De toestand van surseance (waarin de rechter een bedrijf toestemming geeft om gedurende de surseance geen betalingen aan schuldeisers te doen om zo tijd te krijgen om te werken aan een saneringsplan en betalingsafspraken) is bij De Vries in maart ingegaan en is blijven bestaan tot nu, begin juli. Een betrekkelijk lange tijd.
De reden dat De Vries surseance aanvroeg was een conflict met de Belastingdienst over een bedrijfsbrede opleidingssubsidie waar veel geld mee gemoeid was. De dienst vond dat het schildersbedrijf onrechtmatig handelde. In eerste instantie werd De Vries vrijgesproken, in hoger beroep juist verplicht tot het betalen van het complete betwiste bedrag. Het schildersbedrijf besloot niet verder te procederen maar de surseance aan te vragen.
Surseance leidt in ons land vaak uiteindelijk tot een faillissement, vooral omdat klanten zich terugtrekken en leveranciers geen genoegen nemen met de aangeboden regelingen. Maar De Vries bezat letterlijk en figuurlijk kennelijk voldoende krediet, er dienden zich zelfs nieuwe klanten aan in de afgelopen maanden.
Nu de surseance is opgeheven kan er weer volop ondernomen worden. Het bedrijf laat weten vooral in de komende wintermaanden nog wel ruimte voor opdrachten te hebben.