Op het Radius College (onderdeel van ROC West-Brabant) wordt al acht jaar gewerkt aan een andere manier van leren, ook op de schildersopleiding. De band met de schildersbedrijven in de regio is zeer sterk, evenals met de oud-leerlingen en met OnderhoudNL. Het Nimeto en het Koning Willem I College volgen de ontwikkeling, die door Ramon de Bruijn in gang wordt gezet.
We zitten hier in een mooie, vrij nieuwe praktijkruimte. U bent zeker van OnderhoudNL Opleidingen?
‘Nee, ik ben in dienst van het ROC West-Brabant. In tegenstelling tot veel andere roc’s ontwikkelen veel van onze opleidingen hun eigen lesprogramma’s en examens. Ik geef hier zelf ook les, ik ben zelf schilder geweest en heb de lts, het mbo en het Fontys Pth gevolgd. We werken wel intensief samen met OnderhoudNL Opleidingen, samen dragen we de huur voor de ruimten en de praktijkleermeesters.’
Juist, maar waarom koopt u het lesmateriaal niet gewoon in?
‘Als mbo-opleiding zijn we verantwoordelijk voor de kwaliteit van onze scholing. We zijn ook eindverantwoordelijk voor de scholing van de leerling. Daarbij hebben we ook een eigen visie op leren in het mbo. Het principe is: een mens leert op allerlei verschillende manieren. Niet alleen door te oefenen en door theorie te stampen, maar ook door over iets te praten, iets uit te zoeken, zelf na te denken over de oplossing van een uitdaging.’
Mogen de leerlingen bij jullie maar een beetje doen wat ze willen?
‘Helemaal niet. Vooral in het eerste jaar krijgen ze best veel “gewoon” onderwijs: de basisvaardigheden van het schilderen, glaszetten et cetera. Dat zijn dingen die je gewoon goed moet oefenen en trainen. Maar ze krijgen wel meteen veel meer praktijklessen dan vroeger. Ook de theorie is bij ons praktijk. Het is een groot verschil of je voor een witte deur wordt gezet, met al je verf en materiaal erbij en de opdracht: ga die deur precies aflakken of dat je voor diezelfde deur wordt gezet met de opdracht: schilder die deur binnen een dag rood. In dat tweede geval moet je zelf gaan bedenken hoe je dat gaat aanpakken.’
Tja… bij een deur…
‘Het is maar een voorbeeld. We doen bij niveau drie ook aan projectonderwijs: hier is een project, ga het maar oplossen. We hebben bijvoorbeeld geen spuitcabine meer. Onze lidbedrijven vinden spuiten op locatie leren veel belangrijker. Dus hebben zij geïnvesteerd in mobiele spuitapparatuur. We kunnen de leerlingen nu vragen een draaikiepraam van binnenuit te spuiten: los het maar op!’
Dus schildersbedrijven praten mee?
‘Sinds enige tijd hebben we een klankbordgroep. We hebben deze onderwijsvorm ontwikkeld, nu is het tijd om intensief met de bedrijven te praten. Daar zitten grote bedrijven in, middelgrote en zzp’ers. Daar hebben we het over de keuzedelen. Welke willen we in deze opleiding aanbieden, welke niet? De leerlingen kunnen nu kiezen keuzedelen die met renovaties te maken hebben: boeidelen en beplating vervangen en betonschade herstellen. De ondernemers bepalen mede de richting, wij ontwikkelen er het onderwijs voor.’
Gaan jullie alleen op de ondernemers af?
Nee, we houden ook contact met onze niveau vier-leerlingen. Daar beleggen we thema-avonden mee. Hen vragen we ook wat er beter kan aan het onderwijs. Ik wil een onderwijs ontwikkelen dat ik zelf had willen volgen: met meer verantwoordelijkheid, meer praktische kennis. Niet alleen leren hoe je een kozijn aflakt, maar leren na te denken wat je kan doen als het regent of koud is of als dat kozijn niet zomaar bereikbaar is.’
Jullie onderwijs, het Brabantse Onderwijsmodel, krijgt navolgers
‘We hebben een nieuw schilderexamen ontwikkeld, gebaseerd op deze manier van leren. Als je de leerlingen leert zelfstandig uitdagingen op te lossen, waarom zou je dan wel alleen toetsen of ze een raam kunnen beglazen? Dat examen hebben we laten valideren door het bureau Concreet. Het Nimeto in Utrecht en het Koning Willem I College in Den Bosch gaan die examens nu ook zo afnemen. Dat betekent dat ze de schilders bij hen op dezelfde manier willen gaan voorbereiden. We gaan ook leraren en leermeesters hier naartoe halen om het te komen ervaren.’
En dan krijgen ze een boek mee naar huis waarin staat hoe het moet
‘In de afgelopen drie jaar hebben we veel ontwikkeld, dus er is van alles aan materiaal. Maar het is niet de bedoeling dat het allemaal één op één wordt overgenomen. We willen deze manier van leren gezamenlijk blijven doorontwikkelen. Ik ben heel benieuwd wat andere opleidingen ermee gaan doen. Centraal zal staan dat we de leerling meer aanzetten om zelfstandig naar oplossingen te zoeken. Ieder op zijn eigen niveau.’
Al dat zelfstandige… als ik nou gewoon goed wil leren schilderen, zonder al dat gedoe?
‘Ik verwacht dat veel schilderopleidingen deze methode gaan overnemen. Maar ik hoop dat er ook een paar op een veel traditionelere manier schilderles blijven geven: met veel meer theorie, die je uit je hoofd moet leren, en heel duidelijke werkstukken waar je heldere opdrachten krijgt over wat je moet doen. Er zijn ook leerlingen die dát prettig vinden. Hoe mooi zou het zijn als we die leerlingen naar zo’n opleiding zouden kunnen doorverwijzen, en andersom?’
Foto:
Ramon de Bruijn: ‘We hebben geen spuitcabine meer: op locatie leren spuiten is veel belangrijker’
Foto: JMS