‘Of iedereen dit werk kan? Ik weet het niet. Je hebt schilders die nieuwbouwprojecten helemaal leuk vinden en die niet van secuur werk houden. Je moet er geduld en aandacht voor hebben en ook wel een beetje de slag in je vingers.’ Eppo Leemburg heeft het over het schilderen van schepen, met name over de romp en de opbouw van schepen, het echte zichtwerk. Van stalen, aluminium, kunststoffen of houten schepen. Want het onderwaterschip bijvoorbeeld, daar doet hij zelden iets aan. Daar heeft het bedrijf dat hem inhuurt, Yerseke Watersportservice, andere mensen voor. Niels Sentse, directeur-eigenaar van dat servicebedrijf: ‘We waren ooit de eerste verwarmde winterstalling van Nederland. Schepen, met name plezierjachten, worden vaak in de winter op de wal gestald. Om problemen met storm en ijs te voorkomen en voor onderhoud. Vooral in de wat grotere jachten heb je allerlei vloeistoffen, in de watertanks, voor de koeling, voor de verwarming. Die kunnen bevriezen. Wij beschikken over een kraan van 50 ton en speciale botenwagens, zodat ook heel forse schepen in onze grote hallen op bokken terecht kunnen.’
Inmiddels hebben ook anderen dit soort hallen gebouwd. Daarom begonnen Sentse en zijn vader, die toen de eigenaar was, ook onderhoud aan te bieden. Sentse: ‘Onze hallen zijn stofarm. Je hebt natuurlijk altijd het ‘gewone’ stof, zoals je dat ook in huis hebt. Een schip dat bij ons een half jaar in de stalling staat, zul je als je in het voorjaar gaat varen altijd nog eerst even willen oppoetsen. Want glanzend, glimmend en schoon is de norm in de watersport. Maar wat ander stof betreft hebben we scherpe huisregels: klussen aan je eigen schip mág, maar dan moet je de boel wel goed afschermen. We hebben daar verrijdbare filtermachines voor, die het afgeschermde deel dan op lichte onderdruk zetten, zodat het stof in de “tent” blijft liggen.’
![](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2020/02/yers_boot-in-tent-1024x575.jpg)
FOTO’S: JMS
Sommige booteigenaren maken daar gebruik van. Maar veel booteigenaren laten zich graag het onderhoud uit handen nemen. Sentse: ‘We werken in dit bedrijf met zijn vijven, ikzelf werk ook mee: poetswerk, bedradingen, kleine reparaties, et cetera. En voor het meer specialistische werk huren we bedrijven in.’
Waaronder verschillende schildersbedrijven. Voor dit soort werk wordt het aan te pakken schip uit de opslag gehaald en naar een speciale werkplaats gereden, zodat er geen stofoverlast voor de andere schepen is. Deze loods is ook extra verlicht en verwarmd en heeft een luchtcirculatiesysteem. Het onderwaterschip wordt door een vaste ploeg onder handen genomen. Het is vrij grof werk: eerst schuurwerk van het staal, kunststof of aluminium en dan komt het bijplekken, afwerken en het aanbrengen van anti-fouling-materiaal.
Ook voor het vernissen van blank gelakt hout huurt Sentse een apart schildersbedrijf in, dat gespecialiseerd is in het aanbrengen van de blanke lak op (teak-) hout. Voor lakwerk van hoge kwaliteit werkt Sentse samen met, onder andere, Eppo Leemburg.
Leemburg: ‘Ik ben altijd wel handig geweest. Ik heb de zeevaartschool gedaan en heb jarenlang gevaren als stuurman op de grote vaart en later op een baggerschip. Op zee doe je alle reparaties zelf. Maar het varen viel lastig te combineren met het gezinsleven, dus kwam ik aan wal.’ Daar was hij eerst vertegenwoordiger in airconditioning en later kappersproducten. Daarna startten ze een bedrijf in gezondheids- en cosmeticaproducten, maar dat liep niet zo goed. Leemburg: ‘We hoorden van vrienden dat je in Zeeland goedkoop kon wonen. Zo kwamen we in Yerseke terecht.’ Bij Oesterbeurs Yerseke, een restaurant, was de schilder al twee jaar lang niet komen opdagen. De eigenaresse vroeg de import-Zeeuw of die het schilderwerk niet wilde doen. Dat deed Leemstra, compleet met houtrotreparaties en deelvervangingen. Dat trok aandacht en niet veel later, in 2001, was er voldoende aanleiding om Kwast & Co op te richten.
Leemburg: ‘Leuk om te doen, dat huisschilderen. En ik bied inderdaad alles aan. Ik schakel zo goed als nooit een timmerman in. Zo moeilijk is timmeren niet. Ik vind het het fijnst als het echt mooi mag worden. Zoals een voordeur die echt als een spiegel mag glanzen. Daar neem je de tijd voor, schuur je goed, plamuur je goed en lak je meerdere keren af.’
![](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2020/02/yers_niels-tussen-de-boten-1024x683.jpg)
En laat dat nu juist de basisnorm zijn bij het lakken van jachten. Sentse: ‘We gaan altijd met de klant in gesprek. Een schip dat er niet meer zo goed uitziet en dat ook niet veel waarde meer vertegenwoordigd behandel je anders dan een schip dat echt moet stralen. Maar dat laatste komt toch wel het meeste voor.’ En zo staat Leemburg een paar maanden per jaar aan schepen te werken: schuren, corrosie weg halen, gronden en dan plamuren, heel veel plamuren. ‘Op een doodgewoon zeiljacht van een meter of zestien, waar ik nu aan sta te werken, smeer ik voor de reparatie negen kilo 2k epoxyplamuur weg,’ lacht Leemburg. ‘Dat heb ik bij een woonhuis nog nooit gehaald, hoezeer dat ook moest glanzen. De ondergrond moet gewoon superglad zijn, dat is de basis van de spiegelende laklaag die je uiteindelijk wil hebben. Je plamuurt dan ook niet maar één keer, maar je plamuurt, schuurt, plamuurt, schuurt, met verschillende korrels, net zolang tot het goed is.’ Voor dat schuren maakt hij gebruik van een speciaal schuurapparaat, een soort buigzame plank waar het schuurmiddel op heen en weer beweegt. ‘Aan een boot is niets recht, alles is gekromd, in meerdere richtingen. Die lijn moet je perfect volgen’, legt hij uit. Het bedrijf van Sentse beschikt over zulke schuurplanken met eigen stofafzuiging, iets dat je niet veel op werven tegenkomt. ‘Maar het is ook heel veel handwerk’, benadrukt Leemburg.
En dan komt het lakken. Er wordt gewerkt met een 2k polyesterlak (van Azko, PPG of, in dit geval van De IJssel Lakken). Die heeft een zeer korte drogingstijd. ‘Het is een beetje een slag’, glimlacht Leemburg. ‘Je moet in één keer doorgaan en de laag goed laten vloeien. Na een metertje of wat is teruggaan en corrigeren er niet meer bij. Dus het moet wel in één keer goed zijn.’
Een video met Eppo Leemburg en Niels Sentse is te zien op ons YouTubekanaal SchildersVAKTV