Ga naar hoofdinhoud

‘Molen was toe aan een nieuwe schilder’


Molens in particulier bezit. Ze zijn er nog. Iwan de Ruiter en zijn echtgenote hadden wat te vieren in een restaurant in de buurt en liepen er eens een binnen. De directeur van I.D.R. Schilderwerken liep naar buiten met een opdrachtaanvraag op zak. ‘Mooi werk, het past bij een schilder.’

Korenmolen De Hoop in Oud-Alblas is van particuliere eigenaars: Gert-Jan en Heleen de Groot, die de zaak in 2017 overnamen van de vierde generatie, Gert-Jans vader, die nog altijd in het woonhuis onder de molen woont. Onder de naam ‘Graan&zo, Natuurlijk puur’ exploiteren ze de molen, die nog altijd maalt. Ze ontvangen gasten die ze rondleiden en richtten een winkel in waar tal van ambachtelijke meelsoorten en aanverwante producten te koop zijn.

‘We hadden net ons huis verkocht in Dordrecht en dat vierden we in een restaurant hier in de buurt’, vertelt Iwan de Ruiter. De 31-jarige ondernemer heeft een schildersbedrijf met tien man personeel, waarmee hij zich vooral op het vele monumentale werk in de binnenstad van Dordrecht toelegt. ‘Een paar jaar geleden had ik nog twintig man in dienst. Dat was niet makkelijk in de crisistijd. Vooral in de winter is het lastig om iedereen aan het werk te houden. Je hebt dan toch ook corporatiewerk en werk voor VvE’s nodig. Maar dat wordt meer en meer door de grote vastgoedonderhoudsbedrijven uitgevoerd. Voor de corporaties in RGS-contracten en de VvE’s brengen hun onderhoud steeds vaker onder bij grote beheerkantoren en die besteden het werk ook liever uit aan vastgoedonderhoudsbedrijven. Dat is natuurlijk goed voor de continuïteit van die bedrijven. Maar voor een middelgroot schildersbedrijf is er dan in de winter aanmerkelijk minder te doen.’

Maar, om eerlijk te zijn, De Ruiter vind het schilderen zelf nog altijd veel te leuk. ‘Ik ben opgeleid tot schilder, maar heb daarna in een aantal heel andere branches gewerkt. Onder andere als autoverkoper. Verkopen en klantencontacten gaan me prima af, maar het schilderen vind ik toch eigenlijk wel het leukste. Heb je een groot bedrijf, dan kom je daar niet meer aan toe. Nu sta ik zelf weer lekker mee te schilderen.’

Op korenmolen De Hoop dus. Want in de winkel kwamen de De Ruiters met de De Groots aan de praat. ‘De molen moest nodig weer geschilderd worden. Puur functioneel, uit bescherming. Molenaars zien een molen als een gebruiksvoorwerp, een machine. En met de krachten van wind en beweging die op de wieken en andere onderdelen slaan, heeft het ook weinig nut om alles dicht te zetten met epoxy of glad te plamuren,’ legt De Ruiter uit. ‘Heel anders dan ik normaal werk. De molenaar heeft vroeger zelf aardig wat geschilderd en er was ook wel eens een professionele schilder bij geweest. Maar er was duidelijk behoefte aan een nieuwe, frisse aanpak.’

Die staat De Ruiter nu te leveren, als SchildersVakkrant er is alleen met medewerker Harry Vogel, soms ook met wel drie medewerkers. Een belangrijk deel van het werk bestaat uit reinigen en voorbereiden. ‘Zoals ik al zei zien molenaars hun molen vooral als een apparaat dat moet werken, niet als iets esthetisch fraais,’ lacht De Ruiter. ‘De houten delen waren helemaal groengrijs van de algen en het mos. We hebben dat met hoge druk en schrappers er af moeten halen. Daarbij moesten we nog uitkijken dat we met het stralen niet de bakstenen raakten. Die zijn ook donker uitgeslagen en bemost. Dat moet vooral zo blijven. Op middellange termijn moet ook de baksteen gereinigd worden en moeten de voegen nagelopen, maar nu nog niet. Raak je de muur met hoge druk, dan maak je hem plaatselijk bont.’ Het houtwerk wordt na reiniging en mattering geschilderd met Wijzonol BH Silicon Alkyd in traditionele ‘molenkleuren’. De Groot: ‘Een vochtregulerend verfsysteem, met prima bescherming en ook nog een heel behoorlijke glans. Het schilderwerk moet gewoon technisch goed zijn.’

Er wordt ook in nauw overleg met een gespecialiseerd molenbouwbedrijf gewerkt. Dat gaat de houten delen van twee van de vier wieken vervangen. Dus schildert I.D.R. Schilderwerken voorlopig alleen de vier stalen blauwe dragers en alleen het houtwerk van de andere twee wieken. Daarbij worden zeer terughoudend reparaties uitgevoerd, net zoals op de andere houten delen, met Woodfill van Woodcap. Aan de houten deur (op de omgang komen zowel een houten als een stalen deur uit) heeft De Ruiter meer aandacht besteed. ‘Een zware grenen deur. Die was in heel slechte staat. De molenaar was al van plan om hem te laten vervangen. Dat vond ik toch zonde. Met epoxyreparatiemiddel en door te lamineren hebben we die deur weer heel goed opgelapt.’

I.D.R. mag dan kleiner zijn dan vroeger, De Ruiter kan behoorlijk complexe zaken aan. ‘Ik neem het op me om opdrachtgevers helemaal te ontzorgen. Daarvoor heb ik een goed netwerk van specialisten, timmerlieden, metselaars, loodgieters, waarmee ik een renovatie of een verbouwing, ook van een monumentaal pand helemaal op me kan nemen. Ik fungeer dan als een aannemer, maar wel één die zelf meewerkt en op de werken aanwezig is. Een werk als dit, aan deze molen, is dan heel leuk om te doen. Heel ambachtelijk. Schilders en molens, dat hoort op een of andere manier bij elkaar.’

Vanaf de ommegang van de molen kun je in de verte de kerktorens van Dordrecht zien. Dichterbij staan nog veel meer molens, ook veelal in particulier eigendom. ‘Ik hoop zeer dat we met het werk dat we hier leveren ons visitekaartje afgeven’, glimlacht De Ruiter. ‘Er zijn meer molens toe aan een schilderbeurt door een bekwaam en modern schildersbedrijf. En ik zou die molens maar wat graag willen schilderen.’

Foto:
Korenmolen De Hoop maalt nog steeds. Het is eigendom van de molenaar, die er mensen rondleid en een winkel op de benedenverdieping drijft
Foto: JMS 


PPG verlengt Colorful Communities tot en met 2035

Baan Twente wederom beste Mercedes-Benz Van ProCenter

Oostveen overgenomen door Hoogstraten Haarzuilens

Geen versoepeling regels voor Oekraïense zzp’ers

Soudal slaat vleugels uit naar Japan