In nummer 8 van Eisma’s Schildersblad (verschijnt in week 34) bieden we een podium aan onderzoekster Marieke Venselaar. Zij onderzocht hoe ketensamenwerking zich ontwikkelt in de dagelijkse praktijk op de werkvloer bij woningcorporaties.
Een van de conclusies: het bij elkaar brengen van meerdere professionals is moeilijk. Dit geldt nog meer voor de interne keten, dus binnen de eigen organisatie, dan met externe ketenpartners. En projectleiders voelen zich regelmatig ongehoord en onbegrepen.
Geen stappenplan
Het interessante is dat haar bevindingen waarschijnlijk zijn te projecteren op alle andere ketenpartners, waaronder schilders- en onderhoudsbedrijven. Even voor alle duidelijkheid, een heilige graal is er niet. Er is geen 1-2-3 stappenplan is om ketensamenwerking succesvol in te voeren
Venselaar raadt professionals in de keten aan eerst de eigen situatie op de werkvloer eens grondig te evalueren. Een vurig pleidooi voor zelfreflectie bij alle betrokken partijen, ook onderhoudsbedrijven. Waarbij de centrale vraag is: welke waarde voeg ik toe met mijn acties?
Containerbegrip
Minstens zo interessant zijn de opmerkingen die Venselaar in de kantlijn van het interview maakt. Zo constateert ze dat ketensamenwerking een containerbegrip is geworden, waardoor onduidelijk is wat een ieder daaronder verstaat. Misschien zijn we, in haar opinie, wel beter af als het hele woord wordt geschrapt. Geef in plaats daarvan gewoon concreet aan wat je als ketenpartners voor ogen hebt.
Ook vraagt zij zich af waar het heilige geloof in ketensamenwerking toch vandaan komt. Volgens haar heeft tot nu toe niemand de exacte voordelen kunnen aantonen. Ketensamenwerking is ook geen doel op zich, stelt Venselaar. De essentie is: voor weinig geld mooie woningen bouwen en onderhouden voor mensen die dat zelf niet kunnen betalen.