Luchtdicht bouwen is het dichten van alle ongewenste kieren en naden in een woning of gebouw om de ongecontroleerde luchtstromen (in- en exfiltratie) te voorkomen. Beglazingsafdichting is een van de aspecten welke hierbij aandacht vraagt. Vooral bij de zogenoemde binnenbeglazing, waarbij het glas van binnen uit wordt geplaatst, is dit een belangrijk punt van aandacht.
Binnenbeglazing
Bij binnenbeglazing zitten de glaslatten aan de binnenzijde van het kozijn. Het grote voordeel hiervan is dat alle glaslatten en bevestigingsmiddelen niet blootstaan aan weersinvloeden. De inbraakwerendheid wordt vergroot en het onderhoud wordt sterk gereduceerd. Het glasplaatsen vindt vanaf de binnenzijde plaats, wat latere vervanging – zeker bij hoge gebouwen – gemakkelijker maakt.
Bij binnenbeglazing moet, naast de binnen- en buitenkitafdichting, een extra voorziening komen, de zogenoemde hieldichting. Deze kitafdichting moet men in de sponning van de onderdorpel en aan beide zijden minimaal 200 mm opgaand aan de stijlen aanbrengen. Dit voorkomt dat eventueel lekwater door winddruk onder de glaslat van de onderdorpel of het aluminium profiel naar binnenkomt.
Daarnaast voorkomt het tocht. Op grote hoogten brengt men zo’n afdichting rondom aan. Lekwater en eventueel condensvocht wordt via de ventilatieopeningen afgevoerd.
Hielafdichting
In de momenteel van toepassing zijnde richtlijn NPR 3577 van 2011 zijn de eisen met betrekking tot het wind- en waterdicht zijn van de beglaasde constructie vastgelegd.
In de NPR staat bijvoorbeeld dat de hielafdichting bij gebouwen tot 45 meter 200 mm hoog in de stijlen moet worden aangebracht. Bij hogere gebouwen moet dat rondom het gehele glas. Incidenteel komen er desondanks klachten voor. Zo ook enige tijd geleden met een kantoorgebouw.
Er werd hier geklaagd over tocht. Bovendien werd onder bepaalde weersomstandigheden water naar binnen gestuwd, werden kozijnen nat en ontstonden vochtplekken in de vloerbedekking. De klachten waren aan de orde vanaf de nieuwbouw.
Na de nieuwbouw is op verzoek door de aannemer meermaals corrigerend werk uitgevoerd. Er is bijvoorbeeld bij een deel van de binnenbeglazing opnieuw hielafdichting aangebracht. Volgens de beglazingsrichtlijn NPR 3577 is dit noodzakelijk, maar bij de bouw was dit niet of onvoldoende uitgevoerd. Desondanks bleven er nog steeds klachten.
Onvoldoende
Bij het verwijderen van verschillende liggende glaslatten is geconstateerd dat het onder de glaslatten nat is en regenwater naar binnen wordt gestuwd. Wanneer de liggende en staande glaslatten hier worden verwijderd, is de dorpel geheel of deels nat.
Naar voren komt dat de later aangebrachte hielafdichting loslaat en onvoldoende is aangebracht. Tussen het glas en de kit – welke als waterslot behoort te functioneren – zit op plaatsen ruimte. Door de spleet tussen de hielafdichting en het glas is er een open verbinding van buiten naar binnen.
De zuid- en westgevel krijgen bij harde wind of storm een relatief zware belasting, omdat het pand onbeschut ligt en daardoor de volle laag krijgt. Door de aan de onderzijde open glaslat en vervolgens langs de open ruimte rondom het glas wordt lucht en, bij neerslag, vocht gestuwd welke zich bij openingen, kieren en spleten naar binnendringt. Hier veroorzaakt dit tocht en lekkages. Omdat binnen de houten kozijnen en glaslatten niet zijn afgewerkt, is er een grotere kans op tocht en lekkages.
Advies
Geadviseerd is om bij alle binnenbeglazing alle glaslatten rondom te verwijderen. De bestaande hielafdichting te verwijderen en het glas en de sponning schoonmaken. Voor lucht- en waterafdichting bij alle binnenbeglazing rondom elastische kit aanbrengen.
Glaslatten hermonteren en beglazingsafdichting met elastische kit herstellen. En verder aan de binnenzijde van de constructie alle verbindingen, spleten, naden en kieren afdichten met elastische kit.
Op deze wijze werden uiteindelijk luchtdichte gevels verkregen. Als schilder- en onderhoudsbedrijf is het dan ook een optie om van de richtlijn NPR 3577 af te wijken en meer zekerheid te bieden door rondom af te kitten. Dit voorkomt tochtklachten, schades en past in het plaatje van het luchtdicht bouwen.