als een uitdaging voor ondernemers en vraagt om de nodige rust en zelfbeheersing.
Foto:
Parkeren binnen de beperkte ruimte in de binnenstad is aan regels gebonden om chaos te vermijden
Foto: HvG
Ondernemertje pesten
Ondernemers en parkeren in binnensteden, niet het meest opwekkende onderwerp van gesprek. Gedwongen door de regelgeving passen ondernemers hun parkeergedrag aan. De beperkingen voelen soms aan als ondernemertje pesten. Hieronder enkele voorbeelden.
Kevin van den Burg, mededirecteur-eigenaar van Mantel Totaalonderhoud uit Woerden, deed vorig jaar oktober in SchildersVakkrant al zijn beklag over de hoge bereiksbaarheidskosten in het centrum van Utrecht: ‘Ontheffingen, vergunningen, vertragingen. Ze maken substantieel deel uit van je exploitatie. Als je per project een bepaalde marge nastreeft ontkom je er niet aan om die kosten bespreekbaar en inzichtelijk te maken en door te berekenen. Want doe je dat niet, dan moet je op kwaliteit besparen. Dat is geen optie.’ Maar ook Van den Burg neemt soms zijn verlies. ‘Even snel parkeren en naar binnen lopen, kan al een bon opleveren. Doorgaans zijn handhavers onverbiddelijk. Daar kun je je klant niet lastig mee vallen. Soms is het een spelletje, de ene keer heb je mazzel, de andere keer pech.’
Leiden kent de zogenoemde Klussenbusvergunning. In hartje centrum kun je daar voor ongeveer 110 euro per kwartaal parkeren. Verderaf gelegen zones zijn iets goedkoper. Je moet dan wel een recent KvK- uittreksel overleggen, niet meer dan 5 medewerkers in dienst hebben, het moet een bedrijfswagen zijn, ingericht voor het vervoer van goederen die maximaal 3500 kg mag wegen. Zorg er dan wel voor dat eventuele medewerkers meerijden, als dat mogelijk is, anders betalen zij wel het volle pond.
Foto: HvG
Dordrecht verleent voor de autovrije ruimte ontheffingen voor bedrijfswagens voor bijna 60 euro per dag, maar niet als er in de onmiddellijke nabijheid parkeervoorzieningen zijn. Let wel, dit alles geldt niet voor het gebruik van hoogwerkers, het plaatsen van containers, toiletten en een keet. Daarvoor gelden het bijzondere tarief ‘Gebruik openbare ruimte’ waarover gemeentelijke precariobelasting moeten worden betaald. De aanvraag hiervoor bedraagt enkele weken.
In Groningen kun je als onderhoudsbedrijf binnen autovrije gebieden en buiten de vastgestelde venstertijden (5:00-12:00 uur) geen jaarontheffing krijgen, wel incidentele ontheffingen, voor de duur van telkens 5 dagen. Maar let op: niet om te parkeren tijdens de werkzaamheden in autovrije gebieden, maar om er te laden en te lossen en de auto vervolgens te verplaatsen naar een plek waar een gewoon parkeertarief geldt.
‘Ondernemertje pesten,’ is de ervaring van Nico van der Wilk het van N.C. van der Wilk Bouw- & Onderhoudswerken uit Naaldwijk. ‘Als kleine ondernemer was ik het afgelopen jaar meer dan 2000 euro kwijt aan parkeergeld en boetes in Rotterdam. Gewoon triest zo’n beleid. Als je even aan het lossen of laden bent, komen die fotojongens in de auto langs om je te flitsen.’