De top vijf van de lijst is onveranderd ten opzichte van cijfers uit 2017. Op twee staat het Duitse BASF (een kleine 3,9 miljard euro omzet aan verfproducten) en op drie Jotun uit Noorwegen (ruim 1,8 miljard euro). Nummer vier en vijf zijn respectievelijk het Deense Hempel (ruim 1,3 miljard) en Deutsche Amphibolin-Werke (1,3 miljard). Jotun bezette in 2016 nog de vijfde plaats.
Voor een plek in de top 25 kwamen alleen producenten in aanmerking met een hoofdkantoor in Europa. Bedrijven als PPG – in Nederland een grote speler met Sigma –, Nippon Paint en Asian Paints zijn dus niet meegenomen in de ranking. De ‘big five’ van Europa zijn de enigen met een omzet die in de miljarden euro’s loopt.
De meeste verschuivingen in de lijst vonden plaats in het midden. Zo wisselden Teknos uit Finland en Cromology uit Frankrijk stuivertje achter nummer acht Brillux uit Duitsland. Cromology behaalde 19 miljoen euro minder omzet dan twee jaar geleden en zakte van de negende naar de tiende plaats. Teknos maakte, met dank aan stabiele groei, de omgekeerde beweging.
Betek Boya uit Turkije staat vijftiende met 240 miljoen euro omzet, maar het bedrijf zal volgend jaar geen deel meer uitmaken van de lijst omdat het is overgenomen door het Japanse Nippon Paint. Nippon is bezig aan een mondiale groeispurt en was volgens een telling in 2018 de derde grootste verffabrikant ter wereld.
Mooi dat er nog kleinere spelers zijn voor de noodzakelijke diversiteit en maximale klantgerichtheid.